September 2010, de veerman uit Mariekerke 32 CONSENT NR. 35 VOORJAAR 2019 Schemering. Zicht op Mariekerke vanaf "de Haak", de bocht in de Schelde vanaf het Koningsrek naar TScheer. Een vracht scheepje nog op zeil maar verderop een sleepboot; zwarte rookwolken werden toen ook op het doek aangebracht (Romain Steppe, 1859- 1927) "De bovenvissers varen om de twee dagen naar huis. De bene- denvissers vertrekken maandags en keren vrijdags of zater dags naar huis. Gedurende de week brengen zij hun vangsten meestal naar Antwerpen. Het leven aan boord. Op deze botenmeest bemand met drie personenwordt zeer hard gewerktbijzonder deze die met het sleepnet vissen. Steeds zijn deze mensen nat. Hebben zij gedaan met slepenkorven of haken lichten en zij hebben de gelegenheid wat te rusten zijn zij verplicht steeds in de open lucht te blijven. Bij regen en wind zitten zij achter een zeildoek te schuilen bij een vuur bestaande uit een oude emmer waarin kolen worden gestookt en waarop koffie wordt gekookt. Door de rook van dit open vuur zitten zij zo zwaar gerookt als moren en terwijl zij hun lichaam van voor kunnen verwarmen hebben zij koud aan de rug. Om te slapen liggen zij in het kleine vooronder, nog slechter dan haringen in een kas (ton), want deze liggen nog uitge strekt terwijl er twee van de drie mannen met ingetrokken knieën moeten liggen bij gebrek aan plaats. Nooit gekookt eten bij gebrek aan vuur en tijd. Ik veronderstel dat deze soort vissers het slechtste leven hadden van al de vissers die er bestaan. Niettegenstaande het harde leven schenen die vissers allen gezonde en sterke kerels te zijn. Door de vervuiling van het Scheldewater was deze vissersvloot zodanig geslonken dat er nog slechts een vijftal dezer in 1939 in het bedrijf waren". Tijdens de tweede wereldoorlog werd het Scheldewater wat "schoner" omdat fabrieken moesten sluiten en nam ook de visstand weer toe. Volgens een jaarverslag uit 1942 dat Verg- auwen maakte waren er toen vijf benedenvissers en negen bovenvissers. Er waren dus weer meer vissers uit Mariekerke die hun oude beroep opnamen. Vissers moesten hun scheepje laten registreren in het visserij- register. De vissers uit Mariekerke hadden een visserijnummer dat begon met de letter "M" met daarachter een cijfer. Eigen aardig genoeg hadden vissers uit Meerdonk, nu temidden van polders gelegen, ook een registratie die begon met een "M". Vergauwen maakte in 1944 ook nog een lijst op van vissers die tussen Antwerpen en de Nederlandse grens visten. Daarop staan er 8 uit Mariekerke, 3 uit Antwerpen, 3 uit Doel, 2 uit Kallo en 1 uit respectievelijk Rupelmonde, Melsele en St.-Amands. We varen weer met enkele hengsten en andere klassieke sche pen naar Baasrode. Voorbij Temse wordt die Schelde steeds mooier met als hoogtepunten aan bakboord die schilderach tige zichten op Mariekerke en St.-Amands met hun karakte ristieke kerkjes. Het silhouet van die dorpjes, gezien vanaf het water of van de overkant is sinds 1900 nauwelijks veranderd. Alleen: de dijken zijn verhoogd; gevolg van het Sigmaplan. Maar dat kerkje van Mariekerke kan je nog steeds duidelijk zien want dat ligt op een hoogte. Er liggen weer tientallen schepen aan de steiger en er is als vanouds veel belangstelling want er kunnen ook vaartochtjes gemaakt worden. Het clubhuis van de plaatselijke watersport club draait op volle toeren met hapjes en drankjes. Toevallig vang ik een gesprek op. Ronny, de veerman uit Mariekerke vertelt iemand dat zijn grootvader ooit een hengst had. Later ga ik daar op in en vraag hem daar wat meer over te vertellen. AR 2019 33 Zicht op Mariekerke van op 't Land. Links voorbij de bocht het Koningsrek. Rechts de veerman. (B De Pooter 1952) Ronny zijn grootvader, Joannes Van Hemelrijk (1896-1969), is geboren eind jaren 1800. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtten zijn ouders naar Engeland, waar nog een broertje geboren werd. Hij was toen achttien jaar. Terug in België kocht Johannes een hengst. Daar is officieel nog een document van: het schip werd in Nederland aangekocht voor 1200 gulden. En hij deed het omgekeerde van wat de Zeeuwse vissers deden. Hij importeerde mosselen. Zijn schip was dus ook niet geregi streerd in het visserijregister, en had ook geen consent (een vergunning om op de Zeeuwse wateren te mogen vissen). Hij voer met zijn hengst naar Yerseke, kocht daar mosselen en voer met zijn schip terug naar Mariekerke. De mosselen werden verkocht of geleurd tot op de Dender, helemaal tot in Overboelare voorbij Geraardsbergen, tegen de taalgrens. Een soort winkelschip dus, en de vaste ligplaats moet aan de overkant van Mariekerke zijn geweest zoals op het schilderij. Zelf woonde hij in het dorp. De vissers uit Mariekerke hadden meestal een bijnaam. Johannes heette in de volksmond Peter Wets, dus niet Bibike d'n Hollander zoals in het verhaal van Richard Dewachter. Hij importeerde dus mosselen. En het is zeer wel mogelijk dat hij die kocht in juten zakken, die met de bijboot naar Mariekerke en andere plaatsen werden overgezet. En dat kan dan weer verklaren waarom zijn schip gedekt was. Een dek beschermt ook tegen de zon, waardoor het ruim en de lading koel bleven. Zijn zoon werd later veerman in Mariekerke, een beroep dat zijn zoon Ronny nu overgenomen heeft. Vandaag zijn die (voet- fiets) veren moderne schepen die aan alle eisen van de hedendaagse tijd voldoen. Maar vroeger werd er gewoon met houten boten geroeidop vaste tijden, ongeacht de stroom. Het was boeiend deze geschiedenis, eigenlijk heel toevallig bij elkaar te krijgen. Er was wel degelijk een hengst met thuishaven Mariekerke. Dit wordt bevestigd door het schilderij: ik kan me niet voor stellen dat een schilder als Haeghebaert een schilderij maakte zonder "model" (in dit geval die hengst). Dan de roman van Richard Dewachter, die "Bibieke d'n Hollan der" met zijn hengst vernoemt, een van de figuren in zijn verhaal. (Bibieke is een verzonnen naam evenals zijn andere figuren). En dan is er natuurlijk de overlevering in de familie Van Hemel rijk en het feit van de aankoopakte van die hengst. Zeeuwse vissers voerden mosselen uit naar België. Johannes (bijnaam Peter Wets) voerde ze in naar Mariekerke en verder, de Dender op. Dit lijkt ongebruikelijk, hoewel, als gevolg van de vervuiling verminderende visvangst op de Schelde, impor teerden vissers uit Mariekerke en Baasrode ook paling uit Nederland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2019 | | pagina 17