Bij wijze van voorwoord Ah Mon Capitaine, oh mon amour! Over woelige zeeën komt zij toch immer weer aan op haar Kinderdijk, duikt zij onmid- delijk haar haven, haar keldertje in om tot rust te komen, om bij te komen van haar avonturen, zich te bezinnen en zich te laven aan de beelden die daar op dat moment aanwezig zijn, als een liefdevol welkom verzorgd door haar bootsman en stuurman in willekeurige volgorde: Kees en Harry. Een glimlach krult om haar lippen en dan geeft zij zich over aan een diepe, vredige slaap in deze veilige thuishaven waar ze maar even blijft, tot omstuimige luchten haar wegtrekken naar onbekende einders. In zo een diepe slaap gedompeld hebben Kees en Harry haar ooit gevonden, Kees het eerst, want hij woonde er al een tijdje boven, maar algauw ook Harry en zij werden verliefd en hoe. Ook zij waren in een zalige slaap gedompeld, nadat zij grootse daden hadden verricht. MAS" hadden zij opgericht in een Gravenstraat en daarin onder gebracht g h I" het genootschap waarin veel te genieten viel, met name van de vaak imposante en spectaculaire tentoonschouwingen en het happy hour elke vrijdagavond, gehangen rond dat barretje achterin de gang met dat knalrode koelkastje waarop in zwarte lettertjes de naamduiding. En er werd ontmoet en er werd gepraat en er werd gediscussieerd en er werd gedronken en er werd veel gedronken en er werden projecten bedacht, zwarte films gedraaid en catalogus/catalogus werd gemaakt en er werd ook gerookt, maar het was een sfeer van samenhangen en natuurlijk houdt dat eens op. Niet eens zo duidelijk wanneer en waarom of het zou over geld moeten gaan en ouder worden. En er was eens een Nissenproject waarin Kees en Harry (respectievelijk alias Cornelis en Alphonsius) zich zalig verklaarden en een bedevaartsplaats creëerden bij de nieuwe kerk - voor wie het weet... En misschien was voor hen hiermee de kous af, hielden zij het voor gezien - zij hadden genoeg gedaan, hun sporen verdiend, wellicht - en geef ze eens ongelijk. De zaligheden gingen ieder huns weegs, waarbij er één heer van Ellemeet werd, maar dat is een ander verhaal. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, wordt beweerd, en soms is er een verdwaalde Capitaine nodig die zo mooi is, dat ze wel wakker gekust moet worden en die dan met een wakkere lach de koers uitzet: recht het roer, met volle kracht vooruit! Die dan uitvaart, omdat zij de wereld wil zien, maar telkens weer terugkomt en dan de zweep laat knallen en buldert: "Verbaas mij! Laat zien wat gezien moet, dan weet ik dat jullie mij liefhebben, dan kom ik telkens weerom! Want zo ook heb ik jullie lief! Geloof me: daar in dat ondergrondse, daar drijft het ware boven!" En zo brengt zij een beetje geloof, hoop en liefde in de verstopte sifon Middelburg en Zeeland.'" En wordt er weer samengehangen en gedronken en... Ah, Mon Capitaine, muze en grote liefde! [RdN, januari 2016] "Middelburgse Atelier Stichting "geloof hoop liefde '"Onlangs won Mon Capitaine de eerste Gouden Ontstopper

Tijdschriftenbank Zeeland

Decreet | 2016 | | pagina 2