2. Op kosten van het Rijk wordt ter vervanging van de vismijn te Veere een vismijn te Colijnsplaat ingericht. 3. De betrokken vissers dienen zich zo snel mogelijk in te stellen op de toestand die zal ontstaan door de afsluiting van de Oosterschelde, welke, naar thans wordt ver wacht, in 1978 zal zijn voltooid. Zij zullen met het oog op het feit dat zij de garnalen visserij straks niet meer van Colijnsplaat uit kunnen beoefenen al hetgeen redelijkerwijs in hun vermogen ligt moeten doen om zich, indien nodig, tijdig nieuwe bestaans- bronnen te verwerven. 4. De Commissie adviseert de Regering de bestaande wettelijke en andere voor zieningen op het gebied van credietverlening, (om)scholing, migratie e.d. op de be trokken vissers toe te passen en daarbij tevens te bezien of het wenselijk is bedoelde voorzieningen in verband met de specifieke omstandigheden zowel als met het oog op mogelijke sanering der Veerse vissersvloot nader aan te passen resp. uit te breiden. 5. Indien de in de punten 1, 2 en 4 vervatte adviezen worden aanvaard, geeft de Commissie de Regering in overweging uit te spreken dat zij er, mede gelet op het onder punt 3 gestelde, van uitgaat, dat de periode van omstreeks 15 jaren, voordat de af- sluitingswerken in de Oosterschelde moeilijkheden voor de van Colijnsplaat uit bedreven garnalenvisserij opleveren, voldoende is om de daarvoor in aanmerking komende vissers in staat te stellen tot het verwerven van andere bestaansmogelijk heden, die zijn afgestemd op de situatie na afsluiting van de Oosterschelde. 6. De voorlichting aan de betrokken vissers inzake de mogelijkheden die de be staande (eventueel aangepaste resp. uitgebreide) voorzieningen bieden om met behulp van crediet-, (om)scholings- en migratiefaciliteiten naar een andere werkkring over te gaan, dient door de daartoe geëigende overheidsinstanties, organen van de Publiek rechtelijke Bedrijfsorganisatie alsmede particuliere organen te worden verricht. Onder toezicht van de Commissie zal voorts, ter verspreiding onder alle belang hebbenden, een brochure dienen te worden samengesteld, die een uiteenzetting behelst van de situatie en de te verwachten ontwikkeling en die tevens een overzicht geeft van de ter beschikking staande voorzieningen. 7. Garnalenvissers die om gegronde redenen, verband houdende met de uitvoering der Deltawerken, de uitoefening van hun bedrijf tijdelijk of voorgoed staken, kunnen, indien en zolang zij niet op andere wijze in hun levensonderhoud vermogen te voor zien, voor een uitkering krachtens de Zelfstandigenregeling (Sociaal-Economische Voorziening voor Zelfstandigen) in aanmerking komen, mits ook overigens aan de bepalingen dezer regeling wordt voldaan. Eventuele rechten op geldelijke tegemoetkoming krachtens de nog op grond van artikel 8 Deltawet te maken wettelijke regeling blijven hierdoor onaangetast. De Commissie Artikel 8 Deltawet, waarvan de Directeur-Generaal van de Rijks waterstaat ir. A. G. Maris voorzitter is, heeft overwogen dat gekozen moest worden uit de volgende vier mogelijkheden: a. dat de vissers dadelijk bij het sluiten van het Veersche Gat ander werk zouden zoeken b. dat de vissers blijvend gelegenheid zou worden geboden de visserij voort te zetten van een haven aan de Westerschelde uit; c. dat de vissers blijvend in de gelegenheid zouden worden gesteld de visserij voort te zetten vanuit een haven westelijk van de in de Oosterschelde aan te leggen dam, op de kust van Noord-Beveland; d. dat de vissers het voortzetten van de visserij tijdelijk zou worden gewaarborgd. Na overweging kwam de Commissie tot de slotsom, dat de oplossingen onder b en c niet in aanmerking kwamen, omdat het vissen van de Veerse vissers op de Wester schelde (oplossing btot overbevissing zou leiden en een haven westelijk van de aan te leggen dam in de Oosterschelde (oplossing cpal op de noordenwind zou liggen wat te veel gevaar voor de vissersschepen zou opleveren. Bij het kiezen tussen de oplossingen genoemd onder a en d heeft de Commissie zich o.m. laten leiden door de overwegingen, dat de Veerse vissers er mentaal niet op zijn ingesteld op korte termijn te trachten naar een andere werkkring over te schakelen, dat een Zeeuwse studiecommissie de aanleg van een haven bij Colijnsplaat heeft aan bevolen, de vissers zelf dit als een aantrekkelijke oplossing zien en ook van de zijde van de Staten-Generaal voor deze oplossing belangstelling bestond, 5 Veere met vissershaven Foto Aerocamera 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 4