Deze stoffen werken waarschijnlijk alleen door hun lichtafschermende werking. Daar naast bestaan er stoffen, zogenaamde stabilisatoren, die de aantasting vertragen, doordat zij de fotochemische en/of thermische degradatiereacties remmen. Verder mag, zoals boven gesteld, aangenomen worden, dat de snelheid van aantasting af hangt van het relatieve oppervlak van de filamenten, waaruit het garen is samen gesteld, d.w.z. van hun dikte. Naast de polyamiden komen vezels van andere chemische samenstelling in aanmerking. Van polyestervezels is bekend, dat ze een uitstekende lichtbestendigheid bezitten achter glas. Over de bestendigheid in direct zonlicht vindt men in de literatuur tegenstrijdige berichten. Dit was aanleiding om ook een monster polyesterdoek in het schema op te nemen. In de lopende produktie kwam echter een garen voor met een dikte en filament fijnheid afwijkend van die van de gekozen monsters nylon 6. Om tot een juiste ver gelijking te komen werd daarom naast het polyesterdoek een apart monster nylon 6 beproefd met een ongeveer overeenkomende garensamenstelling, gemerkt nylon 6 blanco polyester. Polyacrylonitrilvezels plegen voor ongeveer 85 uit acrylonitril en voor de rest uit andere bestanddelen te worden gemaakt. Van polyacrylonitril zelf is bekend, dat het zeer goed bestand is tegen zonlicht en weersinvloeden. Deze vezels worden echter gemaakt met een wat lagere treksterkte dan die van de polyester- en polyamidevezels. Bovendien brengt hun toepassing in de textielsector met zich mede, dat de gesponnen draden weer tot korte vezels worden versneden, die dan evenals wol b.v. tot een vezel garen worden verwerkt. Het gevolg hiervan is, dat de treksterkte van dit vezelgaren lager wordt dan die van de vezels op zichzelf. Polyvinylideenchloridevezels worden in Nederland in licentie gefabriceerd. Dit mate riaal bezit volgens de literatuurgegevens eveneens een goede bestendigheid tegen de invloed van het zonlicht. De vezels worden als monofilamenten uitgetrokken en ver werkt. Een stug, redelijk zanddicht doek werd in het schema opgenomen. Polyaethyleen wordt eveneens in monofilamenten gefabriceerd. Een zwarting, in de vezels aangebracht, dient om de bestendigheid tegen straling te verhogen. Het onderzoek strekte zich tenslotte ook uit tot glasvezels en linnen. Men kan glas vezels vervaardigen die een zeer hoge treksterkte bezitten. De rek bij breuk is echter gering en de vezels zijn te bros om dwarsbelastingen op te nemen. Bij de voorbe reidende werkzaamheden werd een zandzak van glasweefsel beproefd, die na het vullen in de grijper van de dragline reeds scheurde. Wellicht is het gebruikte glas weefsel echter voor andere doeleinden toepasbaar, zodat ook een monster van dit materiaal in de proef is betrokken. Opgemerkt moet worden dat er zeer vele soorten glasvezel bestaan, zodat de beproe ving op dit punt geenszins volledig is te noemen. Van de natuurlijke cellulosevezels bezit linnen de grootste treksterktehet heeft echter eveneens een vrij geringe rek. Ook hier werd met dit produkt vooraf een fysisch- mechanisch onderzoek uitgevoerd om na te gaan of deze geringe rek geen belemmering vormde. Een linnen zandzak van dezelfde afmetingen als de nylon zakken aan de Pluimpot werd met zand gevuld, nat gemaakt, door de draglinegrijper opgetild en op 4 meter hoogte losgelaten. De val werd redelijk doorstaan. Een linnen monster, met catechu en bichromaat rotvrij gemaakt (getaand) werd in het schema opgenomen. Acht et uitgang in de treksterkte van weefsels en garens Resultaten Ten aanzien van de proeven op de waterlijn moet worden opgemerkt dat de monsters linnen (getaand), glas en polyacrylonitril als weefsel in april 1958 nog niet voorhanden waren en dus pas sinds november 1958 in de grafiek voorkomen. De monsters die de minste achteruitgang vertoonden waren polyacrylonitril (1 jaar), polyvinylideenchloride (1£ jaar) en polyaethyleen (H jaar). Het getaande linnen doek hield zich aanvankelijk uitstekend, maar de hete zomer van 1959 deed de sterkte aan merkelijk dalen. De monsters glas en polyester vertoonden een dermate hoge aan tasting, dat deze weefsels na respectievelijk een half jaar en een jaar van de stelling werden gehaald, tezamen met nylon 6 blanco polyester. Bij de nylon 6 monsters kon een duidelijk verschil geconstateerd worden tussen de witte en de zwarte monsters. De laatste bleken veel beter bestendig te zijn. Dit geldt zowel voor de monsters ge verfd met logwood als voor die zwart gemaakt met carbonblack. Nylon 6 met stabi lisator 2 en carbonblack is het weefsel dat de grootste resistentie vertoonde. 31 30 120 110 100 00 00 70 60 50 40 30 20 10 O NYLON 6 STAB IT CAR BON BLACK GLAS NYLON 66 LOGWOOD POLYESTER 'N kg 7ï «780 10 11 12 1 23456 1 95 8*41 9 5 9 POLY VINYL I DEENCHLORIDE POLYAETHYLEEN LINNEN (GETAAND) POLYACRYLONITRIL i c

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 17