stortsteen is gepenetreerd met gietasfalt. De taludbekleding bestaat tot N.A.P. -f- 1,50 m uit zetwerk van basaltzuilen 30/40 op een puin-vlijlaag en krammat; daarboven uit een 0,15 m dikke laag grind-zandasfalt en een 0,10 m dikke laag asfaltbeton. Tussen de basaltglooiing en de asfaltglooiing bevindt zich een dam- wand van azobé. Nadat de nodige ervaring was opgedaan met de verwerking van mijnsteen en nadat tevens was geconstateerd, dat de betrekkelijk dunne laag klei ter plaatse van de zinkstukken enigszins neiging vertoonde in de stortsteen weg te zakken, waardoor de basaltglooiing in deze zone plaatselijk verzakkingen vertoonde, werd in het ontwerp aan de voet van de berm een wijziging aangebracht, welke toepas sing vond voor het oostelijke gedeelte van de boulevard. De kleikade werd ver vangen door een kade van mijnsteen, de asfaltglooiing werd naar beneden door getrokken tot het niveau van N.A.P. en het zetwerk werd vervangen door schik- werk van basaltzuilen, direct op de mijnsteen, en gepenetreerd met gietasfalt. Door de asfaltglooiing bij de aansluiting tegen de basaltglooiing zwaarder uit te voeren, kon tevens worden afgezien van het aanbrengen van een houten dam- wand. Dit laatste is een voordeel, aangezien de dam wand doorgaans minder na- zakt dan de aansluitende glooiingen en dan boven het talud blijft uitsteken. Deze verbeterde, tevens goedkopere oplossing heeft tijdens de uitvoering zeer goed voldaan. De mijnsteenkade is beter dan een kleikade te verdichten en biedt een goede bodem voor het aanbrengen van de taludbekleding. Wel moet worden ge zorgd voor een goede aanvulling aan de achterzijde van de kade, omdat mijn steen door golfslag wordt uitgevlakt. Deze laatste omstandigheid noopt bij het werken in tijgebied tot het houden van een compact werkfront. Aan een goede coördinatie in de aanvoer van de diverse benodigde materialen worden dan hoge eisen gesteld. Hoewel een kleilaag geen ideale basis voor een asfaltglooiing kan worden ge noemd, is de toepassing in dit geval gewenst, omdat de scheepvaartgeul dicht onder de oever loopt en de kans op mechanische aantasting van de berm door een uit zijn roer lopend schip niet denkbeeldig is. De kleilaag heeft ten doel, na de vernieling van de asfaltglooiing, te beletten, dat het zand uit het dijklichaam wordt gespoeld en de schade zich uitbreidt. Ten behoeve van het aanvoeren van de voor de uitvoering en de onderhoudswerken benodigde materialen is de klei laag op het hoogst gelegen gedeelte van de berm vervangen door een werkweg van grindzandasfalt. Boven de H.W.-lijn is de asfaltbekleding voorzien van een laag asfaltbitumen, waarin parelgrind werd gewalst teneinde aan de glooiing het doodse aanzien te ontnemen en een zandkleurig uiterüjk te verlenen. Door de toe passing van een glooiing bestaande uit grind-zand-asfalt en asfaltbeton werd het mogelijk de kleibekleding snel af te dekken, hetgeen ten goede kwam aan de snel heid van werken en waardoor risico's bij de uitvoering als gevolg van storm vloeden zoveel mogelijk konden worden beperkt. Het getij zet zich met enige na ijling en gedempt in het dijklichaam voort. De in de zandkern aanwezige lucht kan ontsnappen via op het hoogste punt van de berm aangebrachte filters, waar door spanningen onder en oppersingen van de dichte glooiing-afdekking worden voorkomen. 45 VLISSINGEN LEUGENAARSHOOFO DOORSNEDE B I BEZ1NKING DOORSNEDE C 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 24