Bij dit advies en bij het opmaken van het plan, dat later ter goedkeuring aan de
Minister van Verkeer en Waterstaat werd voorgelegd, werden de volgende eisen gesteld:
1. Er komen achter elkander twee beweegbare keringen.
2. Het doorstromingsprofiel, dat met deze keringen afsluitbaar is, moet zodanig zijn
dat het getij zich ongestoord kan voortplanten.
3. De normale scheepvaart mag zo min mogelijk hinder ondervinden.
4. Rekening moet worden gehouden met achter de afsluiting liggende bestaande en
toekomstige scheepswerven.
5. De kering moet zo dicht aan de mond van de rivier worden gelegd als met de situa
tie en constructie in overeenstemming kan worden gebracht. De kering zal tevens
dienstbaar moeten worden gemaakt aan de sinds lang bestaande wens om de Hol-
landsche IJssel ter plaatse te kunnen overbruggen.
Het is in dit verband van belang erop te wijzen, dat men niet voorbij is gegaan aan
de mogelijkheid om de rivierdijken langs de IJssel te verbeteren. Dat men hiervan heeft
afgezien, moet eraan worden toegeschreven, dat het verzwaren en verhogen van deze
dijken een moeilijk, kostbaar en zeer tijdrovend werk zou zijn geweest en voorts ook
dat de onzekerheid bestond of de grondmechanische toestand van de dijkzaten wel een
voldoende verhoging mogelijk zou hebben gemaakt. Bovendien wordt gemeend, dat
de veiligheid van het zo belangrijke achterliggende gebied met de gekozen oplossing
op een wel zeer doeltreffefiende wijze wordt gediend, omdat men een dubbele beweeg
bare kering verkrijgt, terwijl de bestaande rivierdijken, die na de ramp van 1953 nog
aanmerkelijk zijn verbeterd, een tweede kering vormen.
Het project voor het kunstwerkencomplex
Perspectieftekening van het kunstwerkencomplex
Om aan de eisen, die voor de afsluiting van de rivier worden gesteld, tegemoet te kun
nen komen, moet een vrije doorvaartopening voor de scheepvaart worden verkregen,
die tevens voldoende is om de getijstroom door te laten. Hiertoe is in het project op
genomen een opening in het midden van de rivier breed 80 m. Deze opening kan wor
den afgesloten met twee achter elkander gelegen vertikaal beweegbare schuiven, die
aanslag verkrijgen op drempels, die in de bodem van de rivier worden aangebracht op
6,50 m N.A.P. De schuiven bewegen zich tussen torens. Aldus is voor de stroom
beschikbaar een profiel van rond 500 ma, hetgeen in overeenstemming is met het
bestaande profiel, zodat wanneer het kunstwerk is voltooid in de stroomsnelheden
geen veranderingen zullen optreden.
De voor de scheepvaart beschikbare breedte van 80 m wordt door middel van een
vaste brug ineens overbrugd. Hiervan is de theoretische overspanning 82,20 m.
De vaste brug komt met de onderkant te liggen op 8,80 m N.A.P., zodat bij de
hoogste stand, waarbij op de rivier nog scheepvaart denkbaar is, t.w. 2,50 m N.A.P.,
nog een doorvaarthoogte van ruim 6 m beschikbaar is. Ofschoon deze doorvaart
opening zowel wat betreft de breedte als de hoogte wel reeds aan hoge eisen voldoet,
zal voor de scheepvaart toch nog met een vrije doorvaarthoogte rekening moeten
worden gehouden. Zulk een vrije doorvaartopening is in het project opgenomen en
hierbij is niet alleen het oog geslagen op de scheepvaart die op de IJssel is gericht, maar
tevens op de zeeschepen, die op de hoger gelegen werven worden gebouwd. De grootste
afmetingen hiervan zijn: lengte 500 vt (152,40 m), breedte 70 vt (21,50 m), vaardiepte
13 vt (4,00 m). Deze vrije doorvaartopening wordt verkregen door de bouw van een
schutsluis, waarvan het buitenhoofd deel zal uitmaken van de buitenste kering en het
binnenhoofd een onderdeel zal zijn van de binnenste kering.
Over de schutsluis is een basculebrug geprojecteerd.
Omdat de praktijk heeft uitgewezen, dat, wanneer met het bedienen van een kunst
werk twee belangen moeten worden nagestreefd, deze gemakkelijk met elkander in
conflict komen, moet het als een zeer gunstig en essentieel onderdeel van het plan
worden bezien, dat men in staat is de rivier uit veiligheidsoverwegingen vroegtijdig
af te sluiten, terwijl de scheepvaart doorgang kan vinden.
Met het voorgaande zijn de onderdelen, waaruit het kunstwerkencomplex is
samengesteld, wel ongeveer benaderd.
Dit complex omvat dus:
een schutsluis;
een dubbele kering in de rivier;
een overbrugging.
Het ontwerp voor deze werken is in nauwe samenwerking met de Deltadienst opge
maakt door de directie Sluizen en Stuwen en, voor wat de staalconstructies betreft,
door de directie Bruggen.
Door deze laatste directie is ook het ontwerp gemaakt voor de grote betonnen
viaduct die aan de oostzijde de toerit vormt naar de brug over de rivier.
De schutsluis
De schutsluis verkrijgt een breedte van 24 m en een nuttige kolklengte die vrijwel gelijk
is aan die van de Julianasluis bij Gouda t.w. 120 m. Voor het doorlaten van de grote
zeeschepen, die hier bovenstrooms worden gebouwd, is de breedte wel voldoende
maar de lengte onvoldoende om deze regelmatig door te schutten.
29
T