Het vullen van de
zandzakken
In het algemeen kan gezegd worden, dat de bezinking na de aanvullende dichtingen
met stromatten, mijnsteen en slakken, goed heeft voldaan.
De nylonzakken
De zandzakken, die in de afsluitkade van de Pluimpot verwerkt zijn, werden
geweven uit Enkalon, een AKU-produkt van de firma Nico ter Kuile te Enschede.
Ze werden met zand gevuld op een terrein langs het kanaal door Zuid-Beveland
nabij Wemeldinge. Dit vullen vormde een eenvoudig zelfstandig bedrijf. Er werd
zand aangevoerd per binnenschip en overgeslagen in een trechter op de wal. Over
een smalspoor reed een plateauwagen onder de trechter, waarna een lege nylon-
zak aan de vultuit werd vastgehaakt en vervolgens staande op de plateauwagen
werd gevuld. Daarna reed de volgende plateauwagen onder de trechter. Het dicht
naaien van de zakken geschiedde met de hand door een tweetal zeilmakers. Deze
handeling vergde circa 3 minuten per zak en zou voor grotere aantallen zakken
eenvoudig gemechaniseerd kunnen worden.
De dichtgenaaide zakken werden opgeslagen in een depot of rechtstreeks op een
zolderbak geladen. Het gehele bedrijf werd in principe met 3 treintjes van 6
wagens uitgevoerd, nl. een bij de trechter, een op apart spoor, waar de zakken
c ichtgenaaid werden en een bij de zakkenoverslag.
Van Wemeldinge werden de zakken met zolderbakken naar de Pluimpot vervoerd
en daar aan de oost- en westzijde van de geul op de wal in depot gebracht. Bij de
bouw van de afsluitkade werden de zakken vanuit de depots eveneens met behulp
van plateauwagens over smalspoor naar de koppen van de aan weerszijden uit
gebouwde kaden gereden en daar verwerkt. Overslag en verwerking van de zakken
geschiedde op al deze punten met behulp van draglines, uitgerust met grijpers.
Op de kaken van de grijpers waren halve buizen gelast om beschadiging van
de zakken te voorkomen. Desondanks was het percentage beschadigde zakken
de eerste weken hoog. Dagen met 10 a 20% aan gescheurde zakken kwamen veel
vuldig voor. Door aanpassing van de grijpers en later ook versterking van het
toegepaste nylonweefsel konden beschadigingen naderhand grotendeels worden
vermeden; bovendien konden scheurtjes meestal direct worden dichtgenaaid. De
kans op beschadiging door de grijpers bleek afhankelijk te zijn van de hoek,
waaronder de kaken de zak samenknijpen en van de grootte van de knijpkracht;
deze laatste is te regelen door een samenspel tussen knijp- en hijsdraad. Dit kan
min of meer op het gevoel gebeuren door de machinist. Schelpen en steentjes
in het vulzand kunnen eveneens scheurtjes veroorzaken.
De sluiting
Deze werd vastgesteld op 16 oktober. De breedte van het sluitgat bedroeg toen
circa 10 m, zodat de aan weerszijden op de koppen opgestelde draglines de opening
over de volle breedte konden bestrijken.
Enige uren eerder dan nodig was werden bij wijze van proef enige zakken in
het toen nog 1,5 m diepe water gebracht. Deze liet men met de grijper onder
water zakken, waarna zij pas op de bodem werden losgelaten en zelfs met de
grijper even werden aangedrukt. Als gevolg van deze omzichtige werkwijze bleven
de zakken liggen bij een stroomsnelheid van bijna 2,50 m/sec. Toen dit bleek
te lukken werd in het sluitgat snel een horizontale drempel van zakken opge
trokken, waarmee de sluiting enige uren eerder een feit werd dan het werkschema
aangaf.
Verloop van de
waterstanden op 16 oktober 200
23
22
200+
ISO
IOO
SO+
NAP
50-
IOO-
moment stuiting
verzakking y
oterstond binnen
waterstand bulten.