Wat er wildj acht in Zeeland. Dat er in Zeeland op robben gejaagd werd is in Consent al eens uitgebreid aan de orde gekomen. Dat er op waterwild gejaagd werd is wat minder bekend. Voor een deel komt dat omdat dit veel door buitenlanders gebeurde. We vertellen hier het verhaal van twee Engelsen die vanuit Veere door heel Zeeland en zelfs door heel Nederland jaagden. Een verhaal van twee Engelsen en veel Zeeuwen 28 CONSENT NR. 34 VOORJAAR 2018 Jan Paul Loeff Het verhaal begint echter ergens anders, in een ander inte ressegebied van uw auteur, namelijk het verzamelen van wapens. Een paar jaar geleden besloot de eigenaar van een mooi Engels jachtgeweer van Cogswell Harrison bij die, nog steeds bestaande, firma na te vragen voor wie het wapen nu eigenlijk gemaakt was. Tegen een bedrag wil die firma met alle liefde in hun ledgers' duiken en de aanvrager een certi ficaat verschaffen met de oorspronkelijke eigenaar, de datum van verkoop en de oorspronkelijke uitvoering van het geweer. Die eigenaar, Ard van der Steur, besloot dit te doen omdat hij er wel nieuwsgierig naar was. Uit zo'n verzoek komt soms een hele interessante oorspronkelijke eigenaar tevoorschijn. Zo ook dit keer want de eigenaar bleek één van die onderne mende Britten te zijn die er voor zorgde dat Engeland tot de Tweede Wereldoorlog het machtigste land op de wereld was. Zijn naam...Hugh Leybourne Popham, zijn activiteiten...diverse ontwikkelingen op spoorgebied in Siberië, allerlei handelscon necties en als belangrijkste passie zowel watersport als het jagen en bestuderen van waterwild. Een heel erg interessante man dus en Ard schreef er een inte ressant artikel over dat hij aanbood aan het blad, 'Wapenfei ten' van de Vereniging van Nederlandse Wapenverzame laars (VNW). Uw auteur is daar de hoofdredacteur van en aanvaardde het artikel met graagte. Bij het doorlezen ervan kwam naar voren dat Popham, samen met een andere Engels man genaamd Pike, vanuit Veere jaagde en hier ook langere tijd verbleef. Enfin, het blad 'naar bed gebracht' zoals het sturen naar de drukker genoemd wordt op een donderdag avond. De volgende ochtend kwam ik hier in Veere de zoon van de lokale herbergier tegen. Johan van Cranenburgh is weliswaar niet betrokken bij Nederlands oudste herberg, de Campveersche Toren, maar weet wel van alles over de geschiedenis ervan. Ik schoot hem aan met de vraag: 'zijn er gastenboeken van de Toren van voor de oorlog?' Popham is namelijk in 1943 gestorven en dus alleen voor de oorlog in Veere geweest. Zijn antwoord met opgetrokken wenkbrauwen: 'Hoezo?' 'Ik zoek gegevens van een Engelsman die vanuit Veere gejaagd heeft' verklaarde ik me nader. Tot mijn verbazing was de volgende vraag: 'toch niet Popham?' Ja... wel Popham. Wat was nu het geval, Johan had van zijn vader, een actief jager, een munitiekistje geërfd met in het leer op de deksel de naam Popham. Zo'n kistje was een luxe artikel van eikenhout met leer overtrokken en een mooi afgewerkte binnenkant. Een duur ding dus en zeker geen weggooiartikel. Naast de naam op de deksel was het ook nog eens aan de binnenzijde voorzien van het label van diezelfde geweerma ker Cogswell Harrison. Gastenboeken waren er niet maar dit was nog veel leuker! De ontmoeting kwam precies op het juiste moment. Ik leende het kistje (in het Engels een Cartridge Magazine genaamd) en maakte er snel foto's van. Die achter de kopij van Wapenfeiten aangestuurd om als PS bij het artikel opgenomen te worden. Dat lukte wonderwel maar er was nog een toeval. De week erna zat ik als voorzitter van diezelfde vereniging VNW in een zeer uitgebreide vergadering over de Wapenwet met, het toen nog 2e Kamerlid, Ard van der Steur als voorzitter. Dat is een vergadering met een man of veertig dus ik zag wel aanko men dat de voorzitter aanspreken na de vergadering moeilijk zou zijn. Ik had dus een envelop met foto en verklaring bij me gestoken. Die gaf ik hem na de vergadering met als commen taar: 'Dit is voor straks, thuis. Ik denk dat u het leuk zult vinden'. Nou, dat klopte want ik had binnen een uur een e-mail, een sms en een gemist telefoongesprek. Uiteraard eindigde de Magazine bij Ard thuis naast het geweer waar het ooit voor diende en samen zijn we verder gaan spitten in de geschiede nis van deze ondernemende Brit. Uit al dat onderzoek kwam een heel verhaal van onderne mende Britten, Veerse jagers, Veerse hoogaarzen en schok kers naar voren en avonturen op onze toen nog onbedorven CONSENT NR. 34 VOORJAAR 2018 29 Hugh Leybourne Popham Het geweer waar het verhaal mee begon op het certificaat van Cogswell Harrison prachtige wateren. Ard speurde nazaten van Hugh Popham op en bezocht ze in Engeland. Zelf vond ik Lex Minneboo, de (achterkleinzoon van de jagers van Veere, die enorm veel van zijn grootvader en overgrootvader kon vertellen. De familie Popham leende ons hun familiefotoalbum en daar komen de meeste foto's die u hier ziet uit. Foto's die ons de VE 13 laten zien zoals die toen was. Die VE13 is de huidige YE36 en dat maakt het verhaal nog bijzonderder. Verder foto's van de bootjes, gun punts genaamd, waarmee de werkelijke waterwildjacht bedreven werd. Het waren een soort kanoachtige vaartuigjes die geroeid, gewrikt geped deld of gezeild werden. Unieke foto's van vaartuigen op de Zeeuwse wateren die niet vaak getoond worden. Ik gebruik hier de term 'punt' omdat ik er geen goede Nederlandse naam voorweet. Alles bij elkaar leidde het tot het volgende verhaal. We laten 'fictief' Hugh Leybourne Popham aan het woord met een realistische beschrijving van waterwildjagen op het Veerse Gat: Geposeerd 'wat vogels zouden zien'met op de achtergrond de hoogaars BH7

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2018 | | pagina 15