r BETONBLOKKEN iA TOf Doorsnede van de opbouw van een afsluitdam met ge ringe water doorlat endheid tot ongeveer HW is opgetrokken, zullen de lekstromen kunnen worden bedwongen door aan de binnenzijde tegen deze dam een filter op te werpen van naar het bekken toe in korrelgrootte afnemende materialen. Het geheel wordt afgedekt door een kap van zware betonblokken van speciale vorm. Kiest men het constructietype b, dus een dam met in eerste aanleg een zeer grote waterdoorlatendheid, dan zijn voor de opbouw van dit onderdeel in beginsel drie uitvoeringswijzen denkbaar, namelijk een opbouw van 1onderling gelijksoortige, na het aanbrengen in elkaar grijpende staketsels 2. twee met kleine tussenruimte evenwijdig aan elkaar gelegen, onderling door kabels, kettingen of staven verbonden samenbouwsels van sterk waterdoorlaten- de elementen, b.v. stapelingen van buizen; 3. onderling te koppelen kooien voorzien van enige compartimenten. Bij de verdere verdichting van de dam zal men er voor moeten zorgen dat op elk moment voldoende stabiliteit aanwezig is om de toenemende waterdruk op de dam te kunnen opnemen. De overspanningsconstructie Indien de overspanningsconstructie uit kabels bestaat, zullen op de beteugelingsdam in het sluitgat wellicht een aantal tussensteunpunten voor de draagkabels moeten worden gebouwd. Overspanningen van vele honderden meters zijn mogelijk. Hoe groter echter de overspanningen zijn tussen de steunpunten, des te hoger zullen de ophangpunten boven het watervlak moeten liggen en des te meer zal de wind een storende invloed kunnen uitoefenen. De als gevolg van de wind en het afwerpen van de lasten in de kabels te verwachten slingeringen zullen beperkingen opleggen aan de overspanning. De tussensteunpunten, die bij grote overspanningen in verband met de op te nemen ankerkrachten van de kabels zwaar moeten worden uitgevoerd, vormen echter obstakels in het sluitgat die een storende werking uitoefenen op de getijstromen en tot versterking van deze stromen en tot het optreden van wervelstraten aanleiding zullen geven. Er wordt onderzocht in hoeverre een technisch en economisch verant woorde oplossing kan worden verkregen door het aantal tussensteunpunten te ver groten en deze uit te voeren als torens op stalen poten, die geen noemenswaardige invloed op de getij stromen in het sluitgat zullen uitoefenen. Een volgende stap in deze richting is een over het gehele sluitgat doorlopende over brugging op stalen poten, waarbij de afzonderlijke brugdelen met behulp van pontons 6 kunnen worden ingevaren en op de juiste hoogte boven het water aan de poten (spuds) kunnen worden vastgemaakt. Het voordeel van een overbrugging boven een kabelconstructie is de grotere bedrijfs zekerheid in verband met de trillingsverschijnselen door wind en door het afwerpen van de lasten. Het nadeel is dat het grotere aantal steunpunten de kans op aanvaring van een steunpunt vergroot en dat een brugconstructie duurder is dan een kabel constructie. De overspanningsconstructie dient als dragend element voor de parallel lopende draagkabels of draagrails, waarlangs de lasten moeten worden getransporteerd. Haken, waaraan de lasten hangen, kunnen langs de draagkabel of draagrail worden bewogen door middel van een trekkabel waaraan de haken zijn bevestigd. De trekkabel wordt op één van de oevers aangedreven door een motor. Het is ook mogelijk dat de haken zich bevinden aan cabines, die van een motor zijn voorzien, welke voor de voort beweging van de cabine en eventueel voor het hijsen en laten vieren van de last zorgt. Bij dit systeem kunnen meer lasten tegelijk of zwaardere lasten (tot vele tonnen gewicht) worden meegenomen, terwijl de voortbeweging met grotere snelheid kan geschieden dan bij aandrijving met behulp van een trekkabel. Bij toepassing van een overbrugging met draagrails bieden motorcabines nog het voordeel dat door het aan brengen van wissels tussen de parallelrails het werkterrein veel beter wordt bestreken, hetgeen vooral van belang is in de omgeving van de spuds. Bij uitwerking van de in het voorgaande genoemde methoden van geleidelijke sluiting voor de grote zeegaten in het Deltagebied is gebleken dat het installeren van een transportinstallatie met de benodigde capaciteit technisch uitvoerbaar is. Bij een sluitdam van het constructietype a zal men deze over 6 a 8 parallelbanen moeten verdelen, terwijl bij de brede sluitgaten bovendien aan beide oevers moet worden geladen. Hiertoe dienen tevoren op de oevers depots te worden ingericht, waarin alle met behulp van de transportbanen in het werk te brengen materialen moeten zijn op geslagen. Het uit het depot op de transportbanen overslaan van de materialen vormt op zichzelf nog een probleem van organisatorische aard, dat echter oplosbaar is. Nabeschouwing Er kan worden gesteld dat het tot dusver verrichte onderzoek het vertrouwen heeft gegeven dat een geleidelijke sluiting bij de getij-omstandigheden van het Deltagebied uitvoerbaar is. Dit geldt in beginsel ook voor de grote zeegaten, al moet worden Materiaaltransport met behulp van een hulpbrug over het gehele sluitgat 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1960 | | pagina 5