S 8 CONSENT NR. 35 VOORJAAR 2019 Monsholt aan het roer Het is mooi te weten om welke reden een schip wordt aange kocht, het is ook interessant te achterhalen waarom het van de hand gedaan wordt. Ook hierover geeft Janneke de Koster uitsluitsel: "In de periode dat mijn vader de hoogaars had, zijn mijn ouders gescheiden. Het schip is door hem verkocht omdat zijn tweede echtgenote niets aan het zeilen vond en eigenlijk niet mee wilde." Een bekend verhaal, evenals het vervolg: "Hij kocht toen een motorjacht waar hij zelf niet veel plezier aan beleefde." Don de Koster verkoopt het schip in 1954 aan de heer Beckering, werkzaam bij de firma Smit Slikkerveer. Over de periode 1954 tot en met 1959 is zeer weinig bekend, noch omtrent de Remcoline, noch over de eigenaar Herman Willem Beckering. We weten dat hij de naam Atalante aan het schip gaf. Daar houdt het ongeveer mee op. De volgende eigenaar, Sicco Mansholt deelt later, in een brief aan Greetje Eecen-Schermerhorn mee dat hij het schip van Beckering gekocht had - voor 20.000 gulden - en dat ook die 'node afstand kon doen' van de hoogaars. Ikzelf vermoed dat aan dat afscheid nog een wrang kantje zat, hoewel directe gegevens daarover ontbreken. Mansholt koopt de Atalante van Beckering op 12 oktober 1959. Op 19 november van datzelfde jaar, dus nog geen anderhalve maand later, overlijdt Beckering. De man is dan 57 jaar oud. Is het denkbaar dat Beckering, gezien zijn gezondheidssitua tie, min of meer gedwongen was het schip van de hand te doen? Het lijkt erop. De informatie komt pas weer los over de periode na 1959, als Sicco Mansholt eigenaar is van óeAtalante. Hij schrijft ook over de plek waar hij de hoogaars aantrof: "in een loods in Warmond." Sicco schrijft in een brief, gedateerd 24 augustus 1978 over de periode 'broers Van Tijen' en vervolgt dan met: "Daarna is het schip gekocht door De Koster. Broer van het huidige eerste Kamerlid Hans de Koster (oud-Minister van Defensie) en toenmaals eigenaar van de meelfabriek "De Sleutels" in Leiden. Daarna gekocht door de heer Beckering." En elders in dezelfde brief schrijft Mansholt nog: "Ik meen dat De Koster het schip Atalante heeft gedoopt." Aad Eecen, eigenaar van de Atalante van 1974-2014 houdt het erop dat Beckering de naam Atalante heeft ingevoerd. Na de Van Tijens, Don de Koster en Beckering, komt de Atalante in handen van Sicco Mansholt. Over de situatie uit dat tijdvak kunnen we hem het beste zelf aan het woord laten. In de hierboven genoemde brief van 24 augustus 1978 aan Greetje Eecen-Schermerhorn schrijft hij: "We waren erg gehecht aan het schip en hebben er heel veel plezier van gehad." Mansholt koesterde een grote passie voor het schip. Dat blijkt ook wel uit de fictieve 'advertentie' die door het gezin van Mansholt werd samengesteld, als ironische weergave van zijn bemoeienis met de hoogaars, ten opzichte van zijn betrok kenheid bij zijn gezin: Enige en algemene kennisgeving. v Getrouwd: Sicco L. Mansholt En Atalante Hoogaars Géén receptie wegens voortdurende afwezigheid. Toekomstig adres: Sardinië In plaats van kaarten. De familie bezat een vakantiehuis op Sardinië. De gehele familie Mansholt was betrokken bij de Atalante. Op talloze foto's staan Sicco's echtgenote, zijn dochter Theda en zijn zoon Jan afgebeeld. Jan werd trouwens ook ingeschakeld bij het onderhoud, zoals blijkt uit een ontroe ren de brief aan de firma Van Duivendijk, gedateerd 17 juli 1967: "In de haast om de bus te halen ben ik vergeten nog even te bespreken wat er nog aan de Atalante moest gebeuren behalve het laken schuurwerk. Mijn vader heeft dit jaar CONSENT NR. 35 VOORJAAR 2019 9 niet veel tijd voor de boot, dus zal ik maar als spreekbuis optreden." Jan informeert dan naar de reparatiemogelijkheden van drie patrijspoorten, het ruitje van de koekoek, de klauw van de gaffel, een pikhaak. En hij besluit: "Dan heb ik nog vergeten te zeggen dat er bij het aanbren gen van de onderwaterverf aan gedacht moet worden dat het element van de dieptemeter schoon moet blijven. Ik hoop dat ik niet te laat ben. Wanneer het lukt komen vader en ik a.s. vrijdagavond aan boord om hem in het weekeinde naar Breskens te zeilen. Tot ziens Jan Mansholt". Mansholt meldt dat hij aan het interieur behoorlijk veel veran derd heeft: "We hadden een gezin van zes personen en dus besloot ik tot ombouw. Dat heb ik zelf gedaan in onze Brusselse tijd. Het schip lag 's winters in de jachthaven van BRYC (Brussels Royal Yachtclub) bij Laken en 's zomers in Breskens." Mansholt meldt nog dat hij het houtsnijwerk in de kajuit gemaakt heeft gedurende de drukke jaren in Brussel als gees telijke ontspanning en hij besluit zijn brief met: "Schiet me te binnen: Helmstok is nieuw en ook de zwaar den, gemaakt door Simon van Duivendijk, uit prachtig eikenhout dat hij speciaal voor me bewaard had. Ze zijn belangrijk groter dan de oorspronkelijke. In verband met het grotere tuig hebben we de mast gestaagd. Oorspron kelijk stond de mast "los." In 1972 verkoopt Mansholt het schip aan de heer Aakster. Directe informatie van hem over deze transactie, of schrif telijke bronnen van Aakster ontbreken, maar de zoon van Aakster, Jenne, schrijft in 2015 een kort artikel dat geplaatst is op de website van de SSRP, Stichting Stamboek Ronde- en Platbodemjachten: "Mijn familie heeft het schip maar kort in eigendom gehad. We hebben groot onderhoud uit laten voeren bij de Drie Duivendijkers, die zich nooit aan de afgesproken prijs hielden." Nogal een uitspraak, lijkt me. En Jenne Aakster vervolgt: "Een fijn scheepje, een snelle zeiler. We hebben scherpe jachten vaak het nakijken gegeven." En over de vorige eigenaar, en over het schip nog: "Mansholt was een goede zeiler, met feeling. 'Je moet het schip voelen', zei hij tegen mij, en inderdaad: de Atalante leefde onder je voetend En Mansholt zelf heeft ook nog het een en ander mee te delen over het schip en over zijn zeilcapaciteiten: "Varen in rond- en platbodemjachten is echt zeilen. Totaal verschillend van de moderne zeilerij. Je speelt met je zeil, de stand van de gaffel en de broek en natuurlijk je zwaard. Eén van de belangrijkste punten. Met het zwaard laatje je schip zeilen zodat je je roer er niet bij nodig hebt. De Hoogaars kon zeilen op het zwaard. Je trok 't wat naar voren of naar achter. Het zwaard was 3,60 meter lang; dat betekent datje ook bijna zo diep steekt. Daar zeilde je op. Met name aan de wind speelde je met je zwaard. Het schip liep er mijlen op door. Ik had er geen lieren op. Alles deed ik met het derde handje. En dan ook je fok en kluiver. De stand ervan is belangrijk. Zet je je kluiver voor op de boom of meer naar achter. Het gaat om de spleetwerking; die moetje regelen. Ronde- en platbodems, dat is hét varen. Ik zeilde met de hoogaars vanuit Breskens. Op een foto uit 1960 zie je nog waar we lagen. In de vissershaven. Een jachthaven was er nog niet. Het Breskens van nu herken je niet meer terug. Neem ook Veere, dat was leuk in die tijd, open, stromend water. Het was meer kustzeilen wat we deden. Zeeuwse wateren, Oosterschelde, Westerschelde. Niet zo vaak op het IJssel- meer al staat een foto van het schip wel in het boek van Huitema terwijl we op het Hoornse Hop varen. Ik ben boer geweest in de Wieringermeer, ik hou van de polder, maar ik ben toch geen liefhebber van het IJsselmeer en ook de Markerwaard hoeft voor mij niet. Het is erg jammer dat die dijken daar zijn aangelegd. Op het IJsselmeer loopt het schip minder goed op door die kortere golfslag." Tot zover de grote meester zelf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2019 | | pagina 5