V' Een van de beperkingen van het schaalmodel was, dat het voor de beweging benodigde vermogen niet was om te rekenen met schaalwetten, aangezien niet bekend was of de hoek van inwendige wrijving en de haakweerstand in het model en in de natuur gelijk zijn. Steenschilfers die in het schaalmodel klem raakten tussen pen en kam veroorzaakten niet het volledig vastlopen maar verbuigen en breuk van kamplaat en pennen. Aangezien van het schaalmodel vaststond dat met een overmaat aan vermogen werd gewerkt, is in het model op ware grootte de tand van de kam scharnierend aan de stortbak bevestigd. Bij een druk van onderen kan de tand nu naar boven meegeven en wanneer de vastgeklemde steen is weggevallen, valt de tand weer in zijn oorspronkelijke stand terug. Bij de eerste proeven op ware grootte bleek deze constructie evenwel niet te voldoen. Het model is daarom gewijzigd. De kam komt te vervallen en in plaats daarvan wordt aan de stortbak een schort gemaakt, bestaande uit een doorgaande plaat in de vorm van een kwartcirkel. De proef met het model op ware grootte De rol met pennen is gekozen in de veronderstelling dat hiermee het beste stenen uit de aangevoerde massa kunnen worden gebroken. Het beschikbare ver mogen bleek echter grotendeels benodigd te zijn om steenschilfers die tussen bewegende en vaste constructiedelen geraakten te verbrijzelen. De rol met pen nen is daarom met succes vervangen door een rol met doorgaande schoepen, die op een geringe afstand langs het schort van de bak draaien. Over het algemeen vertoont het gedrag van de steen in het model op ware grootte veel overeenkomst met dat in het schaalmodel. De absolute grootte van de optredende krachten werd eerst bekend in het model op ware grootte en dit heeft geleid tot een belangrijke wijziging in de vormgeving. De regelmatigheid van de bestorting, die met dit lossysteem is te bereiken, werd speciaal onderzocht in het schaalmodel. Het mag worden verwacht dat de daar getrokken conclusies niet behoeven te worden herzien ten gevolge van de nadien gewijzigde constructie. Als eindresultaat is bereikt dat in het model op ware grootte Maasstortsteen 80200 kg en basaltstortsteen 1060 kg regelmatig kunnen worden gelost. De verwachting is dat ook fijnere materialen zoals grof grind en mijnsteen kunnen worden verwerkt. De ontwikkeling van het apparaat heeft plaats gevonden in nauwe samenwerking met de technische dienst van de Kon. Mij. voor het uitvoeren van openbare werken Adr. Volker N.V., terwijl in de laatste fase eveneens het Bureau voor Scheepsbouw te Bloemendaal heeft medegewerkt. De modellen zijn vervaardigd en mede ontwikkeld door de Scheepsbouwwerf v/h C. M. van Rees te Sliedrecht. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 15