Verspreide Berichten.
Pieter Johannes I en de 'Vrouwe Sophia'
Pieter Johannes en de 'Sophia Adriana'
Zaterdagmorgen omstreeks 10 oren is de zand
schuit ran schipper Ouwerkerk alhier, op de
hoogte van Vrouwepolder door een sneeuwstorm
overvallen, tengevolge waarvan het vaartuig, dat
men bezig was te laden, op het strand vastge
raakte. De bemanning heeit zich weten te redden,
doch de schuit, die niet geassureerd was, is ver-
moedelfik verloren.
Willem III en de 'Sophia Adriana'
Pieter Johannes II 1885-1957en
de Yerseke 86
Willem III en de 'Weltevrede'
Einde van het zeiltijdperk
4 CONSENT NR. 28 VOORJAAR 2012
In 1888 wordt in Sliedrecht een nieuwe tjalk gekocht voor
3.500 gulden. Het schip wordt genoemd naar de vrouw van
Pieter Johannes en wordt extra zwaar gebouwd om bestand
te zijn tegen de wisselende krachten van zand en water. Helaas
mag dat niet baten, op de eerste reis breken de spanten. De
reparatie is kostbaar maar grondig, want daarna wordt er tot
1923 mee gevaren.
De gezondheid van Pieter Johannes is al niet te geweldig. De
schipbreuk van de Vrouwe Sophia' tast zijn gestel nog verder
aan. De pech met de 'Sophia Adriana' geeft hem nog een extra
knauw. In 1898 is hij zo vaak ziek dat zijn oudste zoon Willem III
als zestienjarige al regelmatig zelfstandig reizen moet maken
om voor het grote gezin de kost te verdienen.
Roerklik van de
Weltevrede.
In de sluisboeken komen we Pieter Johannes pas tegen in 1879
als gezagvoerder van de 'Vrouwe Sophia', een schip van 24 ton.
Het type is niet met zekerheid vast te stellen, want sinds 1879
wordt dit gegeven niet langer vermeld in de registers. Met het
verschijnen van de 'Vrouwe Sophia' verdwijnen de 'Dankbaar
heid' en zijn gezagvoerder Willem II uit de sluisregisters.
Sophia Adriana.
Schepen die varen in dienst van de familie van Ouwerkerk
worden relatieschepen genoemd. Schipper R. van Veen is zo'n
relatieschipper Zijn schip ligt vrijwel altijd tegelijk met een
schip van de van Ouwerkerks in de sluis. In 1873 is dat de 'Twee
Gezusters', een aak van 8 ton, in 1875 de Vrouwe Maria', een
boeijer van 17 ton en in 1878 de 'Wilhelmina', weer een boe-
ijer, maar nu van 24 ton. De spelling van het woord "boeijer" is
overgenomen van de sluiswachters.
Op vijftien maart 1887 ligt de Vrouwe Sophia' voor het strand
van Vrouwenpolder. Een stuk verderop richting Veere ligt ook
de 'Wilhelmina'. Aan boord van de 'Sophia Adriana' zijn Pieter
Johannes, Marijnuszijn twee jaar jongere broer en een knecht
Tinus Lauret.
Onverwacht draait de wind naar het noorden, en in een
sneeuwstorm worden de schepen midden in de nacht op het
strand gezet. De 'Wilhelmina' met schipper van Veen kan weer
loskomen. Maar de 'Sophia Adriana' lukt dat niet. Wat rest is de
waarde van het brandhout: 30 gulden. Het schip is zoals de
Middelburgsche Courant vermeldt "niet geassureerd". Pieter
Johannes houdt er volgens de overlevering wel een long
ontsteking aan over.
Willem III
1882-1967) en
Johanna Maria
Hoveijn
CONSENT N R. 281 VOORJAAR 2012 5
Willem III wordt rond de eeuwwisseling definitief van de zee
vaartschool gehaald om op de 'Sophia Adriana' te gaan varen.
Een van de eerste reizen zeilt hij het door ziekte van zijn vader
verwaarloosde tuig overboord. Op de werf van Mak wordt de
schade hersteld.
Niet alleen het tuig is slecht, ook de mishandeling met zand
en waterdruk eist zijn tol. Het schip begint chronisch te lek
ken zodat meerdere malen per nacht gepompt moet worden.
Volgens de overlevering klink het "geslurp" van de pomp,
wanneer het waterniveau zo laag is dat er lucht meegezogen
wordt, als een verlossing. Dat betekent dat de kooi weer voor
een paar uren opgezocht kan worden. De slaapperiode wordt
wat verlengd door een mand met zaagsel onder het schip te
plaatsen. Dat opdrijvende zaagsel wordt door het binnendrin
gende water in de naden gezogen en dicht die een beetje af.
Willem III is een markant figuur. Hij is gewend op de geel ge
schilderde klompen te lopen, die tegenwoordig zo in trek zijn
bij de Japanse toeristen. Als hij dan 's morgens vroeg door de
stille Nederstraat in Middelburg kleppert is dat voor de nog
slapende zandkruiers het signaal dat ze weer wat geld kunnen
verdienen. Die combinatie van kleur en verwachtingsvol ge
luid geeft Willem III de bijnaam "De Gouden Klompjes". Op la
tere leeftijd wanneer hij het zand op de kade verdedigt tegen
buurtgenoten die illegaal hun kattenbak willen vullen, komt
de naam "De Ouwe Zandduvel" meer in zwang.
Begin jaren twintig van de vorige eeuw is er een enorme
vraag naar zand. Dagelijks passeren vele grote schepen uit o.a.
Werkendam en Sliedrecht met vele tonnen zand de sluis. Ook
de Firma van Ouwerkerk heeft het druk. Zo druk dat zelfs de
hulp ingeroepen wordt van Pieter Johannes II. Deze jongere
broer van Willem III heeft eerst een baan bij de visserijinspectie
in Tholen. Later vestigt hij zich in Yerseke om daar ansjovis te
vangen. Om aan de plotselinge zandhonger te voldoen vaart
hij een aantal keren zijn hoogaars de YE 86 geladen met 12 ton
zand door de sluis.
Voor het vervoer van zand heeft een ijzeren schip voordelen.
De vervorming onder invloed van de wisselende druk is
immers veel minder dan bij een houten exemplaar.
Op 1 september 1923 vaart de 'Weltevrede', een ijzeren boeier
aak leeg van Rotterdam naar Middelburg. De waarschijnlijk
trotse Willem III staat aan het roer.
Weltevrede 1925
Maar de zandstroom mag kennelijk niet onderbroken wor
den, want op dezelfde dag vaart ook de 'Sophia Adriana' met
zand door de sluis. De gezagvoerder is dan voor deze ene keer
Cornelis van Ouwerkerk, een Oom van Willem III.
De volgende weken vaart Willem weer de 'Sophia Adriana',
want de klanten kunnen niet wachten terwijl er nog wat
vertimmerd moet worden aan de 'Weltevrede'.
Op 27 september wordt door de sluismeester de eerste reis
met 41 ton zand van de 'Weltevrede' genoteerd. De boeier
aak is gebouwd in 1901 bij Duivendijk in Capelle a/d IJssel. De
eerste jaren zeilt het als waterschip van de Hollandse IJssel
naar Rotterdam. Dit houdt in dat op de IJssel bovenstrooms
van Rotterdam schoon drinkwater wordt ingenomen, wat in
Rotterdam weer verkocht wordt. Voor dit werk worden zeer
snelle zeilers gebruikt, en dat is de 'Weltevrede' dan ook. Het
schip heeft een mooie lijn. De vergulde leeuw op het roer is
nog steeds in het bezit van de familie.
In 1929 wordt een 9 PK ééncylinder Brons in de 'Weltevrede'
gebouwd. Later wordt die "verdieseld" tot 15 PK. Op de foto is
te zien dat de mast ingekort is, en dat in de kuip de handle die
de koppeling bedient omhoog steekt. De giek is zo ingericht
dat het zand met behulp van de motor in een kantelbak op de
wal gelost kan worden. Het zand wordt hier nog wel handma
tig aan boord gekruid.
Weltevrede 1930