Het storten van de beton in de sluisvloer Gronddam over de Plaat van Scheelhoek Voortgegaan werd met het opspuiten van zand tot een hoogte van N.A.P. 6,50 m en het maken van de zuidelijke kop, bestaande uit een rijzendam en een talud bekleding van een laag mijnsteen, 0,40 m dik, waarop 400 kg stortsteen per m2. De onder profiel gebrachte gedeelten werden ingeëgd met stro, terwijl op de kruin een dubbele rijsschutting werd aangebracht. Doordat het gespoten zand van de laatste tijd zeer moeilijk het daarin aanwezige water losliet, heeft het afwerken van het dijklichaam enige vertraging ondervonden. Op de gronddam is een bestrating van betonklinkers aangelegd, waarmee de weg verbinding van Goeree met de bouwput van de spuisluis voor gebruik gereed kwam. De werken bij Bruinisse De inrichting van de nieuwe gemeentehaven werd voltooid o.a. door de aanleg van een tiental loopsteigertjes met meergelegenheid voor 20 vissersschepen. Samen met de reeds eerder gereedgekomen meergelegenheid werd daarmee het totaal aantal lig plaatsen voor vissersschepen op 40 gebracht. Het opspuiten van het zandlichaam ten behoeve van de oprit naar de Grevelingendam in de Bruinissepolder werd beëindigd. Het afwerken en bekleden van de taluds en het maken van de bermsloten is grotendeels gereed en zal in januari 1960 geheel worden voltooid. De afsluiting van het Veersche Gat De werkzaamheden aan het voor het jaar 1959 vastgestelde gedeelte van de afsluitings- werken, t.w. het damvak ten westen van het sluitgat, de duinverzwaring aan de Wal- cherense zijde en het profileren en verdedigen van de sluitgatbodem, waren op 1 oktober reeds zover gevorderd dat gedurende de verslagperiode nog slechts aan vullende werkzaamheden behoefden te worden verricht. Zo kwamen in oktober de bodembezinking in het sluitgat en de asfaltbekleding van het lichaam gereed en vervolgens in november de nabestortingen in het sluitgat, de afwerking van de kruin met betonplaten en de helmbeplanting van de duinverzwaring, waarna op 1 december de oplevering van dit gedeelte van het werk kon plaats vinden. Elders in dit nummer is een nabeschouwing over het dit jaar uitgevoerde werk gegeven. De afsluiting van de Zandkreek Het verwijderen van de slappe grondlagen onder de te maken afsluitdam en oprit en het daarna weder met zand aanvullen van de gemaakte cunetten is gereedgekomen. De bodem van de stroomgeul werd ter weerszijden van de dam-as verdedigd met zink- stukken, waarna ter plaatse van de as door het klappen van zand een drempel werd opgebouwd die op haar beurt weer werd afgedekt met rijshouten stukken. De ge maakte drempel wordt thans verder opgehoogd met grof grind. Dit grind wordt op gesloten tussen twee ruggen van stortsteen, die zijn opgestort langs de beide kruin- lijnen van de zanddrempel. Ter weerszijden van de stroomgeul zijn de twee landhoofden gesteld, elk bestaande uit een evenwijdig aan de stroom gerichte aaneengesloten rij van zes en twee haaks daarop staande landwaarts gerichte (retour)vleugels van elk twee eenheidscaissons. De bovenzijde van de landhoofden ligt op N.A.P. -f 3m. De grootte van het sluitgat tussen de beide landhoofden bedraagt rond 160 m. Het noordelijk landhoofd werd met een tweetal op de retourvleugels aansluitende kaden van mijnsteen verbonden met de ringdijk van de bouwput voor de schutsluis, waarna in de aldus gevormde bak zand voor het damlichaam werd gespoten, voor lopig tot een hoogte van 3 a 4 m boven N.A.P. Het westelijke uiteinde van het zuidelijk landhoofd werd eveneens met behulp van een mijnsteenkade verbonden met de zee dijk van Zuid-Beveland. De tweede mijnsteenkade, die het oostelijk einde van dit landhoofd moet verbinden met vorengenoemde zeedijk is grotendeels gereed. i lp 41 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 22