4 rfa Dwarsdoorsneden met details van de afsluitdam 20 Aan de westzijde van dit haventerrein, waar de uitwateringssluis voor de te vormen Zuiderdiepboezem is ontworpen, wordt een verbreding aangebracht, opdat te zijner tijd in dit terrein een bouwput zal kunnen worden ontgraven voor de bouw van dit kunstwerk. Deze terreinverbreding wordt aan de noordzijde verdedigd met een dijkje waarvan de kruin op N.A.P. 7,0 m ligt en waarvan het buitentalud wordt voorzien van een soortgelijke tijdelijke bekleding als bij de westelijke kop van de dam. Het terrein langs de binnenhaven Dit terrein, waarvan de blijvende hoogte is ontworpen op N.A.P. 4,0 m, wordt opgespoten tot een hoogte van N.A.P. 6,0 m. De bovenste laag ter dikte van 2 m dient als zanddepot, waaruit de schutsluis te zijner tijd met een droog transport kan worden aangeaard. Omdat dit terrein beschut is gelegen in de luwte van de kleine bouwput wordt, afgezien van een inzaai tegen ver stuiving, voorlopig generlei verdediging tegen golfaanval aangebracht. Het weglichaam ten zuiden van de toekomstige schutsluis Dit weglichaam is, zoals reeds vermeld, in het najaar van 1959 aangebracht. De hoogte ervan bedraagt nog slechts N.A.P. 7,0 m. Thans zal dit hchaam met zand tot de definitieve hoogte worden opgespoten. Wegens de helling van de toerit naar de brug over de schutsluis varieert deze hoogte van 8,65 m tot 13,85 m boven N.A.P. Dit grondlichaam zal ook niet worden verdedigd tegen golfaanval wegens de beschut tende werking van het westelijke haventerrein en het daarop aansluitende definitieve damlichaam. Het zand voor al deze werken zal worden gezogen op een winplaats ten oosten van de grote bouwput. Het zand zal rechtstreeks over een drijvende en vaste persleiding, waarvan een gedeelte in de Baileybrug is opgenomen, in het werk worden gespoten. De ondergrond van de te maken werken bestaat uit zand-, slib- en kleilagen, zodat met het optreden van zettingen moet worden gerekend. Deze zettingen kunnen volgens een onderzoek, verricht door het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft, variëren van 0,5 m tot 1,5 m. In plattegrond zal het damgedeelte westelijk van de ontworpen buitenhaven niet volgens rechte lijnen worden uitgevoerd, maar zal een flauwe bocht met een straal van 4,5 km worden toegepast, waarbij de bolle zijde naar zee is gekeerd. Het werk is aangevangen omstreeks 1 juli 1960 en moet in de eerste helft van 1961 gereed zijn. Een Belgische cutterzuiger met een vermogen van 2 X 1260 pk op de pomp is begonnen met het persen van zand. Het werk wordt uitgevoerd door een combinatie van vier aannemers, te weten: N.V. Baggermij Bos en Kalis te Sliedrecht; D. Blankevoort en Zoon N.V. te Beverwijk; S. A. Dragages Decloedt et Fils te Brussel; Hollands Aannemersbedrijf Zanen Verstoep N.V. te 's-Gravenhage. ONTLUCHTING DOORSNEDE A a 1 Y* Aaa5°'^VrA, STOBTSTEEN OP KLEI S#-tNEGGEN MET STRO EN INZAAIEN MET STUtFGRAAN *ÉM betqnblokken DOORSNEDE B BETONBLOKKEN 0.50 «0.50*0,19/030 10 STEENSLAG 5-20 +A00 GRINDASFALTBETON DAM WAND LANG 200 m M'JNSTEEN DETAIL E 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 12