16 CONSENT I NR. 31 I VOORJAAR 2015 Maar er zijn twee soorten visserstruien: de gewone daagse truien en de Engelse truien. Over de zelfgebreide, gewone daagse visserstrui schreef ik hierboven. De Engelse truien, die machinaal gebreid werden in Engeland, kocht je kant en klaar. Al vanaf 1650 werd er machinaal gebreid. De Engelse truien zijn van donkerblauwe wol. Op de naden aan de binnenkant van de rolkraag zijn stukjes zeemleer mee genaaid. Tegen de tocht! Het ingebreide motief wordt Godsoog genoemd, ook wel bloem of snipper. Deze werden meestal voor net gedra gen, een oprêêtrui dus. Zoals de vrouw van een visser vertelde: "en toen ie de eerste keer bij ons thuis kwam had ie zijn Engelse trui aan. En mooi dat ie zag!" Een visser droeg natuurlijk niet alleen een trui. Ook broeken, jassen, laarzen, kortom, werkkleding. En dan komen we toch in de moeilijkheden. Want over die werkkleding is het moei lijk iets met zekerheid te zeggen. Er zijn foto's, maar wanneer genomen? Er zijn verhalen, maar wat hadden de mensen in die verhalen aan? Erismeernietzekerdan wel! Het is echt niet zo dat bijvoorbeeld in 1937 alle klepbroeken op slag verdwenen. En als je nog visserstruien in de kast had liggen gooide je die niet in 1947 weg. Je droeg ze echt wel op. Een blauwe kiel zat uitstekend over een trui. Het is moeilijk om algemene regels te geven. Dat kost nog een heleboel onderzoek. Begin 1900 werd over de trui een dikke bruine kiel, een cassac, gedragen. Ruim, zodat de visser zich er goed in kon bewegen. Uiteindelijk verdween de kiel en werd kwam de trui tevoor schijn als bovenkleding. Soms werd over de trui nog een blauwe kiel of een overhemd gedragen. De broek is heel lang een klepbroek geweest. Gemaakt van pilo, een keper geweven stof, half linnen, half katoen, die vooral voor werkkleding werd gebruikt. Oorspronkelijk kaki- kleurig, verwaste de stof tot een lichte broek. Het was een broek zonder gulp, maar met een klep die met knopen aan de tailleband werd vastgemaakt. De zwarte klepbroeken die we kennen van de traditionele mannendracht in Zeeland hebben grote zilveren knopen, broekstukken, om de klep vast te zetten. De klepbroek als werkkleding had gewone knopen. Maar als een visser bijvoorbeeld op de foto ging en hij had zilveren broekstukken, werd de trui omgeslagen zodat al dat mooie zilver niet uit het zicht verdween. Vaak werden over de broekspijpen laarzenkousen gedragen. Dat waren gebreide donkerblauwe kousen, dezelfde kleur als de truien. Ze werden ook rond gebreid. De kousen werden in de klompen gedragen en de broekspijpen werden in de kousen gestopt. Vooral de mensen die werkten in de mossels en oesters liepen vaak met zware manden en kisten over smalle planken boven het water. Als je broekspijpen dan in de weg zaten, zat een valpartij in een klein hoekje. Bovendien werden de pijpen niet zo nat. Daarom laarzenkousen! Bij het zoeken naar foto's van vissersin herkenbare visserstruien duikt al jaren een foto op van een groep mannen gekleed in lange jassen, de meesten met een zuidwester op hun hoofd. En iedereen weet dat dat de "redders" zijn. Hoezo, redders? Van wie? Van wat? Wanneer? Waar? Op die vragen kwam dan nooit een antwoord. Meestal zoek je je antwoorden toch veel te ver van huis. En ook in dit geval. Mijn overbuurman deed mij het verhaal, verbaasd over mijn onwetendheid. Het zijn dus de mannen die de passagiers uit de bus gehaald hebben in 1925. Toen was een pontveer over de Eendracht de verbinding tussen Tholen en West-Brabant. De bus van Krij ger kwam op 29 december 1925 terug naar Tholen. Het was heel laag water en de oprit tegen de dijk op, de aprel, was hoog en stijl. Bijna bovenop begon de bus terug te glijden. Remmen hielp niet. De bus reed schuin achteruit en plonsde CONSENT NR. 31 VOORJAAR 2015 17 Dikke bruine kiel, cassoc Engelse trui Klepbroek Laarzensokken met merkje de Eendracht in. De veerman, die op de treeplank stond om de passagiers te tellen voor de kaartjes, kon er nog net afsprin gen. Die veerman was de grootvader van mijn overbuurman. Ondanks de hulp van de direct toegestroomde mannen verdronken 7 mensen. De redders gingen later op de foto. Drie maanden eerder had de gemeente Tholen besloten dat er nu echt een brug moest komen. De plannen waren er dus al. Op 10 oktober 1928 werd de brug geopend voor het verkeer. Nu de aanleiding voor de foto bekend is, valt de kleding van de mannen op. Lange zwarte jassen, zuidwesters, niet al te lange broeken, klompen. Dat was in die tijd de normale werk kleding van vissers. De jas en broek waren gemaakt van zeil doek dat met lijnolie waterdicht gemaakt werd. De mouwen en de kraag werden hard en schuurden dan over polsen en hals. Daar kreeg je uitslag van. Een hele band over je polsen en nek. Soms grote steenpuisten. Mouw- en kraagvreters noem den ze dat. Een nogal pijnlijke zaak. Maar niet veel aan te doen, behalve een trui met een hoge boord of een handdoek om je nek. Lange mouwen aan je trui had niet veel nut want bij het Jacobus Siereveld. Arnemuidse visser De redders

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2015 | | pagina 9