Dg vroegere werf Moed en Trouw een maquette. Franke Lok Evolutie De maquette Modellen Info Boekje 34 CONSENT NR. 35 VOORJAAR 2019 In 1830 kregen vissers en vrachtvaarders van Graauw, Zeeuws-Vlaanderen, wegens een steeds verzandende haven toestemming naar Paal te verhuizen. Daar was een diepere geul met een walkant waaraan gemeerd, geladen en gelost kon worden. Een simpele bedoening toen, nog steeds slibrijk, een paar palen - en nog geen kade - vormden de enige aanlegmogelijkheid tegen een wat hoger gelegen oever. Een kade werd er pas in 1865 gebouwd. Een eeuw eerder trokken leden van de familie Verhaas van Oost-Vlaanderen naar Zeeuws-Vlaanderen. Ene Francises Verhaas deed in 1799 in de gemeente Hontenisse aangifte van de geboorte van zijn zoon Jan Francies. De familienaam werd ingeschreven als Veras, bij volgende geslachten werd dat genoteerd als Verras. Jan Francies overleed in 1842, 43 jaar oud en scheepstimmerman van beroep. Dat was bij de scheepswerf van De Klerk, toen nog in Stoppeldijkveer (een buurtschap in de gemeenten Terneuzen en Hulst). Zoon Pieter Veras (1823 - 1909), was ook ooit werkzaam bij die werf maar startte in 1865 zijn eigen bedrijf in Paal. In 1867 werd bij de notaris de officiële akte getekend en werd er op een nieuw verworven terrein aan de kreek begonnen met de bouw van een loods en hellingen, de werf Moed en Trouw. Er kwam ook een woonhuis bij, deels uitgebaat als herberg, genaamd "In het zicht der Schelde". Voor zover kan worden nagegaan was er in het begin maar weinig nieuwbouw: er was natuurlijk de concurrerende werf van De Klerk waar men gewend was om heen te gaan. Het moet eerder een werf zijn geweest voor reparaties voor de schepen uit Paal en uit het dubbeldorp Kieldrecht (B)/ De Kauter - het Nederlandse gedeelte van Kieldrecht - later omgedoopt tot Nieuw-Namen. Vier generaties bleef de werf bestaan. Na Pieter kwam Johan nes, dan Petrus en uiteindelijk de broers Julien, Remy en Phielbert, alle drie werkzaam op de werf. Begin jaren zeventig werden de terreinen van de werf ontei gend: in het kader van de Deltawerken moest de dijk er verhoogd worden. Een noodzakelijke sluiting dus. Remy verhuisde naar Walsoorden waar hij o.a. prachtig zelf ontworpen hoogaarsjachten bouwde samen met zijn zoon Michiel. Adrie Verras, zoon van Julien, nam samen met een compagnon de werf Reimerswaal te Hansweert over. Ook die werf moest er wegens een dijkverhoging deels verdwijnen maar kon worden verder gezet aan de andere kant van de sluis, aan het Kanaal door Zuid-Beveland. Later kwam er nog een uitbreiding in Vlissingen. Eind jaren 1800 kwamen er meer en meer opdrachten voor nieuwbouw. Vooral van vissers uit Breskens. Eigenaardig: van helemaal de andere kant van Zeeuws-Vlaanderen. En het betrof allemaal de bouw van hoogaarsen, ook gebruikt voor visvangst op zee. Later kwamen er ook opdrachten van vissers uit Oost-Vlaanderen (B) en oost Zeeuws-Vlaanderen. Vooral vissers van de linkeroever van de Schelde waren de voornaam ste opdrachtgevers. Die bestelden grotendeels hengsten, bestemd voor visvangst op de Schelde en in de zijkreken die er toen nog waren. Voorbij de Braakman, die Zeeuws-Vlaan deren als het ware in tweeën deelde, werden geen hengsten gebruikt. Al die schepen werden door de Verrassen gebouwd in die loods uit 1867. In de loop van de tijd werden er grotere schepen gebouwd, andere types zoals kotters, en er was een tijd dat die zeilende schepen ook gemotoriseerd werden. De nieuwbouwschepen waren van hout; pas in 1947 werd "in het ijzer" gegaan: het bouwen van stalen schepen. De loods werd tijdens de februaristorm van 1953 dusdanig beschadigd (er beukten een aantal schepen tegenaan) dat ze moest worden afgebroken. Over die loods was indertijd goed nagedacht: een gelijkvloers waar schepen in- of uit het water konden via de hellingen. Een verdieping waar ook kleinere scheepjes werden gebouwd. En een zolderverdieping voor opslag. Zoals bijvoorbeeld riet dat gestookt kon worden om planken te krommen. De maquette is identiek nagebouwd. Alle spanten, balken en planken staan op de juiste plaats. Maar er is meer: ook gereed schappen, zaagstelling, hellingen, de spuisluis (om het slib weg te spoelen), de kraan om het hout te lossen.En natuur lijk staan er ook schepen op de helling. Phielbert Verras, vierde generatie na de oprichting van de werf, begon na zijn pensionering, zoals velen van zijn fami lieleden, met het bouwen van scheepsmodellen die ooit op Moed en Trouw gebouwd zijn. Maar zo'n twaalf jaar geleden begon hij ook die oude loods na te bouwen. Reden voor mij om hem eens af en toe te bezoeken en de vorderingen te bekijken. En zo kwamen de gesprekken los over hoe het er vroeger aan toe ging. Vaak was het overlevering van hetgeen hij van zijn vader en grootvader gehoord had. Je was er altijd welkom: echtgenote Eugenie had voor de koffie gezorgd en er was de zelfgebakken cake van Phielbert. Samen met die verhalen en artikels uit publicaties (o.a. uit dit tijdschrift) en opzoekingswerk van particulieren lukte het toch ook om terug te keren naar die jaren van vroeger. Zo was er ooit, van 1899 tot 1905, een tweede werf Verras te Paal (waar in 1902 de nog steeds varende hengst D'n Bruinen gebouwd werd), iets wat Phielbert onbekend was. De werf is er niet meer. Maar "In het zicht der Schelde" is er nog en je kan er nog steeds voor een maaltijd terecht. Echter: voor het zicht op de Schelde met je nu wel die hoge deltadijk over. De laatste jaren werd Phielbert voor de afwerking bijgestaan door de Vlaming Nick Moerman, een modelbouwer uit Oost-Vlaanderen. Het is de bedoeling dat de maquette (zo'n 2x2 meter!) vanaf komende zomer zal worden tentoongesteld in het Bezoe kerscentrum Saeftinghe te Emmadorp, op zo'n 4 km van Paal. Momenteel wordt er nog gezocht naar financiële middelen om een degelijke beschermkast (tegen "grijpgrage handjes") te voorzien. Bezoekerscentrum Saeftinghe te Emmadorp: tel:+31 114 633 110 bcsaeftinghe@hetzeeuwselandschap.nl de geschiedenis van de werf in Paal, doorspekt met diverse anekdotes, wordt beschreven in een boekje (verschijnt zomer 2019) en zal o.a. te koop worden aangeboden in het bezoekerscentrum).

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2019 | | pagina 18