H DAS FERFLIXTE SIE HET VERVELENDE ZEVENDE JAAR Amsterdam. Zaterdag 3 januari 2015. Openbare Bibliotheek (OBA) aan het IJ, tegenover de Prins Hendrikkade ter hoogte van het Scheepvaarthuis, kunstcentrum De Appel en het laatste huis van luitenant-admiraal-generaal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (op nummer 21), waar zijn vrouw Anna van Gelder op het hoogte punt van de interne woelingen in het rampjaar 1672 werd geschoffeerd door het woedende gepeupel, die haar afwezige echtgenoot wilden vermoorden, zoals in Den Haag enkele dagen eerder met de gebroeders Cornelis en Johan de Witt daadwerkelijk was geschiedt. Ik zit hier te wachten op collega-performer Peter Baren, om af te reizen naar de provincie Zeeland. Ons doel is wederom het pittoreske havenstadje Vlissingen, alwaar we een historische bijdrage gaan leveren aan het 700-jarig bestaan der stad, niettegenstaande het feit dat door een enorme schulden last van 300 miljoen euro de stedelijke status door bestuurlijk Den Haag dreigt te worden gereduceerd tot die van dorp, voor misschien wel de komende tien jaar gefnuikt in culturele functie en infrastructuur, zoals vertegenwoordigd door de bibliotheek, het maritiem museum en expositieruimte voor beeldende kunst. Het zal een bescheiden feestje worden met veel nadruk op de oorlogsveteranen van Uncle Beach en een marine roeiwedstrijd van Rotterdam, via Vlissingen helemaal naar Londen. En de sloep krijgt de naam:Michiel de Ruyter. Los van de logische schuldvraag, die te maken heeft met het locale politiek-economische crisisverhaal (Vlissingen beslissingen vergissingen) van bezuinigen en de provinciale koppigheid om nu daadwerkelijke eens een einde te maken aan het particularisme (eigen volk eerst) van een eilandencultuur zoals dat sinds jaar en dag in het noorden ook op de Waddeneilanden bestaat, rijst de prangende vraag: wordt 2015 een nieuw rampjaar, waar helden als Michiel de Ruyter met hun aangeboren VOC-mentaliteit nodig zullen zijn om het neergaand economisch tij te keren, of is er licht aan het einde van de culturele tunnel? Op zoek naar Peter Baren, die het afgelopen jaar, zijn overzichtscatalogus: Blind Dates With the History Of Mankind/ Performances publiceerde (Uitgeverij de Zwaluw, Den Haag, 2013), is geen onbekende in het Zeeuwse. In 2007 trad hij op in de Bewaerschole, Burgh-Haamstede met een act uit zijn ARK-serie. Titel: Orphaned whisperings and other unknown pleasures. Zeven jaar eerder, in het milleniniumjaar 2000, voerden we gezamenlijk de coveroperatie Michiel de Ruyter uit, die bestond uit twee onderdelen. Eerst de act: Abbey Road to Christianity, een dag lopen van het geofysisch middelpunt van Zeeland (bij Heinkenzand) naar het centrum van de Zeeuwse macht op het Abdijplein te Middelburg. Het werd een videoperformance in de witte pij der Norbertijner monniken met twee stabij honden en twee pompoenen. Monniken zonder missie kopte de PZC. Dan, twee maanden later knallen op de Groene Boulevard te Vlissingen met de performance: Palestinian Pitfalls, waarbij Baren en ondergetekende afwisselend aan de wieken draaiden der Oranjemolen, molotov cocktails stuk smeten op het strandje vóór de muur van Altena en knielend baden bij oplaaiende zwerfvuil vuren, als betrof het boot vluchtelingen, die aandacht probeerden te trekken van passerende schepen. Een deel van de uitrusting werd gestolen door een locale jutter, die de 'Reus van Vlissingen' werd genoemd, volgens een vrouwelijke blonde getuige van 44 jaar. De reus sloeg zijn slag, nadat onze assistente Marion van Wijk door een hondenuitlater van de dijk werd gegooid, waardoor ze haar been brak en wij per taxi naar het ziekenhuis reden. Er kwam politie aan te pas. Er werd aangifte gedaan. Verder alles goed? vroeg de PZC zich af. En nu, 15 jaar later is het weer zover. Met de relatie tussen religieuze culturen is het 9/11 alleen maar erger geworden. Niet alleen in USA, maar juist en vooral in het Nabije Oosten en Europa. Tijdens het miHenniumjaar verbleef ik drie maanden in kunstenaarsinitiatief GHL Middelburg. Geloof, Hoop en Liefde, christelijke waarden in die bepaalde volgorde. Geloof was toen het centrale probleem. Hoop en liefde zouden dan de oplossing moeten zijn. Maar het pakte anders uit. Hoop werd de bodem ingeslagen door toenemend radicalisering van jongere jihad-generaties. In NL 2004 door de moord op Theo van Gogh. Liefde voor een multiculturele Europese maatschappij taande ook in bijvoorbeeld Frankrijk als de bekende sneeuw voor de zon. Zomer 2007 werd ik door de toenmalige coördinator beeldende kunst Leon Riekwell gevraagd een expositie te maken over het fenomeen De Ruyter (1607-1676) ter afsluiting van het 400ste herdenkingjaar. De onderzoeksvraag was: kon de kunst nieuwe perspectieven openen en antwoorden geven op de oude behoefte aan heldenverering? Daartoe werd gaststudio 4 in de Willem 3 kazerne volledig omgebouwd voor de ervaring van een letterlijke reis. Dalstar nodigde met zijn project R =/T uit tot een visuele ontdekkingstocht door het hoofd van Michiel de Ruyter (R). Centraal daarin stond het speuren naar de werkelijke identiteit van deze zeeheld en wie was Trouhand (T)? Waarom sprak De Ruyter met regelmaat over GOD WIL HET? Wat waren de diepere beweeg redenen? De formule R T lees: er is geen thee) slaat op de drie zogenaamde thee-oorlogen tegen Engeland, eerst onder Cromwell later onder Karei II. Het ging in die engelse oorlog niet alleen om het monopolie op de thee-handel rut het verre Oosten, maar om andere koloniale waren, als koffie, specerijen, slaven en het principiële punt van wie de zee eigenlijk helemaal was, dus wie als eerste de vlag diende te strijken in met name het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk. Trouhand (T) was de bijnaam van Michiel de Ruyter rut zijn kaperstijd (1625-1652) in Vlissingen, waar hij werd geboren. De Ruyter werd in 1652 door de Staten- Generaal in Den Haag naar Amsterdam geroepen als commanderend vlootvoogd, waar hij de rest van zijn leven bleef wonen. De ironie van het historische lot wilde dat ik in 2000 van Amsterdam naar Vlissingen verhuisde, waar ik tot op heden werk en woon. e nieuwe

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2015 | | pagina 29