mÈm
Tot slot
28 CONSENT NR. 33 VOORJAAR
Werfje in de Zalmhaven, Rot
terdam. (foto Wim Brusse, 1939) Nü
gedempt, binnenkort verrijst hier
een woontoren van 217 meter.
Dit is geen boegseren!
coll. Koninklijke Roeiers Vereniging
Eendracht
coll. Koninklijke Roeiers Vereniging Eendracht
Boegserendejonge vrouw (coll. Gerritvan Drie!)
Havendiensten.
In alle havens groot of klein trof men Hollandse Boten aan.
In grotere havens vaak met een specifieke functie, bij allerlei
havendiensten. We belichten er twee.
Allereerst noemen we de parlevinkers. Daar waar veel binnen
vaarders langskwamen of enige tijd afmeerden gingen (wal)
kruideniers per boot hun waren aanbieden aan de schippers
vrouwen. De Hollandse Boot was populair onder de parlevin
kers door de stabiliteit, de ruimte binnenboord voor de koop
waar en de wendbaarheid (afb. 1, 29)
Een heel bijzondere havendienst was die van de Roeiers. Zo
is er in Rotterdam aan de Waalhaven de eigen haven van de
"Koninklijke Roeiers Vereniging Eendracht". Vanaf de oprich
ting in 1895 tot aan 1955 werd er door de leden met Hollandse
Boten gewerkt. Pas daarna werd de vloot geheel gemotori
seerd. Hun taak is het hanteren van de trossen bij het afme
ren en ontmeren van de grote zeeschepen. Zwaar en risicovol
werk op alle uren van de dag in elk seizoen, (afb. 30,31)
De Boten van de havendiensten hadden verplicht zoge
naamde blokbanden op het boeisel geschilderd: zwart-wit
voor de Roeiers, groen-wit voor de parlevinkers, rood-wit
voor opkopers van overbodige spullen en groen-wit met een
blauwe baan eronder voor de peterolie-leurders Deze maatre
gel moest identificatie vereenvoudigen, om zo diefstal in de
havens tegen te gaan.
Zeilende binnenvaart.
Op al onze wateren heeft de Boot furore gemaakt als bijboot
voor de zeilende binnenvaart. Kijk op schilderijen uit de 19e
eeuw, of op oude foto's tot na de grote motorisering (ca. 1935
voltooid), en je ziet de keuze van de schippers! Elk type bijboot
is geschikt voor het overzetten van mensen en kleingoed en
klein onderhoud aan de romp. Maar voor moeilijker werk, zoals
manoeuvreren in lastige situaties, dan had je toch echt een
Hollandse Boot nodig.
Eén zo'n lastige situatie is het wegkomen van lagerwal. Als het
schip aan de kant ligt waar de wind naar toe waait, kan ze niet
weg op de zeilen. Dan heb je de Boot nodig! Anker en lange
tros aan boord nemen van de Boot, het eind aan het schip
vast. Daarna zo ver mogelijk naar buiten roeien, tegen de wind
in, en dan het anker laten vallen. Dan het schip van lager wal af
trekken door de tros met de lier binnen te draaien. De anker
lier is daarvoor uitgerust met verhaalkoppen. Als het schip ver
genoeg van lagerwal is kunnen de zeilen gehesen worden, in
de hoop dat het schip snel genoeg vaart maakt om niet weer
terug te verlijeren. (afb. 32)
Boegseren, het schip (opzij) trekken met de Boot, was wel
één van de belangrijkste manoeuvres. Doorgaans wordt de
sleeplijn vastgeknoopt aan de middelste doft van de Boot. Zo
behoud deze zijn wendbaarheid. Een aantal situaties die om
boegseren vragen:
- koershouden bij voorstrooms varen en geen wind, wegtrek
ken bij kribben op de rivier, in de sterkste stroming blijven.
- afslaan naar ander vaarwater, vooral bij geen wind en voor
strooms.
CONSENT NR. 33 VOORJAAR 2017 29
De 'Levant', een Kooijman de Vries
Boot met vereenvoudigde tuigage
(foto fam. Houkema, Kampen)
Aken, klippers en
Hollandse Boten
(documentatie Werf
Meerman)
De 'Butes'met
mooie zeeg en
fraaie roerkop
(foto Gep Engler)
- bij kunstwerken, bij voorbeeld een vaste brug bij weinig
wind en geen stroom tegen: schipper laat al varende het
zeil vallen en strijkt de mast op de lier, zijn vrouw en grotere
kinderen gaan in de Boot aan de riemen. Zo glijdt het schip
gecontroleerd onder de brug en tussen de pijlers door.
Direct na de brug hijst de schipper het zaakje opnieuw,
terwijl vrouw en kinderen weer aan boord komen, om hun
eerdere bezigheden weer op te pakken.
- Vooral grotere, volgeladen, binnenvaartschepen hadden,
bij weinig wind hulp nodig om de kop om te krijgen bij het
overstag gaan.
- Kleinere ongeladen schepen konden bij geen wind en geen
stroom tegen, wel korte tijd gesleept worden, (afb. 33)
Na de motorisering was de Boot niet meer nodig als hulpmid
del bij manoeuvres. Een kleine boot voor schip-wal commu
nicatie volstond. Liefst ook nog één, die opgehangen kon
worden in de davits (ophangbeugels bij het achterdek). Slepen
kost nu eenmaal extra gasolie. Zo verdween bij de binnenvaart
de houten Hollandse Boot gaandeweg uit beeld.
Pleziervaart.
Tijdens wachtperiodes bij de binnenvaart of tijdens de vrije
tijd van de vissers was er volop ruimte voor spelevaren met
de Hollandse Boten. Maar alleen voor recreatief gebruik
gebouwde Boten zijn er niet veel. De werf van Kooiman de
Vries, gespecialiseerd in stalen platbodem jachten, ontwierp er
een, compleet met kluiver en spriettopzeil. Er zijn er een zeven
tal gebouwd, (afb. 34)
De 'Butes' is een ongewoon kleine houten Hollandse Boot,
met jolige vormen, en ornamenten ter verfraaiing. Zij lijkt een
uitzondering te zijn. Op moment van schrijven in restauratie.
We zijn benieuwd naar haar zeileigenschappen! (afb. 35)
Het langdurige intensieve gebruik van de Hollandse Boot
gedurende anderhalve eeuw in zoveel sectoren mag wel een
unicum heten. Ik daag de lezer uit om eens opnieuw te kijken
naar zijn of haar oude schilderijen en foto's uit deze periode
met de vaart als onderwerp. Misschien wel op tachtig procent
ontdekt u nu ook Hollandse Boten!
Met dank aan de tentoonstellingsploeg: Wim van den Berge,
Gerrit van Driel, Lieven Kusse, Henk Meijer en Gerrit Zomer,
evenals aan de velen die ons zo hulpvaardig voorzien hebben
van informatie en beelden over de Hollandse Boot.
Belangrijkste literatuur.
1Thedo Fruithof e.a. Kleine Houten Vaartuigen.
Evers, Almere. 1998
2. Maurice Kaak. De Hollandse Boot, 3 afleveringen.
Spiegel der Zeilvaart, nrs. 1, 2 en 3, jaargang 1993