De presentatieruimte Het was in de tijd van de curator dat Jannes zijn penselen in de verf doopte om ze dan met veel gebaar over het schilders doek te bewegen. "Hee, dat kan rustiger, zo wild is zo jaren 80 van de vorige eeuw. Nee, heus doe rustiger, ik wil me er niet mee bemoeien natuurlijk". Jannes zette zijn penselen in een pot met water en keek wat onzeker naar zijn galeriehouder Wim Terloops. "Maar vorige week zei u nog dat.." "Ja, dat was vorige week, eh, zo snel gaat dat nu, maar je moet vooral goed kijken en luisteren, dan weetje wat de mensen willen, kijk en dat doe ik dus, volg mijn raad dus op, ik zou er wat meer blauw bij smeren ook, blauw doet het erg goed vandaag, rood ligt er uit, te fel, te agressief, daar worden de mensen niet blij van... Blauw past ook vaak veel beter in welk interieur dan ook...". "Maar, daar ben ik helemaal niet mee bezig, het gaat me meer om de diepgang, ik wil me uitdrukken met de verf, innerlijke roersels, je weet wel, het leven en het lijden, zwart en meedo genloos, de worsteling met het doek en de verf, de materie..." "Ach jongen wat een geneuzel, wat bereik je daar nou mee... Nee, je moet goed naar me luisteren en doen wat ik zeg, dan komt 't allemaal goed. Ik denk er trouwens over jouw werk uit te spelen tegen het werk van Mickey en Andy van Sprokkelhout. Die twee geile broers met hun mesjogge objecten. Wedden dat iedereen dan op z'n kop staat? ]Die ingetogen donkere verstilde schilderijen van jou, tegenover ]die krankzinnig expressieve uitingen van hen. Is dat geen prachtig statement? Een ontmoeting van uitersten, waartussen het leven zich beweegt... Maar hou op met dat wilde gedoe... Ik weet datje het anders kunt... Anders past het niet meer in het concept. Luister, doe wat ik je vraag en ik maak je groot man". "Maar dit keer zou ik vrij zijn, mocht ik doen wat ik zelf goed vind, wat mij beweegt, mijn ding...", Jannes keek radeloos naar Wim... "De volgende keer man, dan laat ik je vrij, dan mag je je gang gaan, maar nu is het nog niet zover, eerst mijn geniale idee, man, en wat moetje nou zonder mij, de vorige keer stond je ook te shaken als een poedel in de regen en er kwam niets zinvols uit die mond van jou. Nee, luister en doe wat ik zeg, dan wordt 't great". De maanden na dit gesprek worstelde Jannes door met de verf op zijn doeken, steeds meer walgend over wat hij maakte, maar hoe depressiever hij werd en hoe zwartgalliger zijn doeken, des te enthousiaster werd Wim, die zijn idee meer en meer uit de verf zag komen en wist dat hij met de komende tentoonstelling enorm zou scoren. Hij woekerde nog wat met de titel, maar dat was een kwestie van tijd, deadlines stuwden de adrenaline in zijn aderen op en brachten zijn denken op topniveau. Wim Terloops was eigenlijk een gewone jongen, met een grote handelsgeest, die zijn voormalig bedijf in siliconen tot een beursnotering had gebracht, waarna hij het had afgestoten en op zoek was gegaan naar een nieuwe uitdaging. Dat werd netwerken, wat hij uiteraard uitstekend deed, zo goed zelfs dat hij er een paar boeken aan waagde om zijn expertise onder de mensen te brengen. Een intieme relatie met een schilderende vriendin bracht hem uiteindelijk bij de kunst en zo begon hij aan zijn galerie-avontuur. Hij hield er nu eenmaal van niets naar iets te brengen, en was dat nu niet het ultieme kunstgevoel? Eigenlijk was hij in het diepst van zijn zijn een kunstenaar, maar dan een met gevoel voor markt en zo zou hij die beeldende broeders wel helpen. Jannes was er zo een, een gevoelig tiep, briljante schilder en beeldhouwer, maar ja, op wat hij naar buiten bracht zat niemand te wachten. Daarom wilde Wim hem wel helpen in zijn presentatieruimte. Hij had al een paar tentoonstellin gen met hem gemaakt en redelijk verkocht. Natuurlijk waren dat wel de werken die hij gecoached had, als het de innerlijke roerselen van Jannes zelf waren geweest, had het nog geen stuiver opgebracht. Wim vond het daarom zeer redelijk een commissie van 60% te rekenen. Groots en meeslepend moesten de tentoonstellingen zijn, contrastrijk als het leven zelf, daarom stelde hij de werken van Jannes tentoon samen met ander veel uitbundiger werk. Dat gezeur van Jannes dat hij toch een keer graag zelf zijn tentoonstelling wilde inrichten had hij deze keer gelukkig weer kunnen afwentelen. Dat zou een tentoonstelling moeten worden met miniaturen die Jannes tussendoor fabriceerde, waarin hij helemaal opging en die hem volgens eigen zeggen het meest nabij waren. De idioot, alsof de mensheid geïnteresseerd zou zijn in iets kleins. Nee, als je kunstenaars zelf hun gang liet gaan zou het snel met ze gedaan zijn. Andy en Mickey waren in ieder geval gedweeë slaven, die deden wat hij zei en dat leverde hen behoorlijk wat succes op. Wim zag de tentoonstelling over een maand of twee dan ook met een gerust hart tegemoet, ondanks het gesputter van Jannes. O ja, nu alleen die spannende filosofische titel nog, die weliswaar niet de lading zou dekken, maar wel veel mensen zou trekken naar zijn presentatieruimte. 'Met de benen wijd' was wat in zijn hoofd naar boven borrelde, terwijl hij dacht aan het laatste beeld dat hij de broertjes had laten maken. Jannes had de laatste weken met grote tegenzin keihard gewerkt aan zijn laatste schilderijen. "Zo verkoopt dat toch niet, ui! Nee, dat heeft niets te maken met autonomie, slechts met economie, dat is waar het om draait", had Wim geroepen en Jannes had daarop de witkwast maar weer ter hand genomen en een en ander overgeschilderd. Waar Jannes nog het meest tegenopzag was de confrontatie van zijn werk met dat van de Sprokkelhout broertjes. Een rilling ging door zijn lijf en het koude zweet brak hem uit als hij daaraan dacht. Zijn ergste nachtmerries leken bewaarheid te worden. Zijn toch wel tere, zachtmoedige werken zouden verscheurd worden door dat van die commerciële draken, niets zou overblijven van zijn gedachtengoed en zieleroerselen. Walging bekroop hem toen hij naar zijn producten keek die morgen naar de presentatieruimte van Wim zouden verhuizen. Hij kon ze bijna niet meer verdragen. Met trillend penseel bracht hij nog een laatste streek aan. Zo moet het dan maar, zuchte hij. Binnengekomen sloeg de schrik hem om het hart: het resultaatwas nog erger dan hij had gevreesd en de toch immer rustige Jannes verviel in een enorme razernij, waarbij hij niets spaarde. De politie moest die avond tweemaal uitrukken, eenmaal naar een totaal verwoeste presentatieruimte, waar een geheel verbijsterde curator zich afvroeg hoe deze verwoesting, alsof er een bom was ontploft, in een zo korte tijd plaats had kunnen vinden. De tweede maal was met de brandweer naar een loods die in lichter laaien stond: het atelier van Jannes. Van de kunstenaar ontbrak ieder spoor en dat bleef zo. Ongeveer een maand na het gebeurde ontving Wim een pakketje met daarin twee miniaturen en een papiertje, zonder aanhef en maar één regel tekst: 'Presentatieruimtes zijn er voor de kunstenaar en ik vaar wel en ben'.1' De volgende dag werden de doeken opgehaald en naar de presentatieruimte gebracht waarna Wim met de inrichting begon. Jannes mocht zich er niet mee bemoeien en bleef handenwringend en ijsberend achter in zijn nu wat lege atelier. "Hee, nu kun je lekker fröbelen aan die miniaturen van je", had Wim nog geroepen, "Lekker vrij en autonoom! Over een paar dagen zie je het resultaat wel, van de expo bedoel ik". "Wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan...", vroeg de getergde Jannes zich af. De avond voor de opening hield hij het niet meer, en ondanks dat Wim hem die dag nog gerustgesteld had door op te merken dat het allemaal fantastisch ging worden, besloot Jannes naar de presentatieruimte te gaan. Als een dief in de nacht sloop hij naar de straat waar de presentatieruimte zich bevond. Deze was geheel verduisterd voor de opening morgen om 11 uur. Wim hield nu eenmaal van onthullingen en niets daarvan mocht vantevoren uitlekken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2009 | | pagina 16