dat boten of zwemmers, die zich te dicht bij de sluis in de verboden zone hebben gewaagd, bij het plotseling openen van de schuiven door de spuistroom worden meegesleurd. Tenslotte moest bij het bepalen van de ligging van het gebouw rekening worden gehouden met de wenselijkheid om de bouw te doen plaats vinden in de grote bouwput, zonder dat de uitvoering van de sluisaanleg zelf zou worden gehinderd. Hiertoe is een ligging gekozen ter plaatse van het binnentalud van de ringdijk om deze put. Deze eisen ten aanzien van de plaats van het gebouw leiden ertoe dat, in verband met de situatie van de op- en afritten ten zuiden van de uitwateringssluizen, de oostkant toegankelijk is op een peil van ongeveer 9 m boven N.A.P. en de westkant op een niveau van ongeveer 14 m boven N.A.P. Het dak van het gebouw heeft een hoogte van bijna 33 m boven N.A.P. Het wordt begrensd door een borstwering van 1,20 m. Van dit hooggelegen dak zal men een indrukwekkend uitzicht hebben over het gehele complex van afsluitingswerken in de monding van het Haringvliet. Het gebouw wordt gefundeerd op palen van gewapend beton, waarvan de punten rusten op de vaste zandlaag die ter plaatse ligt op een peil van ongeveer 20 m beneden N.A.P. De gehele constructie krijgt dus een hoogte van bijna 55 m. Het gedeelte van het gebouw dat hoog wordt opgetrokken zal in 1964 gereed moeten zijn, tegelijk met het complex van uitwateringssluizen. Om dit mogelijk te maken werd reeds deze zomer een aanvang gemaakt met de fundering. Met de bouw van de woning voor de concierge, de garage en de fietsenbergplaats, die in een aparte lage vleugel zijn ontworpen, zal op een later tijdstip worden begonnen. In 1964 zullen dus, zo zou men kunnen zeggen, behalve het lichaam van de sluizen ook het hart in de vorm van de dieselcentrale en de zenuwen, gevormd door talloze elektri sche leidingen, gereed zijn. De elektronische hersenen van het kunstwerk zullen daarentegen waarschijnlijk niet vóór 1968 in bedrijf kunnen worden gesteld. 18 De brug bij Numansdorp In het Driemaandelijks Bericht nr. 4 is aangegeven hoe de keuze van het tracé van een brug over het Haringvliet door het Deltaplan is beïnvloed en welke motieven hebben geleid tot het samenbrengen in eenzelfde plan van de reeds lang nagestreefde brugverbinding en de afsluiting van het Volkerak. De inmiddels gereed gekomen dam over de Hellegatplaten is in het kader van dit plan niet alleen een gedeelte van de afsluiting van het Volkerak, doch is tevens als een begin te beschouwen van de vaste oeververbinding tussen het eiland Flakkee en het 'vasteland' van Zuid-Holland. Het is duidelijk dat de brug bij deze opzet eerst zijn volle betekenis zal krijgen wanneer ook de aansluiting met Noord-Brabant zal zijn gereed gekomen. Het belang van de brug voor het eiland Flakkee en na de aanleg Van de afsluitdam van de Grevelingen ook voor het eiland Schouwen-Duiveland, is evenwel van dien aard dat is besloten om met de bouw reeds thans aan te vangen. In juli van dit jaar is hierover overeenstemming bereikt tussen de Ministers van Finan ciën en van Verkeer en Waterstaat enerzijds en de door belanghebbenden opgerichte N.V. -Brugverbinding Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard anderzijds. Overeen gekomen is dat de vennootschap de brug voor eigen rekening zal bouwen, onderhouden en exploiteren, hetgeen wil zeggen dat de brug tegen betaling van bruggeld voor elke verkeersdeelnemer dag en nacht toegankelijk zal worden gesteld. Het Rijk zal de bestekken voor de bouw opmaken, op de uitvoering toezicht houden en voor tijdige tot stand koming van de wegaansluitingen, waaronder ook de opritten, zorg dragen. Het ligt in de bedoeling dat het Rjjk de brug na het gereedkomen van de afsluiting zal overnemen en de tolheffing zal beëindigen. De brug, die medio 1964 gereed zal kunnen zijn, zal voorshands worden ingericht met twee gescheiden rijbanen van 7,25 m breedte voor snelverkeer en een parallelweg van 5,50 m breedte voor langzaam verkeer. De totale lengte van de brug zal ongeveer 1200 m bedragen, samengesteld uit tien overspanningen van 106 m, een beweegbaar gedeelte (basculebrug) met 35 m over spanning en een zij overspanning van 80 m tussen de basculekelder en het noordelijk landhoofd. De brug wordt in een flauwe verticale boog gelegd met de onderkant van de middenoverspanning van het vaste gedeelte op N.A.P. 14 m, overeenkomstig de geprojecteerde bruggen over het schutsluizencomplex in het Volkerak. Aan de ein den, waar de brug onder een helling van 1 50 aansluit op de toeritten, ligt de onder kant op ongeveer N.A.P. 9 m. Op deze wijze zal het wegverkeer vrijwel niet door pleziervaart met jachten worden ge hinderd. Het beweegbaar gedeelte is met het oog op eventuele industriële ontwikkelin gen in het ontwerp opgenomen. In verband met de eisen, die uit een oogpunt van rivierbeheer aan de brug zijn te stellen, heeft in het waterloopkundig laboratorium 'De Voorst' een uitgebreid onder- 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 11