1 _C Na het plaatsen van de laatste caisson kan men alle schuiven op een daartoe met zorg gekozen tijdstip gelijktijdig neerlaten en daarmee het sluitgat op één kente ring blokkeren. Uiteraard neemt men door het plaatsen van een doorlaatcaisson een deel van het doorstromingsprofiel van het sluitgat weg. Door het openen van de schuiven van deze caisson wint men echter weer ca 55 van de ingenomen oppervlakte terug; dit is voldoende om de stroomsnelheden tijdens een voorjaarsstorm binnen aan vaardbare grenzen te houden. Omdat de maximum stroomsnelheid bij gemiddeld getij in het sluitgat door de plaatsing van de caissons toeneemt dient men de laatste caissons tijdens de periode van doodtij te plaatsen, waardoor de stroom snelheden een waarde van 3.30 m/sec. niet zullen overtreffen. Doorlaatcaissons 8 Verband tussen het aantal m,4"c doorlaatsaissons in het 4 - sluitgat en de doorstroom- opening respectievelijk de maximum stroomsnelheid bij gemiddelde getij MAXIMUM STROOMSNELHEID BU GEM GETU GEOPENDE CAISSON GESLOTEN CAI55QN DOORSTROOMPROFIEL De uitvoering Materialen voor de uitbouw. Bij de uitbouw van het damlichaam in de stroom- geul zal men slechts in beperkte mate gebruik kunnen maken van uit zand opge bouwde kaden. Reeds spoedig zal de stroomsnelheid daarvoor te groot worden en zal men tot het gebruik van ander materiaal moeten overgaan. In de eerste plaats komt daarvoor mijnsteen in aanmerking, een materiaal, dat bij toepassing op vorige werken uitstekend heeft voldaan en stroombestendig blijkt tot snelheden van ongeveer 2 m/sec. Waar de geulbodem diep ligt, wordt de grondslag door het vooraf klappen van zand zo veel mogelijk verhoogd. t

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 6