decreet 031 juni 20101141 Ingo de Moor decreet 03 juni 2010 1151 Ellie van Wat ontbreekt Weet je liefste, Eigenlijk kun je mij niet Verlaten. Alom aanwezig Blijf ik in het gemis Van mijn hand op De deurkruk, voetstappen Op traptreden, ingehouden De adem van verwondering. Ik ben de vertrouwde stem Met ingeklonken woorden, De uitgestelde streling Van je lieve lijf. Tot elke nieuwe ochtend Blijf ik wat ontbreekt In de wens van je dromen. Plaatsen van herkenning Zucht van de wind Over grauwe stoeptegels, Langs de glimmende flanken Van geparkeerde auto's, blijft Even haperen in stervend blad Van stokoude beukenbomen. Koude ritselt in je botten; Haastig lopen als rillingen Over de rug van je hand. Plaatsen van herkenning Passeren je gezichtsveld En leven een eigen leven In onze onverdeelde herinnering. Voel je nog mijn arm Om je tedere hart en Jouw warme blik van Volkomen verstandhouding? Versteende nacht De goden hebben het veld geruimd. Gelaten staaf een madonna Onder de glazen stolp van Deze kristalheldere hemel Te wachten op de laatste verbinding. Schaduwen over het Minnewater Vluchten langs trapgevels Halsoverkop hogerop en vinden Een yeilig heenkomen In het duister van de nacht. Aan de oever staan wij En kijken tot alles wordt Onzichtbaar en zonder adem. Doorploegde akker Wolken vlagen vandaag Over het vlakke land, Berooid en lusteloos Wachtend op het scherp Van de snede. Keert het binnenste buiten En geeft geleidelijk prijs De glanzende vacht Van ingeklonken dromen. Jaarringen (of zelfportret) ik draag nog wel steeds mijn zwierig gewaad maar onder haar waan verging onverbloemd de jeugdige fleur van mijn jaren de gouden gloed verdween uit mijn huid en mijn glanzende haren mijn benen en voeten, rank, hooggehakt vertraagden haar loop in de vloed van mijn latere jaren mijn rug stilaan gekromd torst schaamte en vrees in wank'le balans over het pad van 't restant van mijn jaren alleen in mijn ogen weerspiegelt nog vrij het kind dat ik altijd bewaarde dat zwevend en licht boven de aarde getild verdween in de nevel en mist van mijn bedwelmende jonge jaren

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2010 | | pagina 32