Het Lange Water
26 CONSENT! NR.29 I VOORJAAR2013
Bonnie Joosse
Op de fiets naar Bergen op Zoom. Eind 1950, begin 1960.
Naar de middelbare school. Je moest wel, want op het eiland
Tholen was afgezien van de Mulo, geen vervolgopleiding.
Je reed naar Tholen, de brug over naar Brabant en dan door
de Bergse Polder. Halverwege de polder, bij de Kouwe Smid,
maakte de weg een bocht, liep over een riviertje en dan naar
Halsteren. Een klim de Brabantse Wal op en dan door naar
Bergen op Zoom.
Dat riviertje noemden we het Lange Water. Waarom? Er stond
geen naambordje bij, we wisten gewoon dat het zo heette.
De Kouwe Smid? ledereen kende de naam, maar waarom de
smid zo heette? Iets met ijzer buigen zonder vuur?
De Bergse Polder? Logisch toch, dat is de polder tussen
Halsteren en Tholen. Waarom dan geen Halsterse Polder?
Al met al, dingen zijn zoals ze zijn, heten zoals ze heten. Het zijn
vaste gegevens.
Tot je ineens een ontdekking doet. Zoals die over het Lange
Water.
Tussen 1986 en 1988 werd door de Heemkundekring van
Halsteren archeologisch onderzoek gedaan in de Bergse
Polder. In 1988 wilde de gemeente Halsteren vissteigers
aanleggen waar vroeger het waterhuisje gestaan had. Dat
waterhuisje was een herberg met een overzetveer over het
Lange Water. Na veel aandringen kreeg de Heemkundekring
twee weken om onderzoek te doen. Dat deden ze, met man
en macht, in de blubber, met de spa en een graafmachine en
veel ophef in de kranten. Want wat er tevoorschijn kwam uit
de blubber van de oevers en de bodem van het Lange Water
was een vracht aan materiaal. Ineens kwam daar geschiedenis
boven het maaiveld.
Enige duizenden voorwerpen werden opgegraven. Kera
miek uit de 17e tot en met de 19e eeuw zoals kannen,
kruiken, kookpotten, kamerpotten, schotels, vergieten, zalf
potjes, knikkers, een komfoor, vuurdover en een melkteil.
En metaalvondsten zoals spijkers, kogels, mutsbeugels,
vingerhoedjes en knopen. Ook glas en leer werd gevonden.
Uit de vondsten bleek dat het veer over het Lange Water
belangrijk was. En dat het Lange Water niet altijd zomaar een
onbeduidende kreek geweest was. Overigens, die vissteigers
zijn er uiteindelijk niet gekomen.
Uit "Topographie de la Zeelande". Uitgegeven te Parijs 1748.
Hier in de herdruk door de Stichting Tolerant. De dikke lijn over
het Lange Water geeft de grens aan waarover tussen Zeeland
en Brabant lange tijd dispuut bestond.
In de Middeleeuwen vormt de Oosterschelde de verbinding
tussen Antwerpen en het noorden en westen. De Striene, een
kreek door het huidige eiland Tholen, maakt deel uit van deze
vaarroute. Deze Striene is na 1220 door de inpoldering van
de Nieuw Schakerloopolder op het eiland Tholen niet meer
bevaarbaar. Andere doorgaande vaarroutes die in aanmerking
komen zijn de Heenetrecht (Eendracht) langs de stad Tholen en
het Lange Water, meer naar het oosten, vlak onder Halsteren. De
beide kreken worden in een akte uit 1248 met name genoemd
In het zuiden beginnen ze op ongeveer dezelfde plaats aan
de Oosterschelde. De Heenetrecht loopt door tot in het Slaak
dat dan tussen de Brabantse Wal en het eiland Sint-Philipsland
stroomt. Het Lange Water stroomt ten zuiden van Botshoofd
de Heenetrecht in. Als je op de kaart kijkt lijkt het Lange Water
een betere route dan de Heenetrecht. Minder bochtig en met
CONSENT NR. 29 VOORJAAR 2013 27
"Caerte gemaeckt van de schorren gelegen bij noorden de stadt Bergen op Zoom".
Seb. Anemaet em Abrah. Bollaert, Bergen op Zoom 1651
Foto van de gemeentelijke archiefdienst Bergen op Zoom
de heersende wind beter bezeild. Het Lange Water wordt dan
ook het meest bevaren water. De Heenetrecht wordt pas door
de overstromingen van 1530 uitgeschuurd tot een echt goede
vaarweg De oudste kaart met een afbeelding van dit gebied is
een Scheldekaart uit 1468 in het rijksarchief in Brussel.
Met zekerheid is niet veel te zeggen over de schepen die het
Lange Water bevaren. Maar het zullen kleine handelsschepen
geweest zijn die goederen over de grote doorgaande route
tussen Antwerpen en Dordrecht vervoeren. Binnenvaart dus.
Eigenlijk een Schelde-Rijnkanaal avant la lettre.
Het Lange Water moet tot 1570 de algemeen erkende vaargeul
geweest zijn.
In dat jaar overstroomt de Allerheiligenvloed ook de polders
tussen Halsteren en Tholen. Het grootste deel van de polders
blijft 100 jaar verdronken. Zeeland en Brabant hebben
namelijk ruzie over het eigendomsrecht. En Zeeland heeft op
deze manier een verdedigingsgordel in die nogal onrustige
tijden van de tachtigjarige oorlog. Als het gebied in 1693 als
Auvergnepolder bedijkt wordt is het Lange Water voorgoed
afgedamd. De kreek blijft wel bestaan en verzoet langzaam.
In 1747 worden de dijken tijdens het beleg van Bergen op
Zoom wel weer doorgestoken, maar in 1749 worden die weer
hersteld.
Het Lange Water is na 1693 van een belangrijke doorgaande
vaarroute geworden tot een flinke hindernis op de landroute.
Een van de belangrijke wegen over land van het noorden naar
bijvoorbeeld Zierikzee, Veere en Middelburg loopt dan via