Eerste fase van de verzwaring van een bebouwd dijkgedeelte Dijkverzwaring gereed; de kruin is verhoogd en verbreed, de huizen aan de linker zijde zijn opgevijzeld 34 enkele scherpe bochten echter, waar deze werkwijze voor het verkeer gevaar zou op leveren wordt het regenwater door buizen onder de weg door naar binnendijkse sloten of riolen gevoerd. Het wegdek bestaat overal uit een gesloten verharding van asfaltbeton. De kade is thans gereed van Krimpen aan de IJssel tot Lekkerkerk over een lengte van ca. 6 km. Verbetering van de bebouwde dijkgedeelten Sinds eeuwen heeft de dorpsgemeenschap van Krimpen aan de IJssel en Krimpen aan de Lek zich op de dijk geconcentreerd. Kerken, scholen, industrieën en woningen bevinden zich vaak op of nabij de dijk en vormen een dichte en onregelmatige be bouwing. Ook vindt men er soms zeer steile afrijstoepen naar buitendijkse industrie terreinen. Hierdoor is dijkverhoging in deze dorpen een moeilijk en langdurig werk. Omdat de gemiddelde dijkhoogte slechts N.A.P. 3,68 m bedroeg heeft men be sloten de definitieve verhoging te laten voorafgaan door een tijdelijke. In deze voor lopige waterkering is de bestaande bebouwing langs de buitenkruinlijn, voorzover dit verantwoord was, geheel opgenomen. De ruimte tussen de bebouwing is dichtgemaakt met gemetselde muren, kleikaden en waar nodig vloedplanken. De op deze wijze verkregen waterkerende hoogte bedraagt N.A.P. 4,30 m. Ook de definitieve verhoging is geheel langs de buitenkruinlijn geprojecteerd. Zij vormt een voortzetting van de kade die opgeworpen werd langs de onbebouwde gedeelten van de dijk. De kade wordt in de bebouwde kommen uitgevoerd als trottoir. Het talud aan de rivierzijde wordt afgewerkt onder een helling van 1 2 en verdedigd met een basaltglooiing op een puinlaag. De kruin heeft een minimumbreedte van 2 m en wordt voorzien van een gesloten wegdek. De binnenzijde bestaat uit doorlopende treden van betonelementen die alleen onderbroken worden door overgangen naar buitendijkse terreinen. De waterkerende hoogte van deze kade (trottoir) bedraagt ongeveer 4,75 m boven N.A.P. De dijkkruin (rijweg) wordt gelegd op N.A.P. 3,90 m en zal worden geëgaliseerd. Het nieuwe wegdek bestaat uit gesloten asfaltbeton met als fundering de oude bestrating. De bebouwing langs de buitenkruinlijn wordt voor zover dat mogelijk is gehandhaafd. Oude en in slechte toestand verkerende bebouwing wordt afgebroken. De in goede toestand verkerende gebouwen worden opgevijzeld tot een vloerhoogte van ongeveer 5,00 m boven N.A.P. is bereikt. Hiertoe worden in sleuven die voorafin het metselwerk zijn gehakt, zowel in de bouwmuren als in de binnenmuren, juist onder de balklaag vijzels gesteld. Voor een normaal woonhuis zijn dit er ca. 80. Het uitdraaien van de vijzels geschiedt door ongeveer tien man die ieder op commando him groep vijzels telkens een halve slag omhoog draaien, totdat een verhoging van ca. 0,38 m is bereikt. Door de ontstane ruimte vol te metselen en de vijzels opnieuw te stellen en uit te draaien is men in staat een woonhuis of ander gebouw zover omhoog te brengen als men wenst. Het is zelfs mogelijk een verzakt gebouw recht te zetten door in de laatste tocht be paalde vijzels verder uit te draaien. Van aanwezige onderhuizen wordt de vloer verhoogd door het aanbrengen van een klei-aanvulling tot een peil van N.A.P. +2,80 m. De muren van de onderhuizen, die grondkerend zijn, worden verzwaard tot een dikte van 0,55 m. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 20