De keuze viel daarom op een vaste tot boven het water reikende paalconstructie, teneinde de golfbeweging aan de oppervlakte te kunnen meten. In het Haringvliet, de Oosterschelde en de Lauwerszee zijn dergelijke constructies reeds met succes toegepast. Van de gelegenheid kan gebruik gemaakt worden om in de meetpaal tevens een registrerende getijmeter onder te brengen. Weliswaar bevindt zich reeds een groot aantal van deze meters langs de kust, doch tot nu toe is geen enkele daar van geheel ongestoord. Plaatselijke situaties, rivier- en spuistromingen, verschillen in soortelijk gewicht van zoet en zout water, havenschommelingen e.d. beïn vloeden vaak in sterke mate de getijregistratie. Aan een ongestoord zeestation werd grote behoefte gevoeld en het thans in de meetpaal bij Katwijk ingerichte Noord- zee-getij station is het eerste van die aard in Nederland. Op grond van praktische overwegingen kan de afstand uit de kust niet zo groot worden genomen, dat onder alle omstandigheden het optreden van storingvrije golven verzekerd is. Deze beperking is zowel nodig met het oog op het vermijden van een te grote diepte, als vanwege het verlangen de meetopstelling door een elektrische kabel te verbinden met de kust, zodat een continue en altijd toegan kelijke registratie wordt verkregen. Anderzijds diende de paal op een zo grote diepte te worden opgesteld, dat hij onder vrijwel alle omstandigheden door onge broken golven wordt bereikt. Om die redenen is als algemene regel het plaatsen nabij de dieptelijn van 10 m - N.A.P. aanvaard. Dit eiste een aanmerkelijk zwaar dere constructie dan voor de reeds in de zeegaten geplaatste palen. De meetpaal bij Katwijk staat op ongeveer 2 km uit de kust. Tengevolge van ver schillende tegenslagen en vooral ook van het feit, dat voor het plaatsen gunstige weersomstandigheden en een zeer rustige zee nodig zijn, heeft het geruime tijd geduurd eer deze paal zijn uiteindelijke opstelling heeft gekregen. De eerste resultaten, zij het nog met voorlopig aangebrachte instrumenten, zijn inmiddels geoogst. De meetinstrumenten Golfmetingen De ontwikkeling van de meettechniek heeft het mogelijk gemaakt de golfbeweging op verschillende wijzen vast te leggen. Ter vergelijking van deze methoden en ter vermindering van de kans op onderbrekingen in de registratie wordt een drie tal instrumenten naast elkaar op de paal bij Katwijk toegepast. De te gebruiken apparaten zijn: 1°. Een vlotter, waarvan de hoogte langs elektrische weg op de wal wordt ge registreerd; 2°. Een „step-resistance recorder", die eveneens de golfbeweging op de wal re gistreert; 3°. Een autonome automatische golfschrijver, die ter plaatse intermitterend de golfamplitude en een kort golfdiagram vastlegt. 10 - De vlotterapparatuur met elektrische overbrenging naar de wal In een buis van 15 cm doorsnede volgt een vlotter van 10 cm doorsnede de gol vende zeeoppervlakte. De vlotterbeweging wordt met een nylondraad, die door een veer gespannen wordt gehouden, omgezet in een roterende beweging van een wiel. Via een zgn. elektrische as wordt deze rotatie overgebracht naar de wal en daar weer omgezet in de beweging van een kraspen. De golfbeweging wordt geregistreerd op papier, dat met een waslaagje is bedekt. De golfhoogteschaal be draagt 1:20 of 1:50; de papiersnelheid kan worden ingesteld op 1 mm/sec. of 0,01 mm/sec. De „step-resistance recorder" met registratie op de wal Een elektrische geïsoleerde geleider wordt om de 10 cm hoogte over een elek trische weerstand verbonden met een contactplaatje buiten de isolatie. Tussen deze geleider en aarde wordt een wisselspanning aangelegd. De weerstand van de keten variëert met het aantal ondergedompelde contactplaatjes. Deze weer standvariaties worden als spanningsvariaties naar de wal overgebracht, daar versterkt en gebruikt voor het sturen van een penschrijver. De hoogteschaal is 1:150, de papiersnelheid 1,25 mm/sec. of 0,02 mm/sec. De autonome automatische golfschrijver Dit instrument is ontwikkeld om op moeilijk bereikbare plaatsen de golfbeweging gedurende lange tijd zonder toezicht te kunnen registreren. Het is een instrument, waarbij de vlotter de papierrol rechtstreeks aandrijft. Het papier wordt getransporteerd over een tienduizendste van de afstand, die de vlotter in opwaartse beweging aflegt. De golfhoogteïntegratie, d.w.z. de totale door de vlotter in opwaartse richting afgelegde afstand, is bepalend voor het inschakelen van de kraspen en voor de afstand waarover het papier wordt getransporteerd. Ge durende 60 m golfhoogteïntegratie krast de stalen pen op het waspapier en geeft de golfhoogte op schaal 1:50 weer. De verplaatsing van het papier bedraagt in die periode dus 6 mm. Bij een ruwe zee worden per tijdseenheid meer van deze 6 mm brede blokjes opgetekend dan bij een kalme zee. In een blokje zijn de grootste golven individueel te onderscheiden. Tijdens de volgende 240 m golfhoogteïntegratie worden geen registraties ver richt en heeft geen papiertransport plaats. Vergeleken met continu registrerende apparaten is derhalve de registratieduur op een bepaalde papierhoeveelheid vervijf voudigd. Een nieuwe papierrol is, afhankelijk van de golfbeweging, voldoende voor een registratieperiode van 2 a 4 maanden. Om een duidelijk beeld van de vorm en de periode van de golven te verkrijgen, wordt om de 10 blokjes (3000 m golfhoogteïntegratie) een kort golfdiagram op getekend. Hiertoe draait de registratierol gedurende 72 seconden met een snel heid van 1 mm/sec., aangedreven door een veer, die opgewonden gehouden wordt door de vlotterbeweging. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 7