T
t .IM.A.
Een nieuw leven als jacht
De Palingtocht
7-4- 5-/7- 7
M-£r/$.3X.U.
/S-/c-s$.2X./0.
X-J-U- VZ.IXS.
//- iy. A.ZM aj.j...
//•S'Ji". A.R.M. ij ct/ec 2"*
AoA.&.M. y /rt
Z Sj E/Êj oto
&6l4. /faun
uxclu*-
6
CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015
hoogaarzen.
Van Belzen verkoopt het schip weer aan de werf. We mogen
aannemen dat Jacob Meerman zich realiseert dat de oude
dame alleen nog een toekomst heeft als jacht. Vermoedelijk
is het schip voor eigen rekening omgebouwd en is er een roef
op gezet.
Het sluitende bewijs dat de huidige ARM 17 dezelfde hoogaars
is als de in 1903 gebouwde BR 7 is de aantekening van Meer
man in potlood bij het bestek van bouwnummer 54 dat de
schuit, de voormalige ARM 6, in 1952 als jacht is verkocht aan
Scholtes te Warmond.
De conclusie is dat deze hoogaars (achtereenvolgens BR 7 -
BR 10 - VLI 35 - ARM 17 - ARM 6) nooit onder nummer ARM 17
heeft gevist.
De laatste privé eigenaar, Willem Scholtes, heeft nog een
model van het schip in jachtuitvoering, gebouwd door de
timmermansbaas van de werf, Chris Bliek. Mogelijk heeft Bliek
dat model gebouwd tijdens de ombouw tot jacht.
die gaat al een aantal jaren mee. Kennelijk onverslijtbaar. Bij die
gelegenheid worden het zeilwerk en de plecht verhoogd, een
vast vooronder geïnstalleerd, het achterschip opgeboeid en
een stuurkot geïnstalleerd.
De oorlogsjaren gaan voorbij zonder narigheid, het schip
is vermoedelijk te oud om te worden gevorderd. In mei
1947 loopt het op een paal nabij de Onrust ten Westen van
Noord-Beveland waarbij een groot gat in de romp ontstaat.
Het schip zinkt, de bemanning wordt gered door de ARM 4. Na
reparatie bij Meerman wordt het in datzelfde jaar ingeschre
ven in het nieuwe Visserijregister.
In 1948, na 45 jaar hard werken, is de hoogaars der dagen zat.
Er is voor de oude houten hoogaarzen geen plaats meer in de
visserij, de toekomst is aan de stalen schepen. Die zijn beter
bestand tegen het geweld van motoren, ook al zijn die in de
loop der jaren een stuk kleiner en lichter geworden. De afhan
kelijkheid van het weer is een andere overweging, de stalen
kotters en botters zijn zeewaardiger en droger dan de houten
De ARM 6 (rechts) binnen
varend in Vlissingenmet
motor maar nog met
volledig zeiltuig.
Tekening van Henri Cassiers, ca. 1929.
Bron:WandelaeretsurEEau,nr. 162, 1936
Wanneer vader Scholtes in 1952 de ARM 6 koopt staat er geen
visserijnummer meer op de boegen. Vissersschepen zaten
doorgaans dik in de teer en dat is geen gezicht voor een jacht,
daarom heeft Meerman het boeisel gedubbeld met een plaat
blank gevernist eiken. Dat ziet er goed uit en is eenvoudiger
dan de vele lagen teer verwijderen. De mast is bovendeks
geplaatst en strijkbaar gemaakt, en heeft een gaffeltuigage.
Het verhoogde boeisel is verwijderd, de roef is opgebouwd en
een andere motor geïnstalleerd: een 100 pk Chrysler benzine
motor. Scholtes doopt het schip Vrouwe Alize, een combinatie
van de namen van zijn echtgenote en dochter.
CONSENT
I NR. 31 IVOORJAAR 2015
De ARM 6 binnenvarend in
Vlissingen, opgeboeid en
zonder zwaarden, met
steuntuig.
Bron: Coll. L. Jasperse
Uit de documentatie blijkt dat het schip haast jaarlijks op de
werf te vinden is en dat er substantiële bedragen aan worden
verspijkerd. Het oude visserij nummer ARM 17 komt tevoor
schijn als bij een van de vele beurten de dubbeling van de
boeisels wordt verwijderd. Dat is hard nodig, de ruimte tussen
het boeisel en de beplating is altijd vochtig, het schip stinkt
naar verrot hout. Als er spanten worden verwijderd kan de
molm er met de hand worden uitgeschept. Als tijdens het
schoonmaken het vuil achter de spanten wordt weg gele
peld, spuit ineens het water naar binnen. De werf van Stofberg
waar het schip ligt gemeerd, heeft geen plaats en dus zinkt de
hoogaars in het anderhalve meter diepe water. Dat was zeker
niet de laatste keer, later in de haven van Zierikzee zal het nog
diverse keren de bodem verkennen als bijvoorbeeld de tijd
klokvan de lenspomp is ontregeld.
Op 26 juni 1970 vaart een groep van 22 platbodems onder
leiding van J. Goedkoop, schipper van de hengst Jonge Joseph,
naar Engeland via de Belgische en Franse kust. De aanleiding is
de 'Operatie Vriendelijke Invasie' ter herdenking van de zeven-
tiende-eeuwse palingvaart op Londen, waarbij zal worden
aangemeerd op de traditionele ligplaats aan de Bellingate
Market. De vloot vertrekt die Vrijdag vanuit Breskens onder
begeleiding van de mijnenveger M 847 Hr. Ms. Bedum van de
Koninklijke Marine. De Vrouwe Alize is niet erg snel en vaart
achter in het veld, samen met de Jonge Joseph. Naar Oostende
verloopt de reis zonder veel bijzonderheden. Maar tijdens de
tweede etappe van Oostende naar Duinkerken trekt de zuid
westen wind flink aan, de ARM 17 lekt verschrikkelijk. Er moet
voortdurend worden gepompt. Schipper Scholtes besluit
Nieuwpoort aan te lopen, waar ook de lemmeraak Vrouwe
Egbertje haar toevlucht heeft gezocht. De rest van de vloot
vaart door naar Duinkerken. De Jonge Joseph krijgt na het afvu
ren van een rode vuurpijl een sleepje van de Bedum, die later
ook de rest van de vloot binnen moet brengen. Op de ARM 17
wordt de koeling van de motor omgebouwd zodat het koel
water direct uit het schip wordt aangezogen, dat scheelt weer
pompen.
Verhuurd aan:
GeboortedatumBeroep
Woonplaats:
Tijdvak:
Bijzonderheden omtrent herkomst van het vaartuig:
7,C"
J* JrVi O. &A.
4r
Consent of
Vergunning
Letterteeken en No.
Bewijs van inschrijving
uitgereikt d.dNo.
d.dNo....
d.dNo
ingetrokk d.dNo.-.
Bijzonderheden omtrent doorhaling
btnnjrpJéCl/JL» eb J i A tip*
Kopie van de registerkaart
van de ARM 6.
Bron: Visserijmuseum
Vlaardingen