Overzicht van de voornaamste commissies en instellingen die zich bezig houden met economische, sociale en culturele vraag stukken in het Deltagebied Sinds het besluit is genomen om de veiligheid in het zuidwesten van het land door middel van de afsluiting der zeegaten te waarborgen is het Deltagebied een streek waar zich ingrijpende veranderingen voltrekken. De waterstaatkundige werken die thans in uitvoering zijn vormen het begin van een complex van belangrijke sociaal-economi sche ontwikkelingen. Een ten dele als geïsoleerd te beschouwen eilandengebied wordt met het hart van het land verbonden, de Randstad Holland kan haar streven naar expansie, als gevolg van het doorbreken van de zuidwestelijke grens, op ruimer schaal voortzetten, westelijk Noord-Brabant ontvangt nieuwe impulsen. Enerzijds blijven de veranderingen die ten gevolge van de uitvoering der werken kunnen worden verwacht van regionale en locale aard, maar anderzijds doen zich zovele en zodanige nieuwe mogelijkheden voor dat landelijke belangen in het spel zijn. Zo is het Deltagebied op het moment een kruispunt van werkzaamheden, verwachtingen en voorzieningen en richt de aandacht van zeer velen, belanghebbenden en belangstellenden, zich op de sociaal-economische en culturele vraagstukken van deze streek in beweging. De belangstelling weerspiegelt zich in het grote aantal commissies en instellingen dat zich op landelijk, provinciaal, regionaal en ook locaal niveau met de sociaal-econo mische en culturele problematiek van het Deltagebied of een bepaald aspect daarvan bezig houdt. De meeste dezer stellen zich de bestudering van vraagstukken en het geven van voorlichting, hetzij aan de overheid, hetzij aan het grote pubhek, ten doel, verschillende ook zijn belangengroepen die het contact tussen belanghebbenden ver sterken of het behartigen van gemeenschappelijke aangelegenheden nastreven. Een onderscheid moet worden gemaakt tussen de instanties die zich speciaal met Delta problemen bezig houden en de instellingen en commissies die slechts bij gelegenheid deze zaak in hun rapporten en bijeenkomsten ter sprake brengen. Als eerste commissie, die mede uitspraken heeft gedaan over verwachte economische en sociale gevolgen van de uitvoering der Deltawerken, moet de Deltacommissie ge noemd worden, door de Minister van Verkeer en Waterstaat na de stormramp van 1953 in het leven geroepen. Haar opdracht was de Regering voor te lichten over water- staatstechnische voorzieningen die getroffen zouden moeten worden met betrekking tot de geteisterde gebieden, maar haar rapporten zijn zeker ook bedoeld voor al degenen van wie wordt verwacht dat zij zich een oordeel willen en kunnen vormen over genoemde voorzieningen en hun consequenties. Naast het werk van de Delta commissie bleef verdere studie noodzakelijk teneinde zowel overheid als publiek over de vele uiteenlopende onderdelen nader voor te lichten. Met inbegrip van de Delta commissie houden zich sedertdien veertien regeringsinstanties met deze vragen bezig. De meeste ervan hebben reeds één of meer rapporten doen verschijnen, in de eerste plaats bedoeld voor de Regering, maar waaruit tevens door de pers samenvattingen en besprekingen voor een groot publiek worden gepubliceerd. Behoudens de door of vanwege de Regering ingestelde instanties zijn er minstens twaalf andere, die bepaalde economische, sociale of culturele vraagstukken van belang voor het gehele Delta gebied tot onderwerp van studie en voorlichting hebben genomen. Verder zijn er in ieder der drie zuidelijke provincies waar Deltawerken zullen worden uitgevoerd instanties die zich bezig houden met studie en voorlichting binnen het gebied der betrokken provincie. Deze zijn weer ten dele organen van het provinciaal bestuur, zoals in iedere provincie een Provinciale Planologische Dienst (P.P.D.), ten dele organen die niet direct onder controle van het provinciaal bestuur staan, zoals, ook weer in iedere provincie, een Economisch-Technologisch Instituut (E.T.I.) en een instantie die zich in het bijzonder met de culturele en maatschappelijke aspecten bezig houdt. Tenslotte zijn er nog verenigingen, commissies, raden, stichtingen, werkgroepen en hoe ze verder mogen worden aangeduid, welker activiteit alleen betrekking heeft op één of meer eilanden. Het is interessant de intensieve belangstelling en voorlichting van heden te vergelijken met wat ruim een eeuw geleden onder min of meer analoge omstandigheden geschiedde. Toen in 1836, als gevolg van hevige stormen, het water uit de Haarlemmermeer eerst voor de poorten van Amsterdam was gekomen en later Leiden had bedreigd, werd een staatscommissie ingesteld om de mogelijkheid van drooglegging van dit grote meer te bestuderen. De commissie kwam snel tot een resultaat, maar haar voorstel, dat slechts met het handelsbelang der grote steden rekening had gehouden, stuitte op veel tegenstand. Het Hoogheemraadschap Rijnland protesteerde omdat door de droog legging viervijfde van zijn waterberging verloren zou gaan, Leiden protesteerde omdat de stad geen winsten meer zou trekken uit de verpachtingen van visserij op de Haar lemmermeer, in de Staten-Generaal protesteerden velen op grond van de verwachte hoge kosten. De uitvoering geschiedde tenslotte, na veel onderhandelen en beknibbe len, op de goedkoopst mogelijke wijze. Aan wegenaanleg werd weinig gedaanschut sluizen werden niet gebouwd, zodat de landbouwprodukten niet per schip konden worden afgevoerd; de voor waterberging in de polder bestemde oppervlakte werd veel te klein gemaakt, teneinde zoveel mogelijk land te kunnen verkopende gronden werden te gelde gemaakt zodra ze droog waren gevallen. Om de bewoners van het ge bied bekommerde men zich al heel weinig, zoals blijkt uit een beschrijving van het dorpje Abbenes die betrekking heeft op het jaar 1857 en waarin sprake is van armoe dige hutten, door nog armoediger mensen bewoond, „half en half in modder en slijk verloren". De geringe aandacht voor de toekomst van het gebied en het lot der direct betrokkenen staat wel in scherp contrast met de uitgebreide zorg die in onze dagen streken waar zich snelle wijzigingen voltrekken ten deel valt. Voornaamste commissies en instellingen De vele tientallen instanties die zich thans met sociaal-economische en culturele aspecten van het Deltaplan bezig houden zijn te verdelen in die welker werkings sfeer het gehele Deltagebied of meer dan één provincie omvat en die welker werkings sfeer tot een provincie of een gedeelte daarvan beperkt blijft. Van de eerste categorie kunnen als de meest op de voorgrond tredende worden genoemd: 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 5