De polderkaart van Noord-Beveland, Walcheren en Zuid-Beveland en in het bij
zonder van de landstreek rondom Sloe, Zandkreek en Veeregat vertoont een
mozaïek van indijkingen, getuigende van de taaie volharding van de bewoners
in hun strijd tegen de zee. Een belangrijk moment in die strijd was de afdamming
van het Sloe in 1871 ten behoeve van de spoorweg naar Walcheren. Wanneer
men de beschrijving van deze afsluiting leest, komt men onder de indruk van de
ondernemingszin en de durf, waarmede men ruim 85 jaar geleden een dergelijk
moeilijk werk aanpakte, vooral wanneer men let op de betrekkelijk primitieve
middelen waarover men toen beschikte; de afsluiting kwam tot stand door middel
van een stapeling van zinkstukken.
Nadat op 20 september 1949 in het Zuider-Sloe 480 ha aan land en kreken van
het buitenwater waren afgesloten, werd een plan uitgewerkt voor een inpoldering
van de schorren en slikken onmiddellijk ten noorden van de Sloedam, een ge
bied ter grootte van 600 ha. Dit plan werd niet uitgevoerd, daar na de stormramp
van 1953 het reeds eerder voorgestelde Drie-eilandenplan opnieuw naar voren
werd gebracht. De noodzaak tot versterking en verkorting van de kustlijn was
overtuigend gebleken; een aantal dijken langs de Zandkreek was doorgebroken,
in Kortgene en omgeving vielen vele slachtoffers en de materiële schade was zeer
groot.
Gebied in 1953 geïnundeerd
54
De uitvoering van het Drie-eilandenplan, omvattende de afsluiting van Veeregat
en Zandkreek, zal de kustlijn ongeveer 49 km verkorten.
In vroegere jaren is dit plan vooral gezien als een project ten behoeve van de
landaanwinning, doch op deze basis bleek het niet mogelijk om tot een financieel
verantwoord plan te komen. Daar kwam nog bij, dat men vóór de herovering van
Walcheren in de jaren 1944 en 1945 onvoldoende ervaring had in het afsluiten
van zeer grote getijgeulen met getij verschillen van 3 a 4 m, zoals deze in Zeeland
voorkomen. Ook na de succesvolle voltooiing van de drooglegging van Walcheren
zag men een afsluiting als die van het Veeregat nog allerminst als een eenvoudige
zaak.
De stormramp van 1953 echter leidde tot nieuwe ervaringen en versnelde de
studies tot afsluiting van de grote zeegaten in het zuidwesten van het land.
De inmiddels ingestelde Deltacommissie bracht in januari 1955 over de afdamming
van Veeregat en Zandkreek een interim-advies uit, waarin zij de Minister advi
seerde zo spoedig mogelijk over te gaan tot de uitvoering van het Drie-eilanden
plan. Daarbij voerde de commissie als nieuw motief voor deze spoedige uitvoering
o.m. aan de noodzaak om, met het oog op de grote afsluitingen, nl. die van het
Brouwershavensche Gat en de Oosterschelde, bij de zoveel bescheidener afsluiting
van het Veeregat ervaring op te doen met nieuwe constructiewijzen.
Het Drie-eilandenplan maakt uiteraard deel uit van het Deltaplan en is als zo
danig summier beschreven in par. 3 van de Memorie van Toelichting bij het
ontwerp-Deltawet d.d. 16 november 1955.
Vnoord beveland
HET DRIE-EI LAN DEN PLAN
NOORD-BEVELAND
Kortqene=
Vcerc
M tddelburg
Goes
Vlissingen
ISTER-S CUEL DE
if
COLU NS PLAAT/
WISSEKERKE
KAMPERLAND
werkhoven
KORTGENE
WOLPHAARTSD'JK
ARNEMUIDEN
WAL
MIDDELBURG
KATSE VEER
VROUWENPOLDER