In de zomer en herfst van 2007 was in NL de economie nog booming. Ik maakte een show, een zogenaamde interactieve- installatie, gebaseerd op een mentalistisch idee: welke info zit waar en hoe, wanneer en waarom op een bepaald moment in je hoofd? Hoe vult die materie aan herinnering de mentale ruimte binnen een schedel. De white cube met drie ramen waardoor helder daglicht naar binnenstroomde was mijn Vermeer-ruimte, het interieur waar de kunstenaar zijn geënsceneerde werken Het ontstaan. Maar tevens bevond de toeschouwer zich in het hoofd van Michiel de Ruyter, dat gevuld was met biografische materiaal uit de 17de eeuw: zeeslagen, ontsnappingen, huwelijken, gebruiksvoorwerpen, wapens, Hchaamsdelen, vlaggen, kleding, zoals een zwart teeshirt met rode opdruk: GOD WIL HET. Het bouwmateriaal van de show bestond behalve uit verf en doek vooral uit gerecyclede elementen, die ik op straat had gevonden. GOD WIL HET is een fundamentaHstische theologische tekst, te vergelijken met INSHALLAH uit de Islam. De strekking vap die uitsprak is, dat God aan de kant van de spreker staat. Dit propo- sitionele gehalte (de content) is bedoeld om extra gewicht en ernst aan begeleidende daden of mogehjke oorlogshandelingen te geven. De diepere beweegredenen van De Ruyter in dit verband waren zoveel mogelijk zeeslagen te winnen en de vijand maximale schade toe te brengen, dan wel verhezen zoveel mogehjk te beperken. In een interview met Nico Out ging ik dieper in op het rampjaar 1672, toen het een haartje scheelde, of NL had niet meer bestaan en was opgedeeld in drie stukken tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland. Dan hadden we, bij wijze van spreken, in Vlissingen nu Frans gesproken. Michiel de Ruyter behield tijdens de beroemde zeeslagen van Solebay juni 1672) en Schooneveld (juni 1673) het offensief overwicht op zee aan de westkant van NL. Aan de oostkant was het tijdens de jaarwisseling 1672/73, toen het tijdens de kerst dagen zwaar ging vriezen, kantje boord geweest aan de frontlijn der Hollandse Waterlinie bij Woerden, waar de Franse cavalerie klaar stond om naar Den Haag te rijden. NL bestond even alleen maar als de westkant van de huidige randstad. Peanuts NL. De rest was bezet door Franse en Duitse legers. Echter ging het op oud jaarsdag nom de dieu dooien, waardoor ook aan de oostkant het directe gevaar leek te wijken. Op de vraag waarom de 200.000 man Franse troepen, die een halfjaar eerder bij Maastricht NL waren binnen gemarcheerd, zich vanuit Utrecht terugtrokken op de Maas, is nooit een duidehjk historisch antwoord gegeven, behalve dan dat het een gril betrof van de Zonnekoning Louis Quatorze, die het afschuwelijk toeven vond in het kikkerlandje en terug verlangde naar het luxueuze Parijs met aHe geneugten van dien. Aan Nico Out verklapte ik een wel bewaard staatsgeheim, waarop mijn vroegere hoogleraar Herman Bianchi tijdens zijn onderzoek in de Temple te Parijs voor zijn beroemde boek: BasismodeHen in de criminologie 1980, Boom, Meppel) stuitte. Maarschalk Turenne, zoon van Elizabeth (1577-1642) die weer een dochter was van Willem de Zwijger, zou in Utrecht een partijtje schaak hebben gespeeld met de filosoof Spinoza, die speciaal voor deze geheim te houden missie, in een gebhndeerd koetsje vanuit Rijnsburg door de linies bij Woerden was gehaald. Zou Turenne hebben gewonnen, dan had Spinoza toegezegd professor filosofie te zullen worden aan de Sorbonne Universiteit te Parijs. Won echter Spinoza, dan zou hij naar Rijnsburg terugkeren en de Franse troepen trokken terug op Maastricht. Dat was de deal. II Op zoek naar de nieuwe Michiel anno 2014 vroeg offiz-manager Kelly Verbeem van het Zeeuws Maritiem Museum (MuZEEum) in Vlissingen mij medio augustus 2014 mee te doen aan een NIEUWE show over Michiel de Ruyter. Op zoek naar de nieuwe michiel. Wat zou ik nog kunnen toevoegen aan de Vlissingse zeeheld uit de zeventiende eeuw, waarover je in i960 op de openbare lagere school Het Bolwerk (nu popcentrum) te Sneek, het watersportcentrum van Friesland en omstreken, tot vervelens toe de oren werd gewassen. Het begon met de serie zeehelden uit de nazitij d in de postzegel verzameling. Daarna kwam Vlissinger Michiel-de-jongensheld, in de stichtelijke boekjes van uitgeverij Kluitman tussen Pietje Bell uit Rotterdam en Dik Trom uit Oudewater - waar ook de jeugdserie Swiebertje werd opgenomen - te staan. Als 10 jarige jongen zat ik op een doopsgezinde zondagschool, waar leuke spelletjes werden gespeeld om bijvoorbeeld de Val van de Muren van Jericho uit te beelden in een mix van zakdoekje leggen en stoelendans. Ik ontpopte mij als brave volgeling der dominee, die als kerst corsage op de generale repetitie twee klein formaat kerstballen op zijn revers droeg en vervolgens bij het zetten van de piek op de top van de kerstboom van de hoge trap viel en landde op de rehng van de ouderhngenbank met beide ballen ieder aan een kant. De juffrouwen zagen de bui hangen en gelasten de repetitie af. Einde oefening. Naar aanleiding van de kerstpreek de volgende dag noteerde ik in mijn dagboek: de dominee praatte met hoge stem maar besteedde er verder geen aandacht aan. Na de preek werd immers het kerstspel opgevoerd, waarbij ik de rol van Maria vertolkte in een wijde lange jurk van mijn moeder met het elastiek gesnoerd om de hals en het kindeke popjezus op de arm. Waarom geen meisje de rol van maria had willen spelen, was me ontgaan. Achteraf begreep ik waarom. Bij het bestijgen van de drie treden naar kerststal op het altaar struikelde ik vanwege de zenuwen over de zoom van mijn sleepjurk en wist nog juist popjezus met een wijde zwaai in het wiegje te doen belanden. Er ging een zucht van verlichting van de eerste rijen door de kerk naar achteren. Langzaam stond ik op. Dat moment veranderde mijn leven. Ik kreeg uit handen van de dominee mijn kerstkado: Vlissinger Michiel uitgereikt, dat ik dezelfde avond nog uitlas. Even had ik het gevoel ook een beetje held van de dag te zijn. Bij de tienjarige Michiel ging het vooral om de durfal die in de kerk toren van Sint Jacob klom, toen het hoogste gebouw in de stad, waar sinds tot aan de 80 jarige oorlog van heinde en verre pelgrims kwamen om hun stempel te halen voor de lange tocht naar Santiago de Compostella in Galicië, Spanje. Maar in 1617, het laatste jaar van het 12 jarig bestand, toen michiel buitenom naar de top klom, zetelden er de contra-remonstranten, de dogmatische oranjeklanten met vooral aanhang in de kleine burgerij. Er is een prent uit de 18de eeuw, heel klein in de expositie aanwezig, waarop je de verontrustte Vlissingse burgers in ontzetting naar het trots wuivende kind ziet wijzenhelemaal boven op de toren, waar hij zich nonchalant met één hand aan vast houdt. Perfect op zijn gemak, als klom hij in het scheepswant. Het beeld klopt. Michiel wilde de zee zien. Hij was klaar met school. De reder Lampsins, woonachtig in het pand aan de Nieuwedijk, dat in 2000 het gerestaureerde maritiem MuZEEum zou worden, hoorde het verhaal van de klimpartij en bood Michiel meteen een baantje aan op zijn touwslagerij. Zeven jaar later in 1625, op een strafexpeditie naar San Sebastian, de Spaanse badplaats in Baskenland, vlak over de Franse grens, is het weer raak. Samen met Bouwen Ewouts en twee andere jongelingen ontsnapt Michiel uit de gevangenis van Hondaribia waarin hij na een mislukt bombardement samen met 40 andere VHssingse kapers werd opgesloten. De truc lukt omdat een diepe waterput, die als w.c. wordt gebruikt, in open verbinding met de zee blijkt te staan. Begin oktober 2000, reis ik er naar toe via Hendaye, de Franse grensplaats. De gevangenis van Hondaribia ligt aan een kleine inham, waar de grensrivier Irun in uitmondt. Het is een fluitje van een cent, maar zeer out of the box voor die tijd. Het overgrote merendeel der gevangen oudere Vhssinger mannen bhjft liever in de bak zitten om te wachten tot het losgeld is betaald. September 2013, en route naar Portugal, overnacht ik weer in Hendaye bij een collega, de schrijver Josse de Haan. Ditmaal ben ik in gezelschap van Caroline Nevejan, verbonden aan T.U. Delft, faculteit Participatory Systems Analysis, faculteit Technology, Management Communication, die me vroeg om te promoveren op een thesis omtrent de condities, waaronder een out-of-the-box positie wordt geaccepteerd dan wel afgewezen. Misschien had ik het niet moeten doen, maar ik zei meteen ja. Josse de Haan wist te vertellen dat op een naburig landgoed paarden werden gefokt, die dienst hadden gedaan voor de postroute over het strand van Les Landes naar Bordeaux en zo verder naar Nantes en LaRochelle. Ik wist genoeg. Zo was de Ruyter dus thuisgekomen naar Vlissingen. Als paardendief! De nieuwe Michiel. een handige klimmer. Eengewiekste cowboy. De context: de maritieme geschiedenis van de stad vhssingen, die in 2015 700 jaar bestaat. Why not? Dus zei ik zonder blikken of blozen ja tegen Kelly Verbeem. Op dat moment zat ik een maand in Friesland in de buurt van Herenveen op een scheepswerf. Stage lopen bij het opkalefateren van een zeilboot voor een Amsterdamse opdrachtgeefster.

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2015 | | pagina 30