Dg Hollandse boot
Kruiwagen van de binnenduinse vaart?
Inleiding
c T
Ontwerp en bouw
22 CONSENT NR. 33 VOORJAAR
JelleJoosse
Niet lang na de uitvinding van het wiel zal de kruiwagen
wel bedacht zijn. Nog steeds wordt deze een-wieler volop
gebruikt. Een verbluffend nuttig en weid verspreid stuk
gereedschap! We beweren niet dat de Hollandse Boot kort
daarna is ontstaan. Dat was wel even later. Maar als werkboot
heeft ze ook overal nuttig gebruik gevonden. En haar basis
vorm is zeker ook oud. De opgegraven Romeinse schepen
bij Zwammerdam uit de tweede eeuw tonen al de ruime,
platte bodem, die zich omhoog buigt aan beide uiteinden.
Een vrachtscheepje, zonder kiel- en stevenbalken dat zich liet
roeien, bomen, jagen en zeilen.
Parlevinker J. Kersten in zijn Boot Kersten was Sparwinkelier
uit Stampersgat; in de bietentijd ging hij met zijn roeiboot de
schepen langs, die op hun losbeurt bij de suikerfabriek lagen te
wachten, (tekening Jan Neef- uit: Een veger wind, Koppejan Heimig)
Sinds die tijd is dit aaktype, met de omhoog gebogen einden,
heve's genaamd, niet meer weggeweest van onze wateren.
Thedo Fruithof1 noemt een schilderij van Corne.lis Claeszn
van Wieringen (1580-1633) waarop een duidelijke herken
baar - want tegen een dijk opgetrokken - exemplaar van de
Hollandse Boot is te zien. Ook op latere schilderijen van onder
andere Ludolf Bakhuizen (1630-1708) zijn ze regelmatig afge
beeld. In ieder geval is de Hollandse Boot al volop in gebruik
tegen het begin van de negentiende eeuw.
In ruim anderhalve eeuw zal dat gebruik alleen maar toene
men, in aantal, in geografische verspreiding, en in verspreiding
over sectoren van de binnenlandse vaart. Je kan het type met
recht de meest gebouwde Nederlandse platbodem noemen.
Tot dat.... plotseling, als bij toverslag, de Boten tussen 1950 en
1960 van het water verdwenen. En evenzeer verbazingwek
kend, geen haan die er naar kraaide! (afb. 2)
Middenpagina
'Grachtenparade' in Hollandse Boten door de verzamelde
binnenvaart schippers, Brouwersgracht, Amsterdam, 1931 Het
protest betreft de ministeriele verordening, die schippers verplicht
werkelozen in te huren voor het laden en lossen, teneinde de
werkeloosheid te verlichten. We kunnen het zelf wel, zo zeggen
de schippers, dan verdienen we tenminste nog iets!
(coll. Fotodocumentatiecentrum Amsterdam)
Bijna geen haan! In Sliedrecht heeft de werf Nieuwendorp
het volgehouden tot in de jaren tachtig. Daarnaast waren er
een aantal initiatieven en publicaties in de afgelopen halve
eeuw, die getracht hebben de belangstelling te doen herle
ven. Veelal waren het artikelen die vooral de variaties in de
vorm en uitvoering tussen Boten van verschillende sectoren,
landstreken en werven benadrukten. De driedelige serie van
de hand van Maurice Kaak in de Spiegel der Zeilvaart springt
eruit als bron van informatie.2 Binnen een drietal sectoren zijn
er lofwaardige initiatieven geweest het type te laten herleven
in staal: binnenvaart (Henk Bos, Landelijke Vereniging Behoud
Historisch Bedrijfsvaartuig), pleziervaart (Jan Kooijman, Kooij-
man de Vries), en in hout: visserij (Gerrit Zomer, Stichting
Behoud Hoogaars). Een aantal particulieren slagen er in hun
Zwammerdamschip
(tekening Archeon)
De benamingHollandse Boot'.
Het type is vernoemd naar het gebied waar zij ontstaan is en
het meest gebouwd is, namelijk Zuid Holland. Dat werd vaker
gedaan. Denk bijvoorbeeld aan een Groningersloep of een
Brabandertje. Variaties op de Hollandse Boot kregen soms ook
weer een lokale aanduiding, zoals Doesburger ofSliedrechte-
naar. In Zeeland werd de benaming niet gebruikt: de toevoe
ging Hollands had hier een negatieve bijklank. De hoogaars
was het schip; daarachter hangt de 'boot'of de 'sloep'. In het
artikel zullen we steeds de benaming 'Boot'gebruiken.
v
Een heel gewoon plaatje tot in de jaren vijftig: een onooglijk,
zwart geteerd bootje bij een sluiskolkje in de Biesbos.
(foto Charles Breyer, ca 1939)
Bij de helling van Nieuwendorp ca. 1970 (coll. Gerrit van Driel)
CONSENT NR. 33 VOORJAAR 2017 23
Links een Boot met spiegeltje, rechts de uitvoering
met achterheve (foto Wim van den Berge)
oude Boot in de vaart te houden. Bij de historische model
bouw zijn prachtige modellen geproduceerd door Maurice
Kaak, Han Reijnhout en anderen. Het Baggermuseum toont de
geconserveerde Sliedrechtenaar 'Zoef', oorspronkelijk van de
werf van Nieuwendorp. (afb. 3)
Broertje en zusje, maarzeker geen tweeling! Links de 'Twee
Gebroeders', Sliedrechtenaar en rechts 'Botje', Zeeuws model,
beiden zonder spiegel, (foto Gep Engier)
Voorkomende verschillen: Rozetten of Rozebouten: van buiten
naar binnen gestoken smeedijzeren pennen, door berghout,
bovenboord en knie om met nagels door de gaatjes de doften
vast te zetten en het dwarsverband te versterken.
(schets Gerrit van Driel)
En onlangs de restauraties van de Twee Gebroeders' en de
'Butes' door Willem Hamelink en zijn ploeg van de SBH op de
Historische scheepswerf Meerman te Arnemuiden. Maar het
algemeen belang van deze Boten voor alle sectoren van de
binnenlandse vaart gedurende de afgelopen eeuwen kwam
zelden aan bod.
Om deze reden is er in 2015 door een groepje enthousiaste
lingen van de Werf Meerman een tentoonstelling ingericht,
die deze omissie, in hun ogen, moest rechtzetten. Al bij de
opening bleek het doel aan te slaan. Enthousiaste bezoekers
reageerden met aanvullende informatie en beeldmateriaal.
Dit artikel is een neerslag van de opzet van de tentoonstelling
en de vracht van daarop volgende informatie die we nadien
kregen.
Het basismodel kenmerkt zich door de platte bodem met
de twee heve's. De lengte varieert tussen 4,5 en 7 meter. De
Boten in de twintigste eeuw waren doorgaans toegerust met
een halve autoband op de boeg, een niet bijzonder scheepse,
maar wel een heel effectieve oplossing voor twee problemen:
het voorkwam het inwateren van de kopse kant van de heve,
maar bood tevens bescherming tegen schade als gevolg van
aanvaringen. Effectiever dan genageld blik! De Boot was door
gaans gemaakt van eikenhout, het vlak en de boorden duims