met een gerust hart tegemoet, ondanks het gesputter van jannes. O ja, nu alleen die spannende filosofische titel nog, die weliswaar niet de lading zou dekken, maar wel veel mensen zou trekken naar zijn presentatieruimte. 'Met de benen wijd' was wat in zijn hoofd naar boven borrelde, terwijl hij dacht aan het laatste beeld dat hij de broertjes had laten maken. Jannes had de laatste weken met grote tegenzin keihard gewerkt aan zijn laatste schilderijen. "Zo verkoopt dat toch niet, ui! Nee, dat heeft niets te maken met autonomie, slechts met economie, dat is waar het om draait", had Wim geroepen en Jannes had daarop de witkwast maar weer ter hand genomen en een en ander overgeschilderd. Waar Jannes nog het meest tegenopzag was de confrontatie van zijn werk met dat van de Sprokkelhout broertjes, en rilling ging door zijn lijf en het koude zweet brak hem uit als hij daaraan dacht. Zijn ergste nachtmerries leken bewaarheid te worden. Zijn toch wel tere, zachtmoedige werken zouden verscheurd worden door dat van die ommerciële draken, niets zou overblijven van zijn ■edachtengoed en zieleroerselen. Walging bekroop bem toen hij naar zijn producten keek die morgen naar de presentatieruimte van Wim zouden erhuizen. Hij kon ze bijna niet meer verdragen. Met trillend penseel bracht hij nog een laatste streek aan. Zo moet het dan naar, zuchte hij. 3e volgende dag werden de doeken opgehaald en naar de iresentatieraimte gebracht waarna Wim met de inrichting begon. Jannes mocht zich er niet mee bemoeien en bleef landenwringend en ijsberend achter in zijn nu wat lege itelier. Hee, nu kun je lekker fröbelen aan die miniaturen van je", iad Wim nog geroepen, "Lekker vrij en autonoom! Over een jKiar dagen zie je bet resultaat wel, van de expo bedoel ik". Wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan...", vroeg de getergde annes zich af. - avond voor de opening hield hij het niet meer, en idanks dat Wim hem die dag nog gerustgesteld had door 1 te merken dat het allemaal fantastisch ging worden, 'sloot Jannes naar de presentatieruimte te gaan. s een dief in de nacht sloop hij naar de straat waar de esentatieruimte zich bevond. Deze was geheel verduisterd or de opening morgen om 11 uur. Wim hield nu eenmaal van thullingen en niets daarvan mocht vantevoren uitlekken. Binnengekomen sloeg de schrik hem om het hart: het resultaatwas nog erger dan hij had gevreesd en de toch immer rustige Jannes verviel in een enorme razernij, waarbij hij niets spaarde. De politie moest die avond tweemaal uitrukken, eenmaal naar een totaal verwoeste presentatieruimte, waar een geheel verbijsterde curator zich afvroeg hoe deze verwoesting, alsof er een bom was ontploft, in een zo korte tijd plaats had kunnen vinden. De tweede maal was met de brandweer naar een loods die in lichter laaien stond: het atelier van Jannes. Van de kunstenaar ontbrak ieder spoor en dat bleef zo. Ongeveer een maand na bet gebeurde ontving Wim een pakketje met daarin twee miniaturen en een papiertje, zonder aanhef en maar één regel tekst: 'Presentatieruimtes zijn er voor de kunstenaar en ik vaar wel en ben'.l]

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2009 | | pagina 11