Bij de belichtingsproef zijn als meest bestendige materialen naar voren gekomen, linnen (getaand), polyacrylonitril en polyvinylideenchloride. Polyaethyleen heeft te lijden gehad van een gedeelte van de warme zomer. Het ongeprepareerde linnen bleek bij de proeven niet zeer bestendig en ging het meest achteruit gedurende de natte wintermaanden (microbiologische aantasting). Polyester- en glasgarens kwamen ook hier ongunstig voor de dag. De glasvezels hebben in het water sterk te lijden, omdat naar alle waarschijnlijkheid een voort durend proces van uitlogen plaats heeft, dat door het grote oppervlak der vele vezels desastreus werkt. Wellicht zijn met andere glasvezelproducten betere resultaten te bereiken. Bij de polyamiden valt het op dat de aantasting gedurende de maanden september tot december praktisch nihil is. De beste resultaten leverden van de beproefde nylons: nylon 6 met stabilisator 2 en carbonblack alsmede nylon 66 geverfd met logwood. Ondanks de geringe achteruitgang die een aantal beproefde kunststoffen, zoals uit de grafiek blijkt, te zien geeft zal in de waterbouwkundige praktijk in vele gevallen aan andere, minder bestendige, weefsels de voorkeur worden gegeven op grond van hun grotere initiële treksterkte. Dijkverbeteringen in de Hoeksche Waard Nadat de schade aan de waterkeringen in de Hoeksche Waard ten gevolge van de storm vloed van 1 februari 1953 was hersteld, werd in 1955 een aanvang gemaakt met de versterking van enige zwakke schakels in de kering aan de zuidzijde van het eiland. Zo werd in de mond van de gemeentehaven van Numansdorp een keersluis gebouwd en werd de haven van Piershil afgesloten, waarbij de lengte van de nieuwe water kering ten opzichte van de oude, door verzwaring van enige buitendijken, belangrijk werd ingekort. Tevens werd in 1955 begonnen met het op „Deltahoogte" brengen van de dijken aan de noordzijde van het eiland. Het eerst kwamen daarvoor in aanmerking de dijken buiten de bebouwde kommen, daar hier weinig gebouwen behoefden te worden gesloopt. In de bewoonde gedeelten van de gemeenten Puttershoek en Oud-Beyerland en een deel van de gemeente 's-Gravendeel zijn de waterkeringen nog niet aan de nieuwe hoogte aangepast. Het buitenbeloop van de verbeterde dijken kreeg voor zover hierna niet anders is vermeld een helling van 1 3 en het binnenbeloop van 1 2\. De kruin kreeg in het algemeen een breedte van 3 m. 32 Barendrecht XDud Beyerland' Heinenoord fGoidschalxoord Nieuw Beyerlandi Puttershoek Piershil 's.Gravendeel HARING Numansdorp HOLLANDSCH OVERFLAKKEE PUTTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 18