De dam over de Plaat van Onrust Terugblik op de uitvoering Als onderdeel van de afsluiting van het Veersche Gat werd eind april 1958 begonnen met de dam over de Plaat van Onrust, die thans vrijwel gereed is. Het werk bestond in hoofdzaak uit het opspuiten van zand tussen perskaden van mijnsteen of zand. Gelijktijdig werd een havenkom gemaakt op de rand van de zandplaat ten zuiden van het tijdelijke kopeinde van de dam. De binnenberm van de dam werd plaatselijk verbreed om bij de havenkom een werkterrein te verkrijgen dat behalve voor de opslag van grondstoffen en materialen, kon dienen voor de opstelling van de asfaltmenginstallaties. Het zandlichaam van de dam is grotendeels met asfalt bekleed in verschillende laagdiktes en samen stellingen; een gedeelte van het binnenbeloop werd van een kleibekleding voor zien. Rondom het tijdelijke kopeinde van de dam is een bezinking aangebracht. De op de bestektekening aangegeven constructies waren in het algemeen goed uitvoerbaar. De belopen langs de havenkom, die met het oog op overslag van materialen uit het schip op de wal zeer steil waren opgezet, bleken echter aan de grens van uitvoerbaarheid. Het beloop onder LW is ontgraven onder 1 3 en afgedekt met een kraagstuk; boven LW is het gemaakt onder 1 1,5, deels in ontgraving en deels in ophoging, afgedekt met een laag mijnsteen ter dikte van 1,5 m. Deze steile belopen bleken nauwelijks nut op te leveren omdat vrijwel de gehele materialen- en grondstoffenaanvoer plaats vond via de loswal, die werd opge bouwd met uit het rampherstel overgebleven caisson-opzetstukken. De loswal was 44 m lang; alle rivierzand en grind voor het asfaltbedrijf en een gedeelte van de mijnsteen en de klei werden hierover aangevoerd. De overslag van de materialen vanuit het schip op de wal vond plaats met 2 mobiele kranen, c.q. draglines met grijper, die op de loswal waren opgesteld. Het transport naar de dieper in het terrein gelegen depots of de plaats van verwerking vond plaats met kipauto's. De overslagcapaciteit lag in de grootte-orde van 3800 ton/week, waarbij ge middeld 3 kipauto's waren ingeschakeld, die de materialen over gemiddeld 125 m transporteerden. Ondanks deze grote capaciteit zou een tweede loswal of een grotere lengte van de loswal groot gemak hebben kunnen opleveren om de onder linge aanpassing van de aanvoerschema's voor de verschillende materialen te ver eenvoudigen. De perskaden van mijnsteen hebben goed voldaan. Zij werden opgeworpen met de kruin op N.A.P. 2,50 m, dat is ongeveer een meter boven gemiddeld hoog water. Het buitenbeloop vlakte onder invloed van de golfslag af tot 1 6 en kon 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 22