Het onzichtbare bombardement Leed moetje niet verbeelden. Het is ongepast en bovendien pathetisch, het staat niet. Dit was een gedachte waar de hele kunstwereld het twee eeuwen geleden over eens was. Die consensus werd verstoord door de ontdekking van de Laocoöngroep: een Oudgrieks dramatisch beeld van een mythische zeeslang die drie mannen wurgt. Alles uit de Oudheid gold als goed, dus dat was een grote schok. Het leverde veel discussie op, waarna de meeste kunstenaars toch weer kozen voor de harmonie. Ze dekten de gezichten van rouwenden af, vervingen lijden door heroïek. En dat bleef zo, tot vorige eeuw Picasso-zijn Guernica schilderde en de televisie oorlogs beelden ging uitzenden. Met als gevolg dat we niet alleen wenden aan oorlogsleed, maar er zelfs compleet murw voor werden. Dus wat nu? Moet en kun je een oorlog nog verbeelden? Daarover ging de expositie 'Vlammenstad' afgelopen zomer. Het CBK Zeeland had zes kunstenaars gevraagd om een werk te maken naar aanleiding van het vergeten bombardement op Middelburg van 17 mei 1940. De burgemeester had het merendeel van de bevolking al laten evacueren toen een Duitse aanval dreigde. Na het bombardement had de brandweer onvoldoende mankracht en materieel om de branden goed te blussen. Zeshonderd panden gingen in vlammen op. Het verwoeste stads centrum is later zo grondig herbouwd datje er het verleden door zou vergeten. Vlammenstad ging tegen die vergetelheid in. Zes kunstenaars, onder wie twee Zeeuwen, werkten er om beurt elk een week. Bij de onthulling in september bleken ze de ruimte van het CBK te hebben gevuld met schilderingen van lichtflitsen, rookpluimen en donkere leegtes - onvoorstelbare drama's zijn nog steeds het beste te verbeelden door de gruwelen weg te laten. De achttiende eeuw is nog dichtbij. Dit was het achtste jaar dat het CBK in de zomer zijn expositieruimte tot atelier omtoverde, voor kunstenaars die het niet erg moeten vinden als passanten ineens binnen lopen - het blijft een publieke ruimte. Dit jaar stond Petra van Noort het meest prominent in het zicht. Pal achter de voordeur maakte zij een muurschildering over kindsoldaten, gebaseerd op recente krantenfoto's, aangevuld met echt speelgoed. Hiermee reageerde ze op een van de verhaallijnen van de theaterproductie Vlammenstad, waar de gelijknamige expositie mede op gebaseerd was. Ja, oorlog moetje verbeelden, lijkt Van Noort te zeggen. Al is het maar om kindsoldaten niet te vergeten. Ook de andere exposanten kozen geen historisch relaas. Trinette Ledelay schilderde meterslange lichtflitsen, sommige in dubbele lijnen als door vreemde lichten beschenen. Dat kan verwijzen naar de brandende stad, of naar onze waarneming die bij hoge stress met meer functioneert. In rampsituaties loopt bij mensen de hartslag op tot 200. Ze horen niets meer, zien beelden fragmentarisch, registreren kleuren niet langer. Ook psycholoog en schilder Maarten Overdijk vertaalde die onmacht in abstracties. Hij maakte een collagewand vol schaduwen en rasters - een stratenplan of een haperende herinnering vol flarden? Dat schimmige beeld, van een niet te bevatten werkelijkheid, verbeeldde de Italiaan Morcky in een schaduwspel van soldatenhelmen, geweren, rook wolken. De Zeeuwse kunstenaar Sela® deed hetzelfde door uit een zwarte hemel geen bommen te laten neerdalen maar druppels die overgaan in Zeeuwse knopjes. Misschien is dat wel de essentie van een niet te bevatten ca tastrofe: datje ogen je iets anders laten zien, om je te beschermen tegen de werkelijkheid. Voor ze het zomeratelier betrokken, bezochten de zes kunstenaars de voorstelling Vlammenstad. Na de zomer gebeurde het omgekeerde: de theaterbezoekers gingen eerst langs de expositie. Ze wandelden door de schim mige abstracties en eindigden achterin het pand bij een sculptuur van Coen Vunderink. Hij had half juli als eerste het toen nog kale atelier betrokken. Na veel denken had hij een symbool van hoop gekozen: de feniks. Zo groot en troostrijk mogelijk bouwde hij van houten latjes deze mythische vogel. Zó hoog - vier meter - dat het buiten opgesteld moest worden, met uitzicht op de Lange Jan die na de oorlog volledig heropgebouwd is. Toe passelijker kon niet. Net als de rest van de stad is het als een feniks uit de as herrezen. Leed verbeelden kan nog steeds niet, lijkt de expositie Vlammenstad te zeggen. Maar troost en denkvoer bieden, dat kan en moet. Sandra Smets (kunsthistoricus en recensent NRC Handelsblad) decreet 041 oktober 20101181 Zie voor een uitgebreider verslag [in kleur] ook Vlammenstad op de dvd. decreet 041 oktober 20101191 fAft. ISO** Mm*} Ou eev.AW.,J<if uJt] vkactf j-titr, ly/aan£xr euu^'f (cu-tcf Icuif- pLstM fcvutbf- Ujxar sfchaar viiidf hou leih \AmJtwms OV\ hjufpi 4*1

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2010 | | pagina 40