"Als je me niet
besodemietert
kan hier alles"
Afsluiting dubbelexpositie "Made in Vlissingen"
Door:Tjeu Strous
Zet een aantal Vlissingse kunstenaars bij elkaar; en ze hebben het al
gauw over Middelburg. Wat dat betreft lijkt Vlissingen op Rotterdam.
Daar hebben ze het ook altijd over Amsterdam, waarom die stad niet
deugt, waarom dat daar alles verkalkt is, waarom daar nieuwe ideeën
nauwelijks van de grond komen, waarom dat alleen gevestigde belangen
daar tellen enz., enz., enz. Slotsom is altijd dat het leven, het klimaat,
de omstandigheden in de eigen stad toch heel veel beter zijn dan in
die andere, vermaledijde gemeente. Dit noemt men dus het "second
city syndrome". De stad die zich net niet of helemaal niet de eerste
stad voelt zet zich enorm af. Bij de "first" city bestaat die behoefte
helemaal niet. In Amsterdam praten ze nooit over Rotterdam, zelfs
niet over Amsterdam zelf. In Middelburg gaat het ook nooit over
Vlissingen. Maar goed, de gespreksronde aan het eind van de twee
maanden durende manifestatie "Made in Vlissingen" is in Vlissingen en
gaat dus deels over Middelburg. Hans Overvliet, filosoof zonder graad,
kunstenaar, galerist, vat het heel compact samen: "In Middelburg gaat
het altijd over kunst, in Vlissingen ook over de kunstenaar. Middelburg
is reproductiegericht,Vlissingen probeert vooral gunstige productie-
voorwaarden te ontwikkelen".
"Het is toch opvallend", aldus de onlangs met emeritaat gegane
directeur van het Buro Beeldende Kunst Leon Riekwell,"dat wij met
één tiende van het budget van Middelburg hier tien keer zo veel voor
elkaar kregen". "Toen we met de Watertoren begonnen, zat daar een
suppoost te kleumen onder een paardendeken en moesten mensen
buitenom een plasje doen. Moet je er nu eens gaan kijken. Nu ligt er
het fantastische IK-eiland van Jan van Munster. En er is nauwelijks
overheidsgeld naar toe gegaan. Zoiets gaat natuurlijk niet van de een
op de andere dag. Daar zit een geschiedenis van fanatiek werken van
20/30 jaar tussen".
De aanwezigen zijn het er roerend over eens, Leon heeft de afgelopen
decennia niet alleen visie getoond, maar liet ook zijn handen regelmatig
wapperen. "Kijk, Leon hanteerde de drilboor net zo gemakkelijk als de
balpen of de schilderskwast. Dat zie je elders niet", merkt iemand op.
Leon: "Toen ik voorstelde om voor de reparatie van het windorgel,
een initiatief van de Stichting Nieuwe Muziek van Middelburger
Ad van 'tVeer om voor sponsoring de braderie op te gaan, merkte
Ad wanhopig op: "We zijn toch geen fanfare zeker?". Maar ik heb
doorgezet en kreeg een aantal Vlissingse bedrijven mee.Toen volgden
anderen en was het zo gepiept. Ja, daar stond Ad wel even van te
kijken. Dat kunst toch wel leeft bij het gewone volk".
Sommigen van de aanwezigen onderkennen wel het gevaar van één
centrale figuur die overal achter ging en alles in beweging heeft gezet.
Daarmee wordt het proces wel erg kwetsbaar.
Er wordt echter geopperd dat het echt niet alleen aan Leon heeft
gelegen. Het is gewoon Vlissings om dingen kordaat, zonder poespas
aan te pakken. Met rechtstreekse betrokkenheid van kunstenaars en
burgerij. In tegenstelling tot Middelburg heeft Vlissingen altijd een
lokale cultuurraad gehad. Wim Hofman heeft daar jarenlang deel