wijze plaats vindt. Na de vorming van het Veerse Meer is een dergelijke gang van zaken, o.m. met het oog op de verwachting dat de recreatie te water juist in de omgeving van Yeere zich sterk zal ontwikkelen, ongewenst. Het afvalwater zal dus moeten worden gezuiverd. Aangezien volledige zuivering voorlopig niet noodzakelijk wordt geacht, is een plan in hoofdlijnen opgemaakt voor een installatie waarmede het rioolwater slechts aan bezinking wordt onderworpen. Zodra de toestand van het ontvangende water dit noodzakelijk maakt kan de installatie worden uitgebreid tot een oxydatief-biologische zuiveringsinstallatie. In verband met de eis dat de zuiveringsinstallatie minstens 100 a 150 m van de bebou wing verwijderd moet liggen, is het buitendijkse schor ten zuidoosten van de mond van het Kanaal door Walcheren als bouwplaats voor de installatie gekozen. De consequen ties daarvan zijn dat het rioolwater via een zinker onder het Kanaal door moet worden gepompt en dat met de bouw van de installatie eerst na de afsluiting van hetVeersche Gat zal kunnen worden begonnen. Zowel in Kortgene als in Kamperland wordt het rioolwater thans ongezuiverd geloosd op het polderwater. In Kortgene wordt het geheel en in Kamperland gedeeltelijk geloosd in een punt dat vlak achter een uitwateringssluis van de polder is gelegen. Tijdens elke laagwaterperiode kan het vuile water direct naar buiten worden afgevoerd. Door de aanpassing van de polderwaterafvoer van Noord-Beveland aan de nieuwe situatie zullen bedoelde uitwateringssluizen echter buiten gebruik worden gesteld, terwijl de vervangende gemalen op grote afstand van deze plaatsen zijn geprojecteerd. Van een nagenoeg rechtstreekse afvoer naar het buitenwater zal dan geen sprake meer zijn, terwijl ook hier de lozing van ongezuiverd afvalwater zal moeten worden ver meden. In de aanpassing aan de toekomstige situatie kan op twee manieren worden voorzien, te weten: a. oxydatief-biologische, dus volledige zuivering van het afvalwater en lozing van het effluent op het polderwater; b. gedeeltelijke zuivering van het afvalwater en lozing van het onvolledig gezuiverde effluent via een persleiding op het Veerse Meer. Wanneer volgens een, traditionele methode te werk zou worden gegaan zou zowel voor Kamperland als voor Kortgene de oplossing onder b op financiële gronden de voorkeur verdienen. Onlangs is echter een nieuw zuiveringssysteem in de belangstelling gekomen, het systeem 'Pasveer', waarmee tegen belangrijk geringere kosten een volledige zuivering van het water kan worden bereikt. Het systeem bestaat uit een eenvoudige open ring- sloot waarin door middel van ronddraaiende borstels het afvalwater intensief wordt belucht en in circulatie wordt gehouden. Het gezuiverde effluent wordt geloosd via een overstort. Te Kamperland is thans een ondergrondse variant van dit systeem ge bouwd. De open ringsloot is daarin vervangen door een ondergrondse buis, waardoor een vorstvrije ligging van het geheel wordt verkregen. Weliswaar zijn daardoor de kosten van het systeem hoger geworden, maar zij blijven, vooral voor kleinere plaatsen, belangrijk beneden die van een traditionele installatie en ook beneden die van de onder b bedoelde voorziening. Ook voor Kortgene wordt een oplossing in deze richting ge zocht. Dijkverbetering in de Krimpenerwaard Reeds in 1952 werd door het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard een begin gemaakt met de uitvoering van een vierjarenplan voor het verhogen en ver zwaren van ca. 12 km dijklengte. De kruin van de waterkering zou daarbij op onge veer 4 m boven N.A.P. worden gebracht. Juist voor de stormvloed op 1 februari 1953 was het werk aan de laagste dijkvakken voltooid. Hieraan is het te danken dat de dijk slechts op één plaats, bij Ouderkerk aan de IJssel, is doorgebroken. Met de hulp van militairen kon dit gat van ongeveer 50 m lengte de volgende dag met zandzakken worden gedicht. Het water dat tot N.A.P. 3,87 m was gestegen en op verschillende plaatsen over de dijk was geslagen had deze echter over een lengte van ca. 25 km zwaar beschadigd. Het was duidelijk dat het vierjarenplan herzien moest worden. Situatie van de dijkverbetering in de Krimpenerwaard 31 30 O GOUDA HOLLANDSCHE 'JSSEL SCHOONHOVEN OUDERKERK d 'JSSEL LEKKERKERK MAAS NOORD ALBLASSERWAARD

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 18