28 De lozing van afvalwater in het Drie-eilandengebied de resultaten van het onderzoek van de water- en grondmonsters uit de genoemde diepe boringen. Anderzijds heeft de uitvoering van het geo-elektrisch onderzoek het voordeel dat daardoor het aantal diepe boringen beperkt kan blijven. De aldus verzamelde gegevens zullen niettemin nog onvoldoende zijn om de oplossing van de genoemde vraagstukken te geven. Daartoe wordt verder speurwerk verricht in een aantal met zorg gekozen polders in het Deltagebied. In enkele van deze z.g. onderzoekpolders wordt dit onderzoek uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Instituut' voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding. Het onderzoek omvat in de eerste plaats een meer gedetailleerde geologische en geohydrologische verkenning van de ondergrond, die een nauwkeuriger berekening van de zoute kwel mogelijk maakt. Daarnaast worden de uitgeslagen en ingelaten hoeveelheden water en zout de neerslag, de verdamping en de grondwaterstanden gemeten. De laatste gegevens leveren niet alleen een beeld van het verband tussen neerslag, verdamping en uit geslagen hoeveelheid zout onder verschillende geologische, geohydrologische en cul tuurtechnische omstandigheden, maar maken tevens een controle mogelijk op de kwelberekeningen en de hiervoor nodige schematisatie van de ondergrond. Door extra polatie van het resultaat van de research in de onderzoekpolders kan langs deze weg de oplossing van de bedoelde vraagstukken worden aangegeven. Hoewel de onderzoekingen in de eerste plaats geschieden ten behoeve van de water huishouding van het Deltagebied zijn de resultaten vaak mede van belang voor o.m. het grondmechanisch onderzoek, het ontwerp van bronbemalingen en de beoordeling van de gevolgen hiervan en het kustonderzoek. In volgende nummers van het Driemaandelijks Bericht zal nader worden ingegaan op enkele onderdelen van het geohydrologisch onderzoek in het Deltagebied. Op het Veersche Gat en de Zandkreek wordt ongezuiverd afvalwater geloosd afkomstig uit de bebouwde kommen van Middelburg, Veere, Kamperland en Kortgene. Deze situatie kan niet worden bestendigd, enerzijds omdat na de afsluiting van genoemde zeearmen door het wegvallen van de getijbeweging natuurlijke lozing bij laagwater niet meer mogelijk zal zijn en anderzijds omdat, in verband met de sterke ontwikkeling van de recreatie te water die in dit gebied mag worden verwacht, de lozing van ongezuiverd rioolwater niet kan worden toegestaan. Het afvalwater van Middelburg wordt thans omstreeks het tijdstip van laagwater onder het natuurlijke verhang afgevoerd naar het Veersche Gat via een open leiding die is gelegen achter de westelijke kanaaldijk van het Kanaal door Walcheren en die uitmondt in de voorhaven van dat kanaal nabij Veere. Een aanmerkelijke vervuiling van de voorhaven is daarvan thans reeds het gevolg. Om in deze situatie verbetering te brengen zijn door de gemeente in overleg met onder meer het Rijksinstituut Zuivering Afvalwater (R.I.Z.A.) een aantal oplossingen onderzocht. Naar het principe kunnen daarbij twee methoden worden onderscheiden: a. de bouw van een zuiveringsinstallatie nabij Middelburg waarin het afvalwater zo volledig mogelijk wordt gereinigd, waarna het effluent op open water in de naaste omgeving kan worden geloosd; b. de bouw van een rioolgemaal nabij Middelburg waarin het afvalwater slechts van het grove vuil wordt ontdaan en daarna via een buisleiding naar open zee wordt gepompt. Het onderzoek bracht aan het licht dat de tweede methode zowel hygiënisch als economisch de voorkeur verdient. Voor de keuze van het lozingspunt aan open zee kwam uit een technisch en economisch oogpunt de kust van Walcheren ten oosten van Vlissingen het meest in aanmerking. Zoals uit een onderzoek bleek, kleefde echter aan een lozing nabij Vlissingen het risico van vervuiling van de badstranden ten westen van die stad, zodat tenslotte de keuze werd bepaald op een punt nabij het voormalige Fort Rammekens. Aanvankelijk zal het uit de persleiding komende rioolwater daar via een in het slik te graven sloot naar diep water worden geleid. Tegelijk met de aanleg van plaatselijke onderzeese oeververdedigingen, voorafgaand aan de uitvoering van het Sloeproject, zal een definitieve lozing worden gemaakt, waarbij de buisleiding beneden het peil van laagwater in de Westerschelde zal uit monden. Mocht naderhand blijken dat het rioolwater zich onvoldoende met het zee water vermengt dan kan daarvoor een voorziening aan de mond van de persleiding worden getroffen. De kosten van het project zullen in totaal een bedrag vergen van ca. f 2 800 000. De aanbesteding van de verschillende onderdelen van het werk door de gemeente heeft inmiddels plaats gevonden. Ook het rioolwater van Veere wordt ongezuiverd op het Veersche Gat geloosd. De monding van de riolering ligt op een zodanige hoogte dat geen last zal worden onder vonden van de op het Veerse Meer na te streven boezempeilen. In de huidige situatie is het in verband met de krachtige getijstromen niet bezwaarlijk dat de lozing op deze 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 17