Na de laatste wereldoorlog heeft men, mede omdat de tijd toen wel een zeer belang
rijke factor vormde, bij het dichten van de dijken in het gebied van Walcheren gebruik
gemaakt van caissons, die oorspronkelijk voor een geheel ander doel waren bestemd
geweest, n.l. voor het maken van de z.g. Mulberry-havens voor de invasie der gealliëer-
den in Normandië. Bij de afdamming van de Brielsche Maas en bij het herstel van de
dijken na de ramp van 1953 heeft men tevens caissons gebruikt, die speciaal voor het
beoogde doel waren geconstrueerd.
Ook bij de bouw van de dammen in het deltagebied bestaat de mogelijkheid om de
sluitgaten te dichten met afsluitcaissons. Deze caissons kunnen bestaan uit een beton
nen bodembak met enige loodrecht daarop gestelde schotten. De openingen tussen
deze schotten kunnen door middel van stalen kleppen worden gesloten.
Een afsluiting met behulp van deze caissons kan men zich als volgt voorstellen:
In de geulen worden dammen gestort van breuksteen, waarop de open afsluit
caissons worden geplaatst. Deze caissons vormen gezamenlijk een grote doorlaatsluis
in het sluitgat, waardoor het water bij vloed naar binnen en bij eb naar buiten stroomt.
Is het werk zover gevorderd, dat de dammen op de ondiepe gedeelten tussen de geulen
on de caissons ter plaatse van de geulen een aansluitend geheel vormen, dan kunnen de
openingen in de caissons, op het moment dat de stroom kentert, worden gesloten. Na
deze sluiting kan de definitieve dijk over de afsluitdam heen in stil water worden ge
bouwd.
Onderzocht wordt welke fundatie onder de caissons moet worden toegepast en op
welke wijze de openingen onder en tussen de caissons op eenvoudige wijze kunnen
worden gedicht.
Bodembescherming
Het rijshouten zinkstuk
Op plaatsen waar gevaar bestaat voor aantasting van de bodem door de stroom moet
een bodembescherming worden toegepast. In het algemeen worden in ons land hier
voor rijshouten zinkstukken gebruikt.
Door de grote omvang van de deltawerken, waarbij zeer grote oppervlakten van
een bodembescherming zullen moeten worden voorzien, ontmoet het toepassen van
alleen rijshouten zinkstukken verscheidene bezwaren, waarvan wel het voornaamste
is, dat hiervoor naar alle waarschijnlijkheid niet voldoende rijshout beschikbaar
zal zijn.
Er zullen zéér veel rijswerkers nodig zijn om de grote hoeveelheden in korte tijd te
kunnen verwerken. Het aantal werkbare uren is niet groot, aangezien de stukken
alleen tijdens kentering gezonken kunnen worden en het slepen van de stukken bij
sterke stroom en golfslag niet mogelijk is.
De op de stukken aan te brengen ballast van zink- en stortsteen is kostbaar, terwijl
het verwerken van deze ballast tijdrovend is.
Bij de sluitgaten, waar de zinkstukken verscheidene jaren dienst moeten doen, be
staat de mogelijkheid, dat zij door paalworm zullen worden aangetast, waarna zij geen
betrouwbare bescherming meer zullen bieden.
Het is moeilijk om de naden tussen de zinkstukken afdoende tegen uitschuring te
beschermen.
Terwijl de eerstgenoemde bezwaren de voortgang van het werk kunnen vertragen,
brengen de laatste de betrouwbaarheid van het zinkstuk in het geding. Er dient der
halve gezocht te worden naar een bodembescherming, waarvoor deze bezwaren niet
of nagenoeg niet gelden.
18
1. Stalen onderrooster
2. Aanbrengen van de schalmen
T
Rietplaten zinkstuk