Herinneringen aan Kees Schot,
visser en kunstschilder in Tholen
34 CONSENT NR. 33 VOORJAAR
"Echt zo'n tafereeltje was het 's-avonds bij ons thuis. Moeder
aan de ene kant van de tafel met een breiwerk, vader aan de
andere kant aan het schilderen. Op de tafel een ezeltje met het
schilderij er op. Zijn schilderspullen er omheen uitgestald. Het
palet in zijn hand. De lamp er boven."
Elly, zijn dochter, wordt er nog steeds heel tevreden van. Zo'n
mooie herinnering. Aan een schilderende vader. Aan Kees
Schot.
Kees Schot was mosselvisser van beroep. Cornelis Johannes
Schot, in 1913 geboren als jongste zoon van mosselvisser Arie
Jacob Schot. Arie Jacob was schipper op de hengst TH 21 Elisa
beth Jozina.
Kees ging bij zijn vader in het bedrijf werken. In 1938 trouwde
hij met Johanna Martina Bijl. Zij kwam zelf niet uit een vissers
familie. Het echtpaar ging wonen in de Hofstraat, op nummer
16. Het waren geen makkelijke tijden. Maar ze kwamen de
problemen te boven en in 1949 nam Kees samen met zijn
broers Daan en Simon het bedrijf van vader over. In 1950 bleken
de mossels aangetast door een parasiet. De mossels moes
ten geruimd worden tot en met Schiermonnikoog. Terwijl
de nieuwe mossels groeiden visten ze op ansjovis, op bliek,
vingen pijlstaartroggen als bijvangst, leurden met garnalen. Er
Bonnie Joosse
kwamen betere tijden en in 1953 kocht Kees, weer samen met
zijn broers Daan en Simon, de motorkotter TH 4. Kees werd
de schipper. Later opgevolgd door Arie Schot, een neef. Kees
bleef vissen tot hij 65 was. Na zijn pensioen kwam zijn zoon
Arie, die uit de zeevisserij kwam; in zijn plaats aan boord. De TH
4 is nu nog steeds in de familie. Weliswaar in 1967 overvaren in
het Brabants Vaarwater, maar gelicht en verbreed en verlengd
weer in gebruik genomen.
Kees Schot was niet alleen mosselvisser. Hij was ook kunstschil
der. Toen hij zo'n jaar of 14, 15 was verbrandde hij zijn been
en voet. Het duurde heel lang voordat hij weer genezen was.
Hij kon altijd al goed tekenen maar in die tijd is hij serieus
begonnen met tekenen en schetsen. Op papier. De volgende
stap was schilderen. Met olieverf op hardboardpaneeltjes.
En dan vernis er over. Zijn neef Huib Cornelisse, bracht van
zijn diensttijd in Nederlands-lndië lege rijstbaaltjes mee. Met
opdruk. Kees bewerkte de baaltjes tot schilderslinnen en zette
ze met punaises op zelfgemaakte raampjes vast. Het werden
zijn eerste schilderijen op linnen. Later kocht hij de ramen,
compleet bespannen met doek.
Hij schilderde schepen. Platbodems, kotters, traditioneel en
modern. Schepen op zee en schepen in de haven. En luchten,
want de lucht hoort bij de zee. Hij schilderde ook op bestelling.
Voor de prijs van het linnen. Bij een nieuw schip hoorde een
schilderij van Kees Schot. Voor de lijst moesten de opdrachtge
vers meestal zelfzorgen.
Zijn zoon Piet was uitbater van Hotel Restaurant Hof van
Holland aan de Kaaij in Tholen. Het restaurant daar hangt nog
steeds vol met schilderijen van de hand van Kees.
Maar niet alleen schepen kwamen op zijn doeken terecht. Ook
stillevens met bloemen en de Minneputterstraat in Tholen.
CONSENT NR. 33 VOORJAAR 2017 35
Landschappen van plaatjes. Voor de dominee die afscheid
nam schilderde hij de Grote Kerk. Ook bekende werken zoals
het meisje met de paarlen oorring, schilderde hij na. Als er
getrouwd werd hoorde daar een schilderij van Kees bij.
Dat hij een slechte slaper was en vaak al om 4 uur in de
ochtend wakker was kwam zijn productie alleen ten goede.
Hij schilderde dan in het "klein kamertje" boven.
Hij schilderde niet alleen op doek. Ook grote nog niet gegla
zuurde witte borden bleken een prachtige ondergrond te zijn.
Voor de bazar van Vrouwenvereniging van de kerk maakte hij
in Sint-Jacobsschelpen schilderijtjes van varende platbodems.
Gaatje er in boren, touwtje er door. Op de Braderie in Tholen
verkochten de kleinkinderen deze miniaturen ook.
Ook voor het schilderen van het nummer op de schepen
werd hij vaak gevraagd. En Elly en haar broer Arie zijn het er
over eens dat hij dat het mooiste kon van iedereen in Tholen.
Staand in een bootje of hangend over de rand van het schip,
het boeitje, kwam het consentnummer dan te voorschijn.
Toen de schepen van staal werden gebeurde dat niet meer,
het nummer werd er opgelast. Jammer!
Bij zijn zoon Arie staan nog scheepsmodellen. Een helemaal
zelf gemaakte van een visserschip. De TH 4 natuurlijk. En
modellen uit een bouwdoos, zoals de VL 75 en de Zwarte Zee.
Op zijn 64e haalde hij zijn rijbewijs. Toen hij een jaar later met
pensioen ging gaf hem dat veel bewegingsvrijheid. Zoals heel
vroeg in de ochtend zeekraal snijden. En naar Rotterdam om
schilders benodigdheden te kopen. En lijsten uit te zoeken.
Hij overleed in 2004. Zijn kinderen hebben veel van zijn werk
in huis hangen. Ze zijn trots op hem. Op de schilder, op de
visserman. Op de man die zoveel belangstelling had voor zijn
omgeving. Een fijne man.