JU
De humuslaag biedt een perspectief
(Leon Riekwell - projectcoördinator Underdog buro Kunst&Markt- secretaris Art House Zeeland)
Humus of teelaarde is het traag afbreekbare deel
van organische stof in de bodem. Het gaat hierbij
om dood materiaal, van plantaardige en in
mindere mate van dierlijke oorsprong (uitwerp
selen van bodemfauna), waarbij de specifieke
celstructuur van de oorspronkelijke bestanddelen
door eerdere biologische afbraak reeds verloren is
gegaan. Dit gehomogeniseerde karakter onder
scheidt humus van de strooisel laag (Wikipedia).
De beschrijving van humus of teelaarde is in mijn
beleving een metafoor voor het kunstklimaat in
Zeeland.
Het sluit naadloos aan op het project
Kijk daar beweegt iets {achter de gerania}:
Een project dat initiatieven van kunstenaars uit
Middelburg zichtbaar maakte en reageerde op
de afbraak van een omgeving waarin de kunst
voorheen kon gedijen. Rigoureuze bezuinigingen
op veel fronten raakt kunstenaars, individueel of
in collectief, in hun beroepspraktijk. Zij zoeken
een nieuwe voedingsbodem met perspectief.
Alternatieve projecten, veelal bescheiden in
omvang, vormen het experiment. Absoluut niet
grotesk of omvangrijk maar met de intentie die
kenmerkend is voor de zeggingskracht van
kunst: kritisch, creatief, communicatief, indi
vidueel of samenwerkend en marktgericht al
naar gelang het concept dit vraagt.
De aanleiding voor het project 'Kijk daar
beweegt iets...' lag in Zeeland en preciezer
gelokaliseerd op Walcheren in Middelburg. Het
stond symbool voor het huidige klimaat in de
kunsten, zichtbaar in veel steden en provincies,
met een terugloop van financiën en kunstinsti
tuten gevangen in hun subsidiestructuur.
Op Walcheren was Facade (Middelburg) de
aanleiding. Een manifestatie die om de vijfjaar
plaats vindt in de openbare ruimte met in 2017
een keuze voor 17 kunstenaars waaronder 2 uit
Zeeland. Naast deze zeer bescheiden bijdrage uit
Zeeland toonde deze expositie een wat (inter)
nationaal gezelschap uitgenodigd door het
Centrum voor Beeldende Kunst, Vormgeving en
Architectuur (CBK Zeeland).
In zijn uitvoering en vorm een standaard kunst
manifestatie in de openbare ruimte, aangestuurd
vanuit de intenties van gemeentelijk promotie
beleid. Zeker niet geïnspireerd door de veelal
lastige en confronterende vragen die de kunst
stelt.
Dat was wel anders in hetzelfdejaar2017 met de
kunstenaar Dani Ploeger, uitgenodigd door
Kunstruimte Caesuur, in het kader van het stads
feest 800 jaar Middelburg met het project 'Stelde
Stad een Vraag'. Zijn vraag, gesteld boven de stad
via een vliegtuigje met sleeptekst TERRORISME
of REVOLUTIE? werd een openbare discussie over
kunst, publieke onrust en de rol van de media
daarin. In de 90-tiger jaren toen de kunstenaar
Eveline van Duyl haar 'snelweg naar de hemel'
verbeeldde met een tientallen meters lange
stalen rails (middenberm-beveiliging) gemon
teerd tegen de buitenzijde van de monumentale
Lange Jan was er commotie alom! De kunst tastte
één van 'hun' monumenten aan. Kunst leefde op
dat moment!
Bij de tentoonstelling van Facade heb ik geen
publieke ophef geconstateerd!
Hoewel commotie niet altijd een graadmeter is
voor goede kunst ben ik van mening dat de
tentoonstelling Facade, naast enkele inspirerende
kunstwerken, vooral zijn exposure vindt in een
gemoedelijke sfeer, toeristische profilering en
economische input.
Een feestje van de stad, van en voor de
middenstand met een educatief sausje, of vrij
geïnterpreteerd naar Arnon Grunberg:
Kunst als glijmiddel met zijn merchandising van
koffiemokken, stropdassen en nationalisering.
Het kunstenaars initiatief 'Kijk daar beweegt
iets...' was een oproep aan de gevestigde
kunstinstituten in Zeeland om voor de toekomst
de blik niet alleenver uit het venster te werpen
maar ook te kijken naar wat er direct binnen de
kaders van het raam beweegt.
Een blikveld gericht op onderscheidende kunst
die hier geproduceerd wordt door professionele
kunstenaars.
Het feit dat dit hier verdedigd wordt is overigens
niet gevoed vanuit protectionisme of regionaal
denken maar vindt een basis in een pleidooi voor
een meer integrale samenwerking tussen
kunstenaars, provinciaal en (Inter)-nationaal. Het
gaat immers in het contact met het publiek om
het bevragen van kunst versus samenleving en
een verdieping en verrijking van de kunst en het
kunstklimaat. Het versterkt het discours tussen
kunstenaars van elders en zij die Zeeland kiezen
als hun homeland. Het is interessant om die
grens voor samenwerking op te rekken voor de
ontwikkeling en versterking van wat de
provincie noemt: Zeeland als vitale regio.
Zeeland was vanaf 1990 tot 2011 gezegend met
een zeer inventief provinciaal kunstbeleid.
De Rijksmiddelen Beeldende Kunst, aangevuld
met provinciale financiën tot zo'n 400.000 euro,
werd via een systeem van jaarprogramma's
verdeeld over stedelijke knooppunten in
Zeeland. Het resultaat was een dynamisch
kunstklimaat met inkomensvormende effecten
voor kunstenaars vorm gegeven in aankopen,
opdrachten, exposities, spraakmakende kunst in
publieke ruimte, lezingen en galerieactiviteiten.
In 2011 zakte dit systeem volledig door de bodem!
De oorzaken waren meerduidig en blameren
zowel de politiek als de kunsten-sector. We