r. I Situatie van de overzichtsmodellen blijft het gaan om de grote lijn, zij het in wat meer gedetailleerde vorm dan bij groep één, 3. De tientallen Onderdelen van constructies worden meestal onderzocht in modellen waarvan de verkleining in de orde van grootte van 10 ligt. Het gaat hier om bodembeweging als gevolg van details van het kunstwerk (ontgrondingen bij de drempels van de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel en bij de sluis in het Haringvliet), om golf oploop en golf overslag (diverse dijkonderzoekingen), om stabiliteit van materialen in stromend water, om krachten door stroom en golven op kunstwerken uitgeoefend en om onderzoekingen naar trillingen van afsluitorganen (de schuiven van de Haringvlietsluizen). I Het getijmodel van de benedenrivieren (M 284) Het woord Deltaplan geeft onmiddellijk associaties met het bekende kaartje van de Zeeuwse- en Zuidhollandse eilanden waarop met forse streken de damtracés in de zeearmen zijn aangegeven. Weinig wordt hierbij vermoed hoe uitgebreid de voorstudie is ter bepaling van de plaats en vooral van de volgorde van uitvoering van deze dammen. De Rijn-, Maas- en Scheldedelta is waterloopkundig gezien een hoogst ingewikkeld watervoerend systeem. Er heerst een soort evenwicht, ten dele natuurlijk, ten dele gedwongen door het ingrijpen van de mens. Dit evenwicht geldt onder normale omstandigheden van het getij en van de rivierafvoer. De invloed van stormvloeden en hoge rivierafvoeren op het regiem van de Delta zijn slechts van zeer tijdelijke aard, voor zover gedurende een dergelijke periode de begrenzingen van de water lopen, de waterkerende dijken, niet worden geschonden. Voor het geval de water keringen geen weerstand kunnen bieden aan de extreme omstandigheden, dreigt er een ernstig gevaar voor blijvende regiemverandering in het deltagebied, zoals wel duidelijk is gebleken bij de stormvloed van 1953. Eveneens zullen regiem veranderingen ontstaan als gevolg van het afsluiten van de zeearmen. Deze ver anderingen komen tot uiting in het horizontale en verticale getij, dus de stromings toestand en de waterstand als functie van de tijd. In de eindtoestand van het Deltaplan zal het vooral gaan om de waterhuishouding van het gebied, dat veilig is gesteld voor stormvloeden. Deel van het model M 284 OPENLUCHT MODEL - 315,555,346^556^1 M 586 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1958 | | pagina 6