ARM 17 Vrouwe Adrians. Een verwarrende geschiedenis L;-.J§ De aanleiding De opdrachtgever j? 3 Ha#? &Z? 0e f cXr cfz^z/f Jj Jy dPtf zfll Verwarrende registratie Motorisering 4 CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015 Peter Homer De Arnemuidsche hoogoors ARM 17 Vrouwe Adriono' is ol joren een beeldbepalende verschijning in de museumhoven in Zierikzee. Het schip is op Vrijdag 26 moort 1993 overgedragen in eigen dom van de Stichting Museumhaven Zeeland. Op die dag heeft Willem Scholtes, de laatste eigenaar,het schip overgedragen aan de stichting. De aankoop is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Slavenkas Zierikzee. Begin jaren 2000 volgde een volledige herbouw door vrijwilligers onder leiding van de heer P.J. Huijbrecht, de toenmalige voorzitter van de stichting, en scheepstimmerman Peter Weeda. De geschiedenis van het schip is jarenlang onderwerp van discussie geweest. Sommigen geloven dat het schip in 1878 gebouwd zou zijn, anderen hebben het over het jaar 1903. De kaarten van het centrale visserijregisterzijn niet eenduidig. Naar aanleiding van de eindeloze discussie heeft de stichting besloten om eens en vooral een eind te maken aan de onzekerheid, door alle bescheiden naast elkaar te leggen en op zoek te gaan naar datgene wat nog ontbreekt. Het hier onder volgende verslag, bedoeld om klaarheid te geven, zal mogelijk niet het einde van de discussie zijn. Gelijk hebben is immers nog geen gelijk krijgen! Dit soort onderzoek verloopt doorgaans achterstevoren, omdat de recente geschiedenis nu eenmaal meer aan knopingspunten geeft. Vandaar dat we beginnen met de conclusie: de huidige ARM 17 is gebouwd in 1903, op de werf van de Gebroeders Meerman in Arnemuiden, in opdracht van Joost Willem van den Heuvel uit Breskens. De visserij werd in Breskens pas in het laatste kwart van de negentiende eeuw een serieuze bedrijfstak. De vissers vloot bestaat in de jaren '90 van die eeuw uit een veertiental hoogaarzen. De familie Van den Heuvel is een in Breskens bekende vissers familie. Vader Jacobus vist met de BR 5, een door Jan Verras op De Paal gebouwde hoogaars van 12 ton. Zijn drie zonen, Joost, Jacobus en Willem, zijn ook werkzaam in de visserij. Joost vaart vanaf 1890 met de BR 7, een nieuw gebouwde hoogaars, ook van Jan Verras. In 1898 koopt hij een nieuwe Kopie van de opdracht in het oorspronkelijke bestek van bouwnummer 54 fatZsy.i a €0%>0>\g O hoogaars met bezaantuig, gebouwd bij de Gebroeders Meerman in Arnemuiden. Ook die krijgt het nummer BR 7. Dit schip is in 1905 verkocht aan Lambertus Vermeulen als BR 17, en in 1906 in een plotseling opkomende storm bij Gadzand op het strand geworpen en vergaan. Twee bemannings leden, Adriaan van de Sande en A. de Munck, verdrinken daarbij. Schipper Jacobus van den Heuvel van de BR 5 ziet het gebeuren, maar komt zelf met de schrik vrij. De Van den Heuvels zijn goede klanten van Meerman. De eerste Arnemuider hoogaars die door de familie voor 1480 gulden wordt aangeschaft is de hierboven genoemde BR 7, in 1897 door Meerman voor eigen rekening gebouwd onder bouwnummer 45. In magere jaren is dit een gebruikelijke oplossing om de timmerlieden aan het werk te houden en te voorkomen dat ze weglopen. De nieuwe hoogaars bevalt kennelijk zo goed dat twee jaar later (1899) de beide broers Willem en Jacobus eveneens een schip in Arnemuiden bestel len (BR 16 - bouwnummer 46, en BR 15 - bouwnummer 47). In 1903 volgt dan de opdracht van Joost van den Heuvel voor nog weer een nieuw schip, bouwnummer 54, "gelijk van grootte'als die van J. de Pagter van Breskens, voor 1600 gulden". De hoogaars is 2 voet korter in het vlak dan zijn oude schip, breder in de kont en vooral minder diep door de sterker vallende kimboorden. Het uitgebreide bestek vermeldt een olmen vlak dik 2,5 duim en een spriettuig. Mogelijk beviel het bezaantuig van zijn vorige schip niet? Dit schip, de BR 7 Jacoba CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015 5 De vissersclub van Breskens eind negentiende eeuw; in het midden met hoed Joost W. van den Heuvel. Bron: Breskens en de Visserij; Meijaard, Co rijn, Valk; ISBN 978-94-91528-10-1 Elisabeth, wordt ingeschreven in het Gentraal Visserij Register op 27 september 1911. In 1919 verkoopt hij zijn hoogaars en koopt een ijzeren botter. Daarmee begint een serie overschrijvingen die de oorzaak is van veel verwarring. Volgens het boek Bressiaanse vissers (ISBN 90.6455.170.7) zou de BR 7 op 27 augustus 1919 zijn verkocht naar Heist (H66), in september 1919 doorverkocht aan Aart Foppen (BR 26) en in oktober datzelfde jaar aan W.J. van den Broecke als BR 10. In de archieven van Heist is echter geen vermelding te vinden van een hoogaars onder nummer H66. Volgens het visserij- register was de BR 26 van Aart Foppen een kotter, die twee weken later werd terugverkocht naar Heist. Een zoektocht naar de familie Foppen om een en ander te op te helderen heeft niets opgeleverd. Ook de nummers van uitgegeven consenten geven geen uitsluitsel. De overschrijvingen zijn vermoedelijk een verschrijving van een verwarde ambtenaar geweest. De BR 7 is waarschijnlijk nooit naar Heist verkocht, en dus ook niet als BR 26 teruggekomen. Maar waar bleef het schip dan wel? Er is nog en ander kenmerk waarmee een schip kan worden geïdentificeerd: de inhoudsmaat, vastgesteld door de Rijks ijkmeester. De BR 7 die Joost van den Heuvel op 27 augustus 1919 verkoopt heeft een weinig voorkomende bruto/netto inhoudsmaat van 50/22 m3. Die is gelijk aan de inhoud van het schip dat Van den Broecke op 19 oktober 1919 laat inschrij ven als BR 10. We mogen er daarom van uit gaan dat het om hetzelfde schip gaat. Waarschijnlijk is dat Van den Broecke de voormalige BR 7 in 1919 kocht en heeft laten inschrijven als BR 10 Cornelia. Van de familie Van den Broecke is de informatie dat de BR 10 destijds voor 800 gulden is aangekocht. Van den Broecke verkoopt zijn hoogaars op 2 maart 1923 aan Gornelis Huiszoon in Vlissin- gen, die hem laat inschrijven als VLI 35 Twee Gebroeders. Op 18 december 1924 wordt het schip vervolgens verworven door de Gebroeders Meerman. Bij de beruchte ramp van 18 juli 1924 is de oude ARM 17 van Jan de Nooijer vergaan met verlies van de gehele beman ning. Meerman heeft de VLI 35 (de voormalige BR 10) in de aanbieding. Volgens de Kroniek van Arnemuiden "wordt door de Gebroeders Meerman een schuit opgeknapt wat de nieuwe ARM 17 wordt." Een half jaar later, in mei 1925, wordt deze hoogaars verkocht aan Joost van Belzen die haar laat registre ren als ARM 6 De Vrouw Clazina. Het nummer ARM 17 gaat over op de hoogaars Vrouw Adriana van Cornelis van de Ketterij. In 1930 wordt een 30 pk Kromhout M2 gloeikop ruwe olie motor (nr. 6133) ingebouwd. De motor is in 1913 gebouwd, dus

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2015 | | pagina 3