He. lintje van Louise
1 x
li
V'
In het archief van de familie Schorer bevindt zich, tussen
ce persoonlijke paperassen van Daniël Radermacher
(722-1803), een stukje zorgvuldig opgevouwen papier met
het opschrift '2. Julij. 1786.'. Als je het openvouwt liggen
daarin een stukje crème zijden lint en twee speelkaarten,
beide Harten 2. Hm... stulqe lint. Gerafeld aan beide zijden,
beetje groezelig... Rijp voor de prullenbak, zou je zo op het
eerste gezicht denken. Aan de achterkant van de twee
speelkaarten heeft Daniël Radermacher iets opgeschreven:
speelkaart 1
'Den 2. Julij 1786. was Prins Wilhem de V. de Princes
Roijal; Princes Louisse; Prins Wilhem; Prins Frederik
Van Orange en Nassau bij Ons Buijten te Poppenroeden
Xmbagt op een Concert en Collation met nog 70. Heeren'
speelkaart 2
en Dames, en wel 1000. Wande laars; wanneer Princes Louise
op mijn Orgel gespeeld heeft, zijnde dit Lindje een stukje
waar mede Haar Musicq te saamen was gebonden,
om ter gedagtenis te bewaaren.'
Ineens is het smoezelige, rafelige stukje lint niet meer rijp
voor de prullenbak, maar is het een kostbaar kleinood
geworden. Een gekoesterde herinnering aan de jonge,
lieftallige prinses die zo mooi op het orgel had gespeeld.
Eigenhandig schonk zij haar gastheer een stukje lint
waarmee haar muziek was samengebonden om dat ter
herinnering aan haar te bewaren.
Daniël Radermacher was zo verguld met het optreden en
het attente gebaar van de prinses dat hij haar op 19 juli
van datzelfde jaar een 'ldein vierkant Clavecimbeltie zijnde
een Spinetje, lang Clawier, staande op een voetje met een
Lessenaartie, en Zitbankje' cadeau deed.
In een familiearchief, zoals dat van Schorer, kunnen de
meest vreemde zaken voorkomen. Haarlokken, nagels,
(melk)tanden, kunstig gevouwen papiertjes met geheime
boodschappen, onderdelen van voorwerpen, etc. De archief
vormer heeft ze met een bepaalde reden bewaard. Soms
vinden we die reden terug in brieven, op enveloppen, op
kaartjes of in dagboeken. De reden bepaalt vaak de waarde.
Stel, ons prinsesje Amalia heeft de artistieke gaven van haar
grootmoeder geërfd en maakt tijdens een 'werkbezoek' aan
een kinderdagverblijf een prachtig boompje van klei. Ze mag
dat mee naar huis nemen, maar geeft aan de leidster van het
kinderdagverblijf een blaadje van klei dat ze van het boompje
afbreekt ter herinnering aan haar en haar bezoek. De leidster
stopt dat zorgvuldig in een enveloppe en bewaart die in het
archief van het kinderdagverblijf. Het archief wordt vele
jaren later in bewaring gegeven aan een archiefbewaarplaats.
De inventarisator treft een enveloppe aan met een stukje Hei.
Hm... stukje Hei. Rijp voor de prullenbak? Maar onder de
enveloppe ligt een briefje waarop staat dat het stukje Hei een
blaadje voorstelt en afkomstig is van een boompje dat prinses
Amalia tijdens haar bezoek aan het kinderdagverblijf heeft
gemaakt. Ineens is het stukje Hei een kostbaar Heinood
geworden.
Stukje van het zijden lint waarmee prinses Louise, dochter van
prins-stadhouder Willem V, haar muziekstukken hijeen had
gebonden. Zij schonk het aan haar gastheer mr. Daniël Radermacher
(1722-1803) nadat zij tijdens haar bezoek aan zijn buitenplaats
Poppenroede Ambacht in 1786 enkele muziekstukken ten gehore had
gebracht, 1786.
Zeeuws Archief, Archief Familie Schorer,
toegangsnummer 157,
inventarisnummer 538.
Prinses Frederica Louisa Wilhelmina (1770-1819)
was met haar ouders, prins-stadhouder Willem V
van Oranje Nassau en zijn echtgenote
Wilhelmina van Pruisen, en haar twee
broertjes, Willem Frederik
(de latere koning Willem I
der Nederlanden) en
Willem George
Frederik in 1786 op
staatsiebezoek in
Zeeland. Zij deden diverse
plaatsen aan en de meest
vooraanstaande families kregen
de eer het stadhouderlijk gezin
thuis te mogen ontvangen. Zo ook
de familie Radermacher op hun
buitenplaats Poppenroede Ambacht.
X
sJir&
X
Beste redactie.
Graag wend ik mij in deze heikele kwestie tot u, want er moet iets van mijn hart. Het is mij namelijk opgevallen dat steeds meer mensen
benamingen van kledingstukken misbruiken als scheldwoord.Ais vertegenwoordiger van de textielbranche zult u begrijpen dat ik dit niet
kan waarderen. Het gebeurt maar al te vaak dat mensen elkaar uitschelden yoor of zelfs
Alhoewel dit laatste stamt uit een tijd dat zogenaamde hippies zich met - op straat vertoonden, al dan niet
i_i Krishna-liederen zingend, zijn begrippen als en V. 5 f> i i t flï niet van de lucht. Het getuigt van
vaar wij ons als branche met afkeer tegen verzetten.Tevens maken wij bezwaar tegen het onterecht
dingstukken, zoals de plusfour en de - degelijke en serieuze kledingstukken - die ais
snobisme door het leven moeten gaan. Ook de moet hier worden genoemd. Dit betreft een
f w I. wviv «V- J U f I IVV1. "VI UVII gtliwtuiu. UIU UCII UIL CCII
jk textiel dat mensen tegen de kou beschermt, maar wordt maar al te vaak in verband gebracht met een andere betekenis,
a.^rcj voor een Duider tijdens de laatste wereldoorlog.
Ik ga er vanuit dat u als drager van de Stichting OOG rekening houdt met de gevoelens van allen die het textiel een warm hart toedragen.
Verder wens ik u veel succes met uw tijdschrift en ben overigens van mening dat de Stichting OOG een verrijkende doelstelling heeft.
Hoogachtend,
Mr. T Doek, secretaris van de Vereniging van Fabrikanten in de Textielbranche.
- JrvVï-ea S
MfCta rrt rfC K
Se
<d r KJétx, yir/r/>a.r-rX*^*^L.
£>sx.OV2 X J oöö. fjpf
Zv* CL"TSff' /XOAT %/^TÜxvyt.X alvTxJZ'SOr
r
to a s
0rrt- /a*"
t a/ï
tCscA^
z