Slow down, you move too fast.
You got to make the morning last.
Just kickin' down the cobble stones,
lookin' for fun and Feelin' Groovy.
Intro
Paul Simon 'The 59th Street Bridge Song' 1966
bron: Lucebert, 'apocrief de analphabetische naam'.
In: Lucebert, verzamelde gedichten (redactie en samenstelling
Victor Schiferli). De Bezige Bij, Amsterdam 2002, p. 13-75
Ramon de Nennie
Grafiek is een belangrijke dicipline binnen de tweedimensionale
beeldende kunsten, en tegenwoordig ook bij het driedimensionale,
als je alles wat gedrukt en geprint wordt tot het grafische rekent.
Bij het vervaardigen van grafische beelden komt heel wat
techniek, vakmanschap en ambachtelijkheid om de hoek kijken
en de graficus-kunstenaar 'loves it', zoals zal blijken als u deze
decreet doorneemt. En dat komt mooi uit: dit jaar verscheen bij het
Mondriaanfonds essay 008, de Handgezaagde ziel door Cornel Bierens,
over de terugkeer van de ambachtelijkheid in de kunst en omstreken.
Het ambachtelijke moet terugkeren! Zelfs de ambachtsschool,
verpletterd door de mammoetwet in 1968, herrijst hier en daar uit
haar as, nu verwoordt als 'vakcollege'. Op het terrein van de kunsten
organiseerde Witte de With in 2011 een volgens Bierens niet
helemaal uit de verf gekomen tentoonstelling met als titel:
'Making is thinking'. Anno 2013 komen we 'Thinking Through
Making' in een folder tegen tijdens The Dutch Designweek op de
graduation-show van de Design Academy in Eindhoven.
Ambacht is hot, denken door te doen, door maken is het motto.
Praktisch bezig zijn en daarvanuit denken. Dus niet alleen meer
een waanzinnig concept uitdenken, niet alleen meer eerst broeden
op het beste idee, maar aan de slag en al werkend, al zwoegend het
denken laten groeien. Niet alleen het zaligmakende idee, maar ook
aandacht voor het vervaardigen, en al bezigzijnd het idee sturen
door de makende handen. Aandacht voor de uitvoering. Zoiets.
Natuurlijk is er een verschil tussen de ambachtelijke werker - zoals
de meubelmaker, de broodbakker - en de kunstenaar. De eersten
zijn vooral uitvoerder, de tweede zoekers, ploeteraars, vernieuwers,
uitvinders van nieuwe concepten, ideeën. Creatievelingen, zij die
buiten de kaders durven te treden. (Lees ook: Mondriaanfonds essay
007, 'Creativiteit en andere fundamentalismen.)
Het hoog in het vaandel hebben van de idee; het heilig verklaren van
het idee als zijnde het meest belangrijke in de kunst heeft ertoe
geleid dat de ambachtelijke uitvoering op een laatste plaats komt.
Je hoeft als kunstenaar geen vakman te zijn, als het idee maar
duidelijk wordt. Of je laat de uitvoering aan een ander over.
Ambachtelijkheid leidt vaak tot onaanvaardbare schoonheid,
aangeduid door dat mooie woord: kitch. Schoonheid als een belang
rijke waaide van kunst moet worden verworpen. Een kunstwerk
moet niet mooi zijn, maar schuren.
'in deze tijd heeft wat men altijd noemde schoonheid schoonheid haar
gezicht verbrand/zij troost niet meer de mensen /zij troost de larven
de reptielen de ratten maar de mens verschrikt zij en treft hem met het
besef een broodkruimel te zijn op de rok van het universum' - Lucebert
Betekent dit dat schoonheid voor eeuwig uit de kunsten moet zijn
gebannen? Is niet de tragiek van schoonheid dat zij niet is, maar
ontdekt moet worden? Zij eerst als een lelijk jong eendje moet
rondbanjeren voordat zij als prachtige zwaan onze ogen gaat strelen?
Tenminste als onze waarderende ogen daartoe bereid zijn en wij
soms moeten constateren dat dat lelijke jonge eendje op zichzelf
toch eigenlijk ook heel mooi was, mooier misschien dan de zwaan.
Zo golven we heen en weer.
Kunst en schoonheid zijn zaken die steeds weer opnieuw open
gebroken moeten en zullen worden, die steeds opnieuw moeten
worden bezien, bediscussieerd en beleden, omdat dat haar diepste
kern is, zij kan niet anders. Kunst is de zoektocht naar het schone,
- het ware, het waarachtige- de schoonheid zelf is niet haar doel.
Misschien moeten we met het herformuleren van de betekenissen
van kunst het toch dichter bij huis zoeken, dichterbij de kunst zelve.
Terug naar Bierens. De herwaardering van de ambachtelijkheid heeft
juist te maken met maatschappelijke ontwikkelingen; de tijd waarin
we leven, de meningen die we erop na houden.
Na de Tweede Wereldoorlog begint er een enorme (om)wenteling.
Eerst nog geleidelijk om op adem te komen van de verbijstering
en weder op te bouwen, maar dan in stroomversnelling van de tijd
en ruimte. De nieuwe tijd, de revolutionaire jaren 60 en 70, de wat
twijfelende jaren 80 en dan als equivalent van de industriële revolutie
van pak weg een eeuw daarvoor, de digitale revolutie medio de jaren
90. Daar waren we niet goed op voorbereid en zeker waren we niet
klaar voor de 21 eeuw, ook al vonden we alles in eerste instantie
geweldig. Zeker die GSM. De gehele wereld komt opeens binnen
rollen. We worden overspoeld door een tsunami van beelden,
geluiden, van alles. Als dat niet overbelasting leidt...
Een crisis is onafwendbaar. Ook in de kunst? Zeker ook daar,
maar de kunst heeft vele crises gekend. Toch herrijst zij iedere keer
weer uit haar as, ook alweer omdat dat haar wezen is. Omdat zij
het enige vak is dat van geen enkele zekerheid wil weten, anders
dan van de onzekerheid; zij kan het roer ten allen tijden rigoureus
omgooien, dat is haar kracht en soms ook haar zwakte.
En nu kijken zij -de kunst en haar medestanders - weer om naar het
ambachtelijke, naar de waarde van het maken. En de tijd die het
kost om tot iets te komen. Het ambachtelijke trapt op de rem van
de voortwoelende samenleving. Het ambachtelijke richt de aandacht
op liefde en toewijding, omdat het tijd kost om iets te maken, om je
iets eigen te maken. En zoals gezegd, om tijdens het maken je denken
te laten groeien, nieuwe ideeën te laten binnenkomen, met een
glimlach. Het ambachtelijke is de slow down van deze tijd.
Het ambacht is chili!
Maar wat heeft dit te doen met Grafiek, min of meer het thema van
dit alweer 12de nummer van decreet? Eigenlijk alles. De beoefening
van het grafische vakgebied wordt door de kunstenaar-graficus in
dit blad omschreven als een heerlijk ambacht, waarin men zich
geweldig kan verhezen, naast dat het zeer specifieke beelden
opwekt door de hantering van die grafische technieken.
Gegroeid uit de behoefte om beelden te vermenigvuldigen om die
daardoor breder te kunnen verspreiden, heeft zij zich ontwikkeld tot
deze dicipline met geheel eigen vrije uitdrukkingsvorm en beeldtaal.
De kunstenaar-graficus kan zich heden ten dage geheel richten op
het beeld dat hij of zij kan veroorzaken door gebruik te maken van
één van de grafische technieken. Drukpersen en printers hebben de
taakvan grote oplages overgenomen. De kleine oplage die handmatig
wordt gedrukt, is vooral nodig om tot een bestendiging van het
beeld te komen. De graficus bepaalt hoeveel goede geauthoriseerde
afdrukken er zijn en maakt dat duidelijk door te nummeren,
bijvoorbeeld 4/12. Dit wil zeggen nr 4 uit een oplage van 12. De kleine
oplage maakt Grafiek betaalbaarder dan bijvoorbeeld een schilderij.
Naast de vele cross-overs onderscheiden we 4 hoofdvormen:
- de hoogdruk - alles wat hoger ligt wordt afgedrukt
(lino en houtsnede-gravure);
- de diepdruk - alles wat lager ligt wordt afgedrukt. Eigenlijk
de meest merkwaardige techniek, omdat er in een plaat wordt
gekrast (droge naald) of in een waslaag die daarna in een zuurbad
tot lijn wordt gebeten (etsen). De plaat wordt geïnkt en
vervolgens wordt die inkt weer verwijderd, zodat alleen in de
dieper gelegen lijnen de inkt achterblijft. De inkt wordt dan
onder hoge druk door een pers op enigszins vochtig papier uit
de plaat getrokken. Het resultaat geeft een vrijere en fijnere
tekening dan de hoogdruk;
- de vlakdruk of lithografie - gebaseerd op het afstoten van vet
en water. Een ingewikkeld procédé dat mooie grijstonen oplevert,
door te tekenen op een speciale geprepareerde steen (Lithos
betekent steen). Hieruit heeft zich de offset-druk (rotatie of
vlakdruk) voor kranten, tijdschriften als dit, folders etc.
ontwikkeld;
- de doordruk of zeefdruk - een vrij moderne techniek,
ontwikkeld in de (Japanse) textielwereld en in de vorige eeuw pas
goed bij de beeldende kunst ingelijfd door met name Andy
Warhol. Het is van de vier technieken de relatief eenvoudigste,
met ook fotografische mogelijkheden. Het is de enige techniek
die geen gespiegeld beeld oplevert.
Terug nu naar het begin van dit schrijven. Bij de grafische technieken
speelt de ambachtelijkheid dus een grote rol. Je moet goed weten en
onderzoeken wat je doet, zeker als je bijvoorbeeld met meerdere
kleuren gaat drukken. Dat kost tijd, leidt tot teleurstellingen, maar
leidt ook tot verrassingen. De sensatie als je voorzichtig de afdruk
van de plaat losmaakt. Beheersing van het vakgebied is een lange
weg met vele aspecten. Een studiegenote studeerde driejaar aan
een academie in Parijs etstechnieken en dan vooral gericht op het
afdrukken. Na driejaar kreeg zij haar diploma om gecertificeerd
(oplages) te mogen afdrukken voor kunstenaars. Driejaar studie
alleen al naar inkt, plaat, pers en papier.
De ambachtelijkheid lijkt haaks te staan op waar beeldende lamst
zich op gericht heeft de laatste 50 jaar. Waar het beeld vooral gericht
is op de idee en de totstandkoming ervan minder interessant is.
Kijk bijvoorbeeld naar de schilderkunst, waar door de opkomst
van acrylverf en de geprefabriceerde en geprepareerde doeken,
de ambachtelijkheid overbodig en niet gewenst lijkt.
Het Grafische vak kan niet zonder ambachtelijkheid en de graficus is
er blij mee. Het begint al met een goede voorbereiding, bijvoorbeeld
met het prepareren van een etsplaat; het aanbrengen van een facet
rand omdat je anders door het papier heen zult gaan. Maar het gaat
vooral om liefde en aandacht, een omhelzing, die je nooit meer
loslaat. Een ongeëvenaarde wereld ontvouwt zich, een wereld waarin
je je een heel leven met hart en ziel kimt vastbijten.
Aandacht voor grafiek binnen het kunstvak ligt dicht bij de kern van
de kunst, namelijk bij die van het maken zelf. De euforie van het
beeld dat ontstaat onder je handen. Daar word je gelukkig van.
De ambachtelijkheid terug in de kunst, maar ook in de maatschappij
als rem op het voortrazen zonder bezinning of ziel, dat zal niet alleen
Cornel Bierens plezieren.