Van kajak tot kempenaar Over de avonturen van Spaarndamse jongens in de Zeeuwse (en Vlaamse) scheepsbouw. 4 CONSENT NR. 36 VOORJAAR 2020 Een zeilvletje in aanbouw voor een opdrachtgever. (Balkengat, Middelburg, 1933) JelleJoosse De kinderen Visser zijn geboren in de eerste vijftien jaren van de twintigste eeuw in het ouderlijk huis aan de oever van de Mooie Nel. Vanuit je bed, hup de plomp in. Later natuurlijk fascinatie voor alles wat drijft. Ze zijn met zijn nege nen, twee meisjes, zeven jongens. Hun namen zijn Piet, Cor, Ali, Gerrit, Rietje, Chris, Nol, Siebe en ten slotte de jongste, Freddy Visser. De fascinatie voor drijvende zaken heeft bij ten minste vier kinderen geleid tot een min of meer nautische beroepsuitoefening. Cor wordt kunstschilder: hij woont sinds de jaren '20 op een boeier, waarmee hij langs de Nederlandse en Engelse kust vaart. Verdient zijn brood met het schilderen van landschap pen en zeegezichten. Bij het uitbreken van de 2e Wereld oorlog zeilt hij net langs de Engelse oostkust. Enige tijd later meldt hij zich bij de regering in ballingschap met het verzoek om met zijn beroep te mogen helpen bij de oorlogsinspan ning. Zo wordt hij een van de vier War Artists, die de opdracht krijgen het leven aan het front vast te leggen en portretten te maken van belangrijke personen. Van het eerste komt niet veel terecht vanwege het gevaar voor de kunstenaars en de hoog oplopende kosten. Maar Cor zal zich vooral storten op de tweede opdracht: hij maakt portretten van Wilhelmina, Juliana, Bernhard, minister Bolkestein, minister-president CONSENT NR. 36 VOORJAAR 2020 5 Het afgewerkte zeilvletje. (Balkengat, Middelburg, 1933) De kits Corsaire. Gerbrandy en enkele hooggeplaatste militairen. Na de oorlog blijft hij in Engeland en zal in 1982 in Ipswich overlijden. Het zijn drie andere broers, Chris, Nol en Siebe waar we het verder over gaan hebben, al zijn die gegevens ook enigszins fragmentarisch. Vooral van Siebe weten we niet veel. Chris (Nol en Siebe waarschijnlijk ook) zal de ambachtsschool afmaken, richting timmeren, ongetwijfeld met mooie cijfers. Chris en zijn broers zullen later een reputatie opbouwen van voortreffelijke en veelzijdige vakmensen. In 1931 komen we hen weer tegen, maar dan ineens in Middelburg. Het hoe en waarom van de transfer naar Zeeland is onbekend. Tussen de foto's zit een prent waar Chris en Siebe bezig zijn in dienst van een bouwonderneming aan een pand, hoek Zandstraat en Domburgs Schuitvlot. Zo bouwen ze nog wat panden in het centrum van Middelburg. In hun vrije tijd zijn ze veel te vinden in de lokale jachthaven, het Balkengat. We komen fotootjes tegen van nieuw gemaakte kleine boot jes. En dan, zo blijkt, hebben ze ineens in 1934 een eigen onderneming. Van bouwvakker naar scheepsbouwer! Ze ontwerpen de Eskimo, een één-persoons kajak: op een werkponton in het Balkengat bouwen ze er één per dag. Aan het eind van de week worden de kano's afgevoerd naar België per gehuurde auto. Het warenhuis, dat ze besteld heeft, maakt er een verkoopsucces van. Enige tijd later verhuizen de broers, met ponton, naar Langerbrugge bij Gent; dan heb je niet zo'n last van moeilijk doende douanes. Intussen versiert Chris nog een baan. Mogelijk met zijn broer Cor als voorbeeld, die zo vrijelijk zwerft over de Noordzee en daarmee ook nog zijn beroep uitoefent, solliciteert Chris naar een baan als schipper op een zeegaand jacht. De kits Corsaire, zo rond de twintig meter lang, vaart onder Belgische vlag. Aan de voorste mast wappert de clubwimpel van de B.R.Y.C., de Koninklijke Jacht Club van Brussel. Tussen de stapels foto's, zaten een tiental ansichtkaarten, allen gericht aan Mevr. S. Visser, Spaarndam. Na de aanhef "Lieve Moe" verhaalt Chris zijn belevenissen op

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2020 | | pagina 3