en de vrij sterke aanval, die op dit punt nog is te verwachten van bij hoge water standen vanuit de Noordzee binnendringende golven. Het op Belgisch gebied gelegen gedeelte van de dijk, dat minder aan golfaanval blootgesteld is dan het op Nederlands gebied gelegen gedeelte, heeft over een lengte van 700 m aansluitend aan de grens met Nederland, een kruinhoogte van N.A.P. 8,60 m en een buitentalud onder een helling van 1 4; verder op Bel gisch gebied wordt de kruinhoogte N.A.P. -f- 7 m en de helling van het buiten talud 1:3. Zowel op Nederlands als op Belgisch gebied werden enige stroomgeulen in het Zwin aangevuld en voorzover nodig verlegd in verband met hun ligging in de onmiddellijke nabijheid van de waterkering. De voor de verbetering van de water kering rond het Zwin benodigde klei en zand is afkomstig uit het Zwin op Bel gisch gebied. C. De werken ten noorden van Hoek van Holland De wegverlegging van Rijksweg no. 9, Afsluitdijk-Harlingen Op grond van de door de Deltacommissie geadviseerde ontwerppeilen zullen de zeedijken in Friesland moeten worden verhoogd. Plannen voor de verhoging van de zeedijk van het waterschap „De Vijfdeelen Zeedijken Buitendijks", lopende van de Afsluitdijk tot het monument „De Steenen Man" bezuiden Harlingen, zijn in voorbereiding. Deze verhoging dient te worden aangebracht door uitbreiding van het dijklichaam aan de landzijde, opdat de taludverdediging aan de zeezijde zal kunnen worden gehandhaafd. Dientengevolge zal de teen van het talud landwaarts verschuiven en zal de be staande weg no. 9, die voor het grootste gedeelte van het traject tussen de Afsluit dijk en Harlingen op de binnenberm van de dijk is gelegen, in de voorgenomen verhoging komen te liggen. Alvorens tot verzwaring van de zeedijk kan worden overgegaan zal dus weg no. 9 over het betreffende gedeelte moeten worden verlegd. Langs de oostzijde wordt de bestaande weg grotendeels begrensd door een zeer brede dijkvaart, die eveneens in de ophoging van de zeedijk komt te liggen. Bij het ontwerpen van een nieuw tracé voor de weg is o.a. uitgegaan van de vol gende eisen: 1. er mogen geen bochten in voorkomen met een straal kleiner dan 1000 m; 2. de traverse door Zurich moet worden vermeden; 3. er moet voldoende afstand blijven bestaan tussen de teen van de verhoogde dijk en het nieuwe weglichaam, opdat op de binnenberm een eenvoudige weg voor dijkonderhoud kan worden aangelegd. Bovengenoemde eisen hebben geleid tot het tracé, dat op de bijgaande tekening is aangegeven. De totale lengte bedraagt rond 7400 m; de weg is gedacht als een autoweg met gelijkvloerse kruisingen, lopend van de kop Afsluitdijk, oostelijk om het dorp Zurich heen, tot de aansluiting aan de rondweg om Harlingen. Het normale dwarsprofiel is ontworpen met een kruinbreedte van 19 meter en een rijbaan van 7 meter, zodat voldoende ruimte beschikbaar is voor het aanbrengen van een beplanting. Door zijn ligging op enige afstand van de dijk zal de nieuwe weg een aantrekkelijker beeld opleveren dan de bestaande. Voor een deel loopt het tracé door waardeloze plassen, waardoor betrekkelijk weinig cultuurgrond in beslag wordt genomen. De plassen zijn vrij ondiep, de bodem biedt een redelijke grondslag, zodat ze beschouwd kunnen worden als een cunet. Enkele dijkgaten, die van ornithologisch belang zijn zullen bij de wegaanleg zo veel mogelijk worden gespaard. 51 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1959 | | pagina 27