mmèMM Tot de werken ten behoeve van de bouwput zullen tevens behoren: a. Een werk- en opslagterrein, buiten de omringdijk van de bouwput gelegen. b. Een toegangsgeul, die het onder a genoemde werkterrein verbindt met het Hol- landsch Diep. Deze toegangsgeul zal in een later stadium van de werken worden verbreed en dan deel uitmaken van de noordelijke voorhaven. c. Een wegverbinding naar de bouwplaats, via de zuidelijk van Willemstad gelegen Noord Langeweg. De weg zal geschikt worden gemaakt voor zwaar aannemers- verkeer; in aansluiting op deze weg zal een nieuwe weg worden aangelegd over de bandijk en door Maltha naar de bouwput. d. De einden van de toeritten naar de brug, die het verkeer van de toekomstige Zoom- weg over de sluizen zal leiden. Door deze ophogingen ter plaatse van de te maken landhoofden nu reeds aan te brengen krijgt de vrij slappe ondergrond ruimschoots gelegenheid zich te consolideren, waardoor een bijzonder ongunstige belasting van de landhoofden wordt vermeden. De bouwput is met betrekkelijk flauwe belopen ontworpen. Dit vindt o.m. zijn reden in de aanwezigheid van een kleilaag op ongeveer 5 m diepte. Bij bemaling van de put zal uit het daarboven liggende zandpakket water uittreden, waardoor het evenwicht van een steiler talud zonder meer niet zou zijn verzekerd. Ter plaatse van de brug- opritten, die reeds zo dicht mogelijk tegen de toekomstige landhoofden moeten worden aangebracht, is om de stabiliteit van de iets steilere taluds te verzekeren een afdekking met grindzand en grind opgenomen. OPSLAGTERREIN ?ORDEL'JKE VOORHAVEN WERKTERREIN MALTHA ZOOMW^G 400m De bouwput voor de schutsluizen 24 *400 Doorsnede A van de havendam STORTSTEEN /4okg GIETASFALT MUNSTEEN Detail S filterconstructie De oevers van de noordelijke voorhaven behoeven een verdediging tegen haalgolven. De waterstanden zijn hier dezelfde als op het Haringvliet en zullen in de toekomst gedurende maanden achtereen nauwelijks beneden N.A.P. 0,7 m dalen; onder bepaalde omstandigheden kan de stand echter ook belangrijk lager zijn, terwijl thans nog met een L.W. stand van N.A.P. 0,8 m moet worden gerekend. Met het oog op de uiteindelijke situatie is het dus gewenst de teenconstructie van een in de droge te onderhouden verdediging (betonglooiing) boven N.A.P. 0,7 m aan te brengen. Beneden dit peil is een bekleding vereist, die weliswaar in de natte moet kunnen worden onderhouden en vernieuwd, doch blootgesteld aan licht en lucht een redelijke duurzaamheid bezit. Besloten is het aanwezige fijne zand af te dekken met enkele lagen grover materiaal, namelijk met 0,10 m grindzand, 0,20 m grind en per m2 350 kg lichte stortsteen (540 kg). De materiaalafmetingen zijn, overeenkomstig de resultaten van fïlterproeven uit de Amerikaanse vaklitteratuur, zo gekozen dat elke laag het uitspoelen van onderliggend materiaal praktisch verhindert. Doorsnede B van de dijk langs het Hollandsch Diep 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 14