THAT BITC
En kasseien
het peloton is kort: man op kop, vader, moe
en schoonmoe
de kasseistrook lang
'als ik jou was dan fietste ik in één keer door
dan zijn we nog voor het donker thuis'
harige knieën buigen een paar slappe benen naar buiten
hij slingert zijn rit rakelings langs een vrouw
die net bukte voor de pomp
de weg trilt in de woorden die hij bijna uitspuugt:
'wat maakt het uit of ik jou ben
of dat ik mij ben, dat ik altijd laat ben'
'ik ben nergens anders dan bij jou
en elk jaar een keer in St. Anna ter Muiden geweest'
'hodverdomme, ik ga helemaal stuk',
hij klaagt steen
voor het moderne verkeer zijn ze enorm hinderlijk
'die verrotte kasseien'
Plafond 1948
21 graden is een heerlijke temperatuur
voor een vrije dag in mei
maar het is te min als het samengaat
met matige regen in augustus - dat is nergens goed voor
behalve dan om te liggen en zomaar te kijken
om de ingelijste strovezel platen, de latten
en alle wit gekalkte vierkanten, te tellen
of om er tijdens het knuffelen met jou
boter - kaas - eieren op te spelen
met het kleine klapraam open en het schuivende
geluid van duiven in de goot
duiven die hun veren vrijen, zoals onze kleren tegen
elkaar
een uurtje, een uurtje maar met jou
het lijkt wel onder een lakenvergeten te strijken
alsof het plafond naar ons kijkt en gapen zou.
20 Sandra Burgers
21 Jan van den Berg
St. Anna ter
muiden