Oorlogstijd 12 CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015 Stuurhut van de Zuidvliet Zierikzee en Katseveer, 3 leden van de familie Minneboo vorm den de bemanning Uit interview met dhr. Minneboo: "Mijn vader verdiende daar mee 3 gulden per dagper week 18 gulden, een goed weekgeld. We moesten metz'n drieën varen (ik ook) en daarom zijn we verhuisd naar Zierikzee. 't Was toen zo'n rare tijd, we wilden de familie bij elkaar houden. De familie heeft toen in de Molenstraat gewoond, tot augustus. We voeren de dienst van Zierikzee naar Kats, ik was toen 16 jaar. In augustus zijn de provinciale mensen weer gaan varen, er kwamen andere schepen Het schip en bemanning kwamen de 2de wereldoorlog zonder noemenswaardige schade door, hoewel in 1942 een van de cilinders van de motor scheurde. Deze werd gedemonteerd en bij Machinefabriek Keller in Schaarbeek nabij Rotterdam gekramd, waarna de motor tot 1965 zijn taak vervulde. In het najaar van 1944 namen terugtrekkende Duitse troepen de Zuidvliet mee. Zij werd in 1945 in Brouwershaven bescha digd teruggevonden. Na reparatie bij de Kon. Mij. De Schelde in Vlissingen kon het schip in het najaar van 1946 haar dienst op het traject Kortgene - Wolphaartsdijk hervatten waar het tot 1953 bleef. Van 1953 tot 1960 voer het tussen Veere en Kamperland. Om een indruk te geven van de populariteit van het veer op het traject Veere - Kamperland: in 1958, een topjaar, vervoerde zij 79.320 passagiers. In het jaar 1960 waren dat 71.086 personen en 55.121 fietsen. Minneboo: "Je had in die tijd nog strenge winters en dan kon de veerboot niet in de haven komen, die bleef dan aan de buiten kant liggen aan Vlietkamp. Er moest dan wel een man aan boord blijven en mijn vader ging dan 's avonds om 5 uur aan boord en verdiende daar wat mee. Dat was welkom want het was, zoals ik al zei, in die tijd armoe troef. Dat bootje (de Zuidvliet) voer eigen lijk altijd. Ook bij zware ijsgang, we lagen pas stil als je er echt niet meer door kon komen. Die veerboot ging niet dikwijls naar de werf, Zuidvliet in het kruiende ijs dhr. C.W. Schippers aan boord van de gerestaureerde Zuidvliet CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015 13 Bemanning en passagiers dus er hingen na 'n zomer varen hele trossen mossels aan. Met die ijsgang voer je dat er allemaal weer af. De dag begon met de schoolkinderen, zo'n 20 a 30 kinderen van Kamperland naar Middelburg, ook vertegenwoordigers, koop lui die gingen venten, de meeste uit Middelburg en Walcheren, scharenslijpers, kooplui met kleren, ellegoed noemden ze dat. Er was geen ziekenvervoer, dat ging naar Goes, via de andere kant. (Kortgene - Wolphaartsdijk) Vee ging via Kortgene - Wolphaartsdijk. Op Donderdag waren er de marktgangers, de visboeren met vis. Vrijdags Arnemuidse vrouwen, met manden vis, je had je vaste klantjes. Hef gebeurde wel eens dat we zeiden "die en die is er nog niet "en dan was het tijd om te vertrekken. Dan gooiden we los maar dan kwam die vent aan en dan gingen we nog even terug, dan gingen we hem nog even halen. Dat is nogal eens gebeurd. We gingen altijd terug. Bij Kamperland gebeurde dat ook. Dat bootje was toch gezellig, 'n Overtocht kostte 55 cent met de fiets." Over de service van de bemanning hoorde ik ook andere verhalen: Uit een interview met mevrouw F. "Waar ze vervelend over waren, nou, dat was over de vertrektijd. Een keer kwamen we een minuut te laat voor de laatste overtocht die dag, half negen in de zomertijd, en de veerboot was nog geen meter van de kant maar je moet niet denken dat ze even terug kwamen. Dat betekende dat we een uur moesten omrijden om thuis te komen. En ik moest altijd om 9 uur thuis zijn. "Dan moet je maar op tijd komen, nu heb je tijd genoeg om onderweg een poosje te stoppen" riepen de kaboutertjes. De kaboutertjes? Ja, we noemden de bemanning zo omdat ze zo'n petje op hadden en een kieltje aan. Ook omdat ze klein warende fiets mocht je niet zelf tegen de railing zetten want de kabouters waren heel zuinig op de verf. "Geef je fiets maar hier want daar zorgen wij voor. Hij pakje je fiets over en zette hem voor zichtig weg naast het stuurhuis, ook bij vertrek kreeg je je fiets uit handen van de bemanning. En je moest je netjes en rustig gedra gen en zeker ook bij het verlaten van het schip over de loopplank. Netjes achter elkaar en niet dringen, anders werd je teruggeroepen. Ja, ze hadden de wind er wel onder". In het kader van de Deltawet werd 1960 het Veerse Gat door een dam afgesloten. De veerdienst werd gestaakt en de Zuidvliet was bij de PSD overbodig geworden, Het provinciale bestuur bood het vaartuig te koop aan. Het werd in 1961 gekocht door het Duik- en sleepbedrijf van C.P. Noordhoek en Zn. Cees Noordhoek was de voormalige veerman van het veer Kats- Katseveer, Hij begon een duik- en sleepbedrijf. Het schip heeft een belangrijke rol gespeeld in het begin van Duik en Sleepbedrijf Noordhoek. Rijkswaterstaat gaf in 1961 de opdracht duikwerkzaamheden uit te voeren in verband met de aanleg van de Grevelingen dam. Leen Noordhoek: "Mijn vader had daardoor behoefte aan een groter schip en omdat de Zuidvliet te koop lag wegens beëindi ging van de veerdienst, nam hij contact op met de Provincie. Hij wilde het schip graag voor 1 gulden kopen Immers, de gemeen ten hadden de steigers van Kortgene en Wolphaartsdijk mogen aankopen voor 1 gulden. Door de inspanningen van de commis saris van de koningin Jhr. De Gasembrood hebben wij de Zuidvliet weliswaar niet voor 1 gulden kunnen kopen maar toch wel voor een redelijk bedrag, ik meen voor 7000 gulden". Het kleine houten stuurhuis werd in 1962 bij Duivendijk en Padmos te Bruinisse vervangen door een metalen en groter exemplaar. In 1965 verving men de Deutz dieselmotor door een Kromhoutdiesel met een vermogen van 265 PK Het schip kreeg een andere en ruimere opbouw en een sleepbeting. Deze deed dienst tot 1981 in dat jaar werd een Mitsubishi dieselmotor in gebouwd van 350 PK Voor de duikwerkzaam heden plaatste men een decompressietank op het achterdek De machinekamer kreeg een luchtcompressor en een aggre gaat voor de opwekking van elektriciteit, 220 V en 380 VTen behoeve van het ankeren in positie werd tussen het voor onder en de machinekamer op het hoofddek een 4 kopslier geplaatst, aangedreven door de hoofdmotor. De houten mast werd vervangen door een exemplaar van metaal. De reling op de boeiing van het achterschip moest weg, het vooronder

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2015 | | pagina 7