dan was voorzien. Bovendien bleek dat de binnenste damwand van de oostelijke bouwkuip dieper moest worden ingeheid dan tevoren nodig was geoordeeld. Toch bleek ook daardoor de stabiliteit van de kistdam nog niet voldoende ver zekerd. Toen zich in oktober 1955 een hoge rivierstand voordeed, kwam de kist dam onder de druk van het water een weinig achterover. Daar de binnenste dam wand deel uitmaakt van het blijvende werk, zou een grote beweging zeer storend zijn geweest; op een geringe verschuiving was echter gerekend, zodat hieruit geen enkel bezwaar is voortgesproten. Voor de buitenste damwand had de optredende beweging ernstiger consequenties. Die damwand was namelijk aan de eerder gemaakte drempels in de rivier ver- Kistdam is van de aansluitende damwand losgescheurd Scheuren in de damwand ter plaatse van de drempel ankerd en werd daarvan losgescheurd. Door de gaten in de damwand stroomde het water de bouwput binnen, daar juist ter plaatse van de drempels de binnenste damwand was onderbroken, om het onderheien van de laatste drempelgedeelten mogelijk te maken. De buitenste damwand werd door stempelramen gesteund. Het werd nu noodzakelijk de binnendamwand door te trekken en de drempel einden zonder paalfundering uit te voeren. De lengte van de toog in de onderzijde van de schuif werd vergroot van 55 m tot 80 m, zodat de gehele oplegkracht van de schuif via de eindschotten naar de fundering kan worden overgebracht en de belasting van de drempeleinden binnen aanvaardbare grenzen blijft. Speciale maatregelen zijn getroffen om de waterdichte aansluiting tussen de drempel gedeelten binnen en buiten de kistdam te verzekeren en onderloopsheid te voor komen. Alvorens aan de uitvoering van de werken te beginnen, werd de toestand op genomen van de bebouwing in de omtrek van de te maken viaduct en bouwputten. Het werd namelijk mogelijk geacht, dat het heien en de bronbemaling schade zouden veroorzaken. Uit metingen in daartoe geplaatste peilbuizen is gebleken, dat de verlaging van de grondwaterstanden als gevolg van de bemaling zich op tamelijk grote afstand heeft doen gevoelen. Opmerkelijk is, dat er al een verlaging van de grondwater stand aan de zijde van Capelle optrad, voordat aan die zijde de bronbemaling was ingeschakeld. Hieruit blijkt, dat de bemaling aan de Krimpense zijde zelfs van invloed was op de grondwaterstand aan de andere zijde van de rivier. SITUATIE KISTDAMMEN kistdam ie 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 18